Door de zin in een andere tijd te zetten vind je de persoonsvorm.
Voorbeeld: Ik had een groot cadeau gekregen voor mijn verjaardag.
- Stel jezelf de vraag: In welke tijd staat deze zin?
De Verleden Tijd --> HAD geeft het verleden aan.
- Nu zet je de zin in de tegenwoordige tijd.
Ik HEB een groot cadeau gekregen voor mijn verjaardag.
HAD verandert in HEB dus HAD is de persoonsvorm.