05/01/2021 - Les 1 - H3 Grammatica - Lockdownles

Welkom klas u1KC
Het is even een vreemde tijd. We zijn opnieuw in lockdown, waardoor we online les moeten geven en jullie online les krijgen. 

Neem de tijd die ervoor staat (half uur) voor deze les. Lees goed en maak de opdrachten. 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas u1KC
Het is even een vreemde tijd. We zijn opnieuw in lockdown, waardoor we online les moeten geven en jullie online les krijgen. 

Neem de tijd die ervoor staat (half uur) voor deze les. Lees goed en maak de opdrachten. 

Slide 1 - Tekstslide

Programma             
Stil lezen
Instructie 
Opdrachten maken
Afsluiting

Lesdoel:
 - Ik weet wat samenstellingen zijn.
10 minuten
5 minuten
10 minuten
5 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Kies IETS om te lezen. Mag iets uit de krant, op NOS.nl etc.

Waar heb je de afgelopen 10 minuten over gelezen?

Slide 3 - Open vraag

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?

Slide 4 - Open vraag

Instructie
Door de zin in een andere tijd te zetten vind je de persoonsvorm. 
Voorbeeld: Ik had een groot cadeau gekregen voor mijn verjaardag. 

- Stel jezelf de vraag: In welke tijd staat deze zin?
De Verleden Tijd --> HAD geeft het verleden aan. 
- Nu zet je de zin in de tegenwoordige tijd.
Ik HEB een groot cadeau gekregen voor mijn verjaardag. 

HAD verandert in HEB dus HAD is de persoonsvorm.
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Instructie
Je hebt nu de persoonsvorm (pv) gevonden. De pv is ALTIJD een werkwoord. 
We gaan nu opzoek naar het werkwoordelijk gezegde: ALLE werkwoorden in de zin. 
Voorbeeld: Ik had een groot cadeau gekregen voor mijn verjaardag. 
                             PV

Staan er nog meer werkwoorden in de zin? 
JA! Gekregen is ook een werkwoord.
Het hele werkwoordelijk  gezegde is dus: HAD GEKREGEN.


timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak de opdrachten in LessonUp.
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Kies de persoonsvorm:

Mel Wallis de Vries heeft het spannende boek "Klem" geschreven.
A
Mel Wallis de Vries
B
geschreven
C
heeft
D
heeft geschreven

Slide 8 - Quizvraag

Kies de persoonsvorm:

Zou je de rest van dit boek willen lezen?
A
Je
B
willen
C
zou
D
lezen

Slide 9 - Quizvraag

Kies de persoonsvorm:

De andere leerlingen proberen elkaar van de moord te beschuldigen.
A
proberen
B
de andere leerlingen
C
beschuldigen
D
proberen te beschuldigen

Slide 10 - Quizvraag

Kies de persoonsvorm:

Later vindt de politie de leerlinge dood in de duinen terug.
A
de politie
B
vindt
C
terug
D
vindt terug

Slide 11 - Quizvraag

Kies de persoonsvorm:

Eén van de leerlingen mist die ochtend een excursie.
A
een excursie
B
Eén van de leerlingen
C
die ochtend
D
mist

Slide 12 - Quizvraag

Kies de persoonsvorm:

Een klas is vakantie aan het vieren op Vlieland
A
is
B
aan het vieren
C
Een klas
D
vieren

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg)?

Mel Wallis de Vries heeft het spannende boek Klem geschreven.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg)?

Een klas is vakantie aan het vieren op Vlieland

Slide 15 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg)?

Eén van de leerlingen mist die ochtend een excursie.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg)?

Later vindt de politie de leerlinge dood in de duinen terug.

Slide 17 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg)?

De andere leerlingen proberen elkaar van de moord te beschuldigen.

Slide 18 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg)?

Zou je de rest van dit boek willen lezen?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de pv en wat is de wg?
1. Een politieagent gebruikte vrijdagavond een bijzondere tactiek.
2. Hij kon op die manier een fietsendief vangen.

Slide 20 - Open vraag

Wat is de pv en wat is de wg?
3. Hij begon namelijk als een hond te blaffen.
4. De fietsendief uit Drenthe werd in een Gronings dorpje betrapt met de fiets van iemand anders.

Slide 21 - Open vraag

Wat is de pv en wat is de wg?
5. Een politieagent was op dat moment aan het surveilleren.
6. Hij zag de verdachte in de buurt van een vuilnisbelt.

Slide 22 - Open vraag

Wat is de pv en wat is de wg?
7. Even later vond de agent het rijwiel terug,
8. maar de verdachte had zich verstopt.

Slide 23 - Open vraag

Wat is de pv en wat is de wg?
9. ‘Laat je zien!
10. Of ik stuur deze hond op je af!’

Slide 24 - Open vraag

Wat is de pv en wat is de wg?
11. Dat riep één van de agenten.
12. Hij deed het geluid van een hond na.

Slide 25 - Open vraag

Wat is de pv en wat is de wg?
13. De fietsendief stak zijn handen in de lucht.
14. Maar een hond was nergens te bekennen...

Slide 26 - Open vraag

Volgende les
H3 Onderwerp

Slide 27 - Tekstslide

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?

Wat vond je lastig deze les?

Slide 28 - Open vraag