18. 12 mrt: herhaling deel 1

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4d

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4d

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
  • Herhalen les 19, 20
  • Herhalen gedichten/stijlfiguren

Vandaag woensdag 12 maart:

Slide 2 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Lesstof periode 2







Communicatie: 
les 19, 20, 21, 22

Literatuur: 
les 5, 6, 8, 9, 10 + 
begrippen 156-159
Communicatie: 
les 2, 3, 4, 5, 6

Literatuur: 
les 1, 2, 3

Slide 3 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Zijn dit waarderende of feitelijke uitspraken? 
Schrijf op.
  1. 'Citroeninkt' is een jeugdboek dat zich richt op de thema's vriendschap, identiteit en de uitdagingen van opgroeien.
  2. Maral Noshad Sharifi heeft met 'Citroeninkt' een boek geschreven dat vaak wordt geprezen om zijn herkenbare en authentieke weergave van de gedachten en gevoelens van tieners.
  3. Het boek 'Citroeninkt' geeft de lezer een inspirerende leeservaring die ieder in een vergelijkbare fase van het leven tegenkomt.
timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Zijn dit waarderende of feitelijke uitspraken? 
Bespreken
  • 'Citroeninkt' is een jeugdboek dat zich richt op de thema's vriendschap, identiteit en de uitdagingen van opgroeien. 
  • feitelijk
  • Maral Noshad Sharifi heeft met 'Citroeninkt' een boek geschreven dat vaak wordt geprezen om zijn herkenbare en authentieke weergave van de gedachten en gevoelens van tieners.
  • feitelijk
  • Het boek 'Citroeninkt' geeft de lezer een inspirerende leeservaring die ieder in een vergelijkbare fase van het leven tegenkomt.
  • waarderend

Slide 5 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Vraag: 
Welke 4 vormen van argumentatiestructuren zijn er? >>> schrijf op!
  1. Enkelvoudig
  2. Onderschikkend 
  3. Nevenschikkend afhankelijk 
  4. Nevenschikkend onafhankelijk
timer
1:30

Slide 6 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Lees de tekst 'Outside the bottle'. 
  1. Wat is het onderwerp van de tekst? 
  2. Welke tekstsoort hoort bij deze tekst? 
  3. Bedenk nog een voorbeeld/vorm van zo'n tekstsoort. 
  4.  Geef 2 signaalwoorden uit alinea 2 en geef aan bij welk tekstverband die horen. 
  5. Vul het schema in dat op het bord staat. 
Het standpunt is: de gerecyclede flessen van Bar-le-Duc zijn onnodig. 
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Lees de tekst 'Outside the bottle' en vul deze structuur in. 
Standpunt: de gerecyclede flessen van Bar-le-Duc zijn onnodig. 
Argument 1
Argument 2
Sub A1.1
Sub A1.2
Sub A2.2
Sub A2.3
Sub A2.1

Slide 8 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Lees de tekst 'Outside the bottle'. 
1. Wat is het onderwerp van de tekst? 
  • (onzinnige) plastic waterflesjes
2. Welke tekstsoort hoort bij deze tekst? 
  • Waarderend
3. Bedenk nog een voorbeeld/vorm van zo'n tekstsoort. 
  • betoog, beschouwing
4. Geef 2 signaalwoorden uit alinea 2 en geef aan bij welk tekstverband die horen. 
  • daarom: reden, oorzaak, gevolg
  • Dus, maar: tegenstelling
  • Als: voorwaarde 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Schrijf de vragen over.
3 vragen over het volgende gedicht:

1. Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
2. Zoek de volgende stijlfiguren:
  • Vergelijking met verbindingswoord
  • Hyperbool
  • Personificatie
  • Synesthesie
  • Paradox
  • Antithese
3. Wat denk je dat dit gedicht betekent? Leg uit. 

Slide 11 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Beeldspraak: taalgebruik waardoor een beeld zichtbaar wordt. 

Voorbeelden van beeldspraak:
  • Metafoor: het beeld wordt genoemd, de werkelijkheid niet. > Zij heeft een hart van goud (b). Geen w

  • Vergelijkingen met verbindingswoord: De auteur geeft een beeld (b) om iets uit de werkelijkheid (w) te omschrijven. > Je ziet (w) eruit alsof je nog slaapt (b).

Slide 12 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Paradox 
  • Een schijnbare tegenstelling
  • Voorbeeld 1: Winkelmedewerker tegen kinderen:
  • "Kalm aan, en snel een beetje!"
  • Voorbeeld 2: Je moet eerst verliezen om te winnen.

Slide 13 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Personificatie
  • Letterlijk: 'een persoon van iets maken'
  • Er worden menselijke eigenschappen toegeschreven aan 'dingen'.

 
Bijvoorbeeld:
  • Het schilderij wil ons laten zien hoe mensen vroeger leefden.
  • Vraag jezelf af: 
  • Wil het schilderij ons iets laten zien? Kan een schilderij dat? 

Slide 14 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Synesthesie
  • twee soorten zintuigelijke waarnemingen worden vergeleken
  • Zintuigen: voelen, proeven, ruiken, horen, zien

Bijvoorbeeld:
  • Haar zinnen bestaan uit zijden woorden. 
  • zijden = stof > voelen   +    woorden > horen 

Slide 15 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
antithese
  • samenvoeging van tegengestelde woorden
  • Bv. Spreken is zilver, zwijgen is goud.
  • Spreken versus zwijgen
  • Bv. Ik blijf je trouw in goede en slechte dagen
  • Goed versus slecht


Slide 16 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
AFSLUITDIJK
De bus rijdt als een kamer door de nacht
de weg is recht, de dijk is eindeloos
links ligt de zee, getemd maar rusteloos,
wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.

Vóór mij de jonge pas-geschoren nekken
van twee matrozen, die bedwongen gapen
en later, na een kort en lenig rekken,
onschuldig op elkanders schouder slapen.

Dan zie ik plots, als waar 't een droom, in 't glas
ijl en doorzichtig aan de onze vastgeklonken
soms duidelijk als wij, dan weer in zee verdronken
de geest van deze bus; het gras
snijdt dwars door de matrozen heen.
Daar zie ik ook mezelf. Alleen
mijn hoofd deint boven het watervlak,
beweegt de mond als sprak
het, een verbaasde zeemeermin.
Er is geen einde en geen begin
aan deze tocht, geen toekomst, geen verleden,
alleen dit wonderlijk gespleten lange heden.
2015, M. Vasalis, Roden
timer
8:00

Slide 17 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Bespreken
3 vragen over het volgende gedicht:

1. Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
  • 3 delen:
  • de bus rijdt ...
  • Vóór mij de ...
  • Dan zie ik ... 

Slide 18 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Bespreken
2. Zoek de volgende stijlfiguren:
  • Vergelijking met verbindingswoord
  • De bus rijdt als een kamer door de nacht
  • Hyperbool
  • De dijk is eindeloos (maar hij eindigt natuurlijk wel)
  • Personificatie
  • Zee, getemd maar rusteloos
  • Synesthesie
  • Schijnt zacht
  • Paradox
  • De zee, getemd maar rusteloos (dus een personificatie en paradox!)
  • Antithese (2x):
  • Er is geen einde en geen begin
  • Geen toekomst en geen verleden

Slide 19 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
AFSLUITDIJK
De bus rijdt als een kamer door de nacht
de weg is recht, de dijk is eindeloos
links ligt de zee, getemd maar rusteloos,
wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.

Vóór mij de jonge pas-geschoren nekken
van twee matrozen, die bedwongen gapen
en later, na een kort en lenig rekken,
onschuldig op elkanders schouder slapen.

Dan zie ik plots, als waar 't een droom, in 't glas
ijl en doorzichtig aan de onze vastgeklonken
soms duidelijk als wij, dan weer in zee verdronken
de geest van deze bus; het gras
snijdt dwars door de matrozen heen.
Daar zie ik ook mezelf. Alleen
mijn hoofd deint boven het watervlak,
beweegt de mond als sprak
het, een verbaasde zeemeermin.
Er is geen einde en geen begin
aan deze tocht, geen toekomst, geen verleden,
alleen dit wonderlijk gespleten lange heden.
2015, M. Vasalis, Roden
timer
8:00

Slide 20 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Opdracht / huiswerk voor dinsdag: 

Analyseer het gedicht 'Denkend aan Holland' uit je oefenboek pg 153. 
Als je een gedicht analyseert, geef je antwoord op de volgende vragen: 
  • Hoeveel strofen kent het gedicht? 
  • Welke stijlfiguren zie ik terug? 
  • Wat is een betekenis van het gedicht? 

Slide 21 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Bespreken
Vraag 3. Betekenis gedicht. 

  • De schrijver maakt een rit met de bus over de afsluitdijk. Een lange dijk die ook met de bus een tijdje duurt. Het lijkt alsof de dijk eindeloos lang is. Links en rechts ligt de zee.
  • De schrijver ziet verschillende beelden: van matrozen die in de bus zitten en op elkaars schouder slapen. Of hij ziet zijn eigen spiegelbeeld in het raam (zie strofe 3).
  • De schrijver voelt zich soms alsof hij zichzelf kwijtraakt. De schrijver gebruikt 'verdrinken'. Dan noemt de schrijver dat de bus plotseling een bocht maakt.

Slide 22 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Les 19
  • waarderende en feitelijke uitspraken
  • Argumenteren
  • Standpunt
  • Argumenten
  • Argumentatie/ betoog/ redenering

 Les 20
  • Enkelvoudig
  • Onderschikkend
  • Nevenschikkend afhankelijk
  • Nevenschikkend onafhankelijk
  • Verzwegen argument
Les 21: Argumentatiestructuur
  • 1. Kenmerken
  • 2. Vergelijking
  • 3. Causaliteit

Les 22: drogredenen
  • Drogredenen
  • 1. autoriteitsargument
  • 2. Vals dilemma
  • 3. Overhaaste generalisatie
  • 4. Verkeerde vergelijking
  • 5. De persoonlijke aanval
  • 6. Het ontduiken van bewijslast
  • 7. Cirkelredenering
  • 8. Het vertekenen van een standpunt
  • 9. Het bespelen van publiek 

Slide 23 - Tekstslide