Beeldspraak: taalgebruik waardoor een beeld zichtbaar wordt.
Voorbeelden van beeldspraak:
Metafoor: het beeld wordt genoemd, de werkelijkheid niet. > Zij heeft een hart van goud (b). Geen w
Vergelijkingen met verbindingswoord: De auteur geeft een beeld (b) om iets uit de werkelijkheid (w) te omschrijven. > Je ziet (w) eruit alsof je nog slaapt (b).
Slide 4 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Huiswerk bespreken (pg 148, opdracht 4)
a Bijvoorbeeld: Het woord ‘stitti’ (regel 3) zal waarschijnlijk teruggaan op ‘city’, ‘sjoef habibi’ (regel 5) is Marokkaans voor ‘Kijk dan, schatje!’ (Shouf Shouf Habibi! was de titel van een Nederlandse film uit 2004) en ‘takki, takki, poep’ lijkt te verwijzen naar een soort zelfgemaakt Afrikaans.
b ‘Glas’ verwijst naar het raam. Het raam is een metafoor voor het leven binnenshuis van de oude man.
c ‘Bokito’ is een gorilla die in Diergaarde Blijdorp verblijft. Hij kwam in 2007 in het nieuws toen hij ontsnapte uit zijn verblijf en een vrouw, die hem bijna dagelijks bezocht, zwaar verwondde. De metafoor verwijst naar jonge mannen die machogedrag vertonen.
Slide 5 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
d De droom van het lyrisch ik is dat Rotterdam weer wordt zoals de stad vroeger was. Met de titel van het gedicht verwijst de dichter overigens naar de gevleugelde woorden ‘I have a dream’ in de beroemde rede van Martin Luther King op 28 augustus 1963, waarin hij opkwam voor de rechten van de gekleurde bevolking van Amerika.
Slide 6 - Tekstslide
Startopdracht 2
Schrijf deze tabel over in je schrift.
Straks zie je 5 gedichten in de openbare ruimte. Per gedicht geef je aan wat er gebeurt met de witruimte, grootte van de letters en of de tekst gelijk verdeeld is over de pagina.
1
2
3
4
5
Witruimte
Grootte letters
Tekst verdeeld over pagina
Slide 7 - Tekstslide
1
Slide 8 - Tekstslide
2
Slide 9 - Tekstslide
3
Slide 10 - Tekstslide
4
Slide 11 - Tekstslide
5
Slide 12 - Tekstslide
Startopdracht 2
Wat is het resultaat?
1
2
3
4
5
Witruimte
Grootte letters
Tekst verdeeld over pagina?
Slide 13 - Tekstslide
Proza
Lopende tekst
De tekst wordt niet onderbroken door witregels
Poëzie
De regels mogen worden afgebroken als de schrijver dat wil
De schrijver bepaalt wanneer een zin afgebroken wordt
Vaak wordt er gebruik gemaakt van veel wit
Slide 14 - Tekstslide
Poëzie
Proza
Slide 15 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Stijlfiguren die we al gezien hebben:
vergelijkingen met verbindingswoord
metafoor
En ook nog twee andere stijlfiguren:
personificatie
synesthesie
Nieuw begrip belangrijk bij poëzie:
Lyrisch ik
Slide 16 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Personificatie
Letterlijk: 'een persoon van iets maken'
Er worden menselijke eigenschappen toegeschreven aan 'dingen'.
Bijvoorbeeld:
Het schilderij wil ons laten zien hoe mensen vroeger leefden.
Vraag jezelf af:
Wil het schilderij ons iets laten zien? Kan een schilderij dat?
Slide 17 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Synesthesie:
twee soorten zintuigelijke waarnemingen worden vergeleken
Zintuigen: voelen, proeven, ruiken, horen, zien
Bijvoorbeeld:
Haar zinnen bestaan uit zijden woorden.
zijden = stof > voelen + woorden > horen
Slide 18 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Lyrisch ik
Met 'ik', 'mij' is een ik-persoon aan het woord.
Deze 'ik' kan de schrijver zelf zijn.
Slide 19 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Lyrisch ik
Met 'ik', 'mij' is een ik-persoon aan het woord.
Deze 'ik' kan de schrijver zelf zijn.
Voor de liefste onbekende
Paul Éluard
Wat ben ik blij dat ik je nog niet ken.
Ik dank de sterren en de maan
dat iedereen die komt en gaat
de diepste sporen achterlaat, behalve jij,
dat jij mijn deur, dicht of open,
steeds voorbijgelopen bent
Slide 20 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Zelf aan de slag
Maak opdracht 5 op pg 148 van je oefenboek.
Slide 21 - Tekstslide
Begrippen uit deze les
personificatie
synesthesie
Lyrisch ik
Slide 22 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Besproken begrippen over stijlfiguren en beeldspraak uit de literatuur: