Injecteren

Praktijkscholing Injecteren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidskundePraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Praktijkscholing Injecteren

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud:

  • INR
  • HB
  • Bloedglucose & Insuline
  • Intramusculair injecteren
  • Subcutaan injecteren
  • Subcutane vleugelnaald

Slide 2 - Tekstslide

Wat bepalen we met een INR?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een normale INR waarde?
A
1,0
B
Tussen de 2,5 en 3,5
C
Boven de 4,0
D
Dit ligt eraan of de persoon man of vrouw is

Slide 4 - Quizvraag

Bij het prikken van de INR-waarde vegen we de eerste druppel weg
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Beinvloedbare factoren
Medicatie, andere geneesmiddelen, wisselende inname, voedingsmiddelen, leefomstandigheden, ziekte, gewicht, voedingssuplementen (vitamine K)
Vitamine K
Vitamine K is een bouwstof voor stollingsfactoren, veel vitamine K laat een INR dalen. 
Medicatie
Vitamine K antagonisten:
Voorbeeld: Marcoumar, Sintrom: zorgen ervoor dat het bloed dun blijft en geen stolsels ontstaan.

Heparines: tijdelijk, zorgt ervoor dat embolie zich niet uitbreidt en er geen nieuwe stolsels ontstaan. 
Voorbeeld: Fraxiparine, Fragmin, Clexane
Werking: Remt de al aanwezige stollingsfactoren in het bloed daardoor snel effect.

NOAC'S ( nieuwe orale anti coagulantia): dit is de moderene variant van bijvoorbeeld sintrom.
Is niet voor iedereen geschikt en is niet meetbaar.
Voorbeeld: Xarelto, Pradaxa, Lixiana

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de functie van Hemoglobine?

Slide 7 - Open vraag

Wat kunnen signalen zijn bij een klant van een te laag HB?

Slide 8 - Open vraag

Hemoglobine
Normaal waarde
Man: 8,5-11,0 mmol/liter bloed
Vrouw: 7,5-10,0 mmol/liter bloed

Anemie
Verschillende soorten: 
-Erfelijke ziekte (sikkelcelanemie)
-Nierproblemen, afbraak van rode bloedcellen
- Tekort vitamine b12, foliumzuur, alcohol misbruik, medicatie
- Bloedverlies

Slide 9 - Tekstslide

Type 1
Type 2

Slide 10 - Tekstslide

Signalen van een hyperglyceamie

Slide 11 - Open vraag

Signalen van een hypoglyceamie

Slide 12 - Open vraag

Complicaties bij Diabetes
Oogproblemen, Diabetisch voet, Neuropathie, Hart en vaatziekten, Maag en darmproblemen, Nierproblemen, Hersenproblematiek, Vermoeidheid, Seksuele problemen, Gewrichtsklachten, Depressies, Huidproblemen, Hoorproblemen, Infecties en wondcomplicaties
Overige vormen Diabetes
Diabetes type 3, Zwangerschapsdiabetes, Diabetes insipidus

Slide 13 - Tekstslide

Werkingsduur
Ultrasnelwerkend, snelwerkend, middellangwerkend, langwerkend en Mixvormen van insuline
Insuline
Aandachtspunten
-Let op spuitplekken!
- Let op de bewaarcondities van de insuline
- Gebruik de mix insuline niet bij minder dan 12IE in de pen

Slide 14 - Tekstslide

In welke huidlaag injecteer je als je subcutaan injecteert?
A
Spierweefsel
B
Subcutis
C
Epidermis
D
Dermis

Slide 15 - Quizvraag

Waar injecteer je subcutaan?

Slide 16 - Woordweb

Waar niet injecteren?

Slide 17 - Woordweb

Andere aandachtspunten
-Gebruik de juiste lengte naald! (let op het G-getal op de naalden en niet op de kleur)
- Indien een klant erg mager is of juist erg corpulent kan dit ervoor zorgen dat je de naald lengte moet aanpassen
-Desinfectie is niet nodig tenzij iemand een verminderde weerstand heeft
- Draag bij het optrekken van medicatie altijd handschoenen!

Slide 18 - Tekstslide

Waar
Voor of zijkant bovenbeen, buik, voor of zijkant bovenarm, tussen sleutelbeen en borst, onder de borst of tussen de schouderbladen.
Hypodermoclyse
Toedienen van vloeistof via de huid

Niet: ernstig vochttekort, nier-of hartfalen, acute shock.

Maximaal 1,5 tot 2 liter per 24u.

Vervang canule 1x per 7 dagen mits er redenen voor zijn om dit eerder te doen
Maximaal 1 liter per injectieplek



Aandachtspunten
Alleen de Saf-t-intima met bijspuitpunt (Y-vorm) kan worden ontlucht

Desinfecteren!

Bij terminale klanten is een vleugelnaald in de borstregio de voorkeursplek, deze plek blijft het langste doorbloedt.

Subcutane vleugelnaald

Slide 19 - Tekstslide

Waar
Boven-buitenkant bovenbeen ( minder dan 5ml) , de rug en buik kant van de bilspier (maximaal 4ml) , bovenste deel van de bovenarm (maximaal 1-2 ml)


Aandachtspunten
Loodrecht techniek niet gebruiken bij magere klanten

Rangeertechniek heeft de voorkeur omdat er geen vloeistof naar buiten kan lopen

Aspireren!

Goede plaatsbepaling is belangrijk! Ga voor de techniek die je het beste beheerst!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide