Herhalingsles HF 1

Herhalingsles HF 1
Datum: 7 mei
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles HF 1
Datum: 7 mei

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij deze les doen?
-Hf 1 herhalen
-Weet je nog?  Hoofdstuk 2

Slide 2 - Tekstslide

Welk goed is economisch gezien niet schaars?
A
Zon
B
Brood
C
Kraanwater
D
Ze zijn allemaal schaars

Slide 3 - Quizvraag

Netto-inkomen na belastingen en sociale uitkeringen.
Inkomen vóór belastingen en sociale uitkeringen.
Kosten die niet rechtstreeks worden betaald door de partij die een bepaalde activiteit uitvoert, maar die door de samenleving als geheel worden gedragen. 
Secundair inkomen
Primaire inkomen
Maatschappelijke kosten
Duurzame kosten

Slide 4 - Sleepvraag

Hoe noemen wij het inkomen dat alle mensen bij elkaar verdienen?
A
Mondiaal inkomen
B
Maximale inkomen
C
Nationaal inkomen
D
Hoogste inkomen

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent schaarste in de economie?

Slide 6 - Open vraag

Wat gebeurd er met je koopkracht als de inflatie 2,5% is en je loon stijgt met 3%?
A
Daalt
B
Stijgt
C
Blijft gelijk
D
Geen 1 antwoord is juist

Slide 7 - Quizvraag

Procentuele verandering
Bereken de procentuele stijging van 2015 ten opzichte van 2014?

Slide 8 - Tekstslide

Bereken de procentuele verandering?

Slide 9 - Open vraag

Uitwerking:

2015 ten opzichte van 2014--> Oud 2014 en nieuw 2015

Formule invullen-->                   
1.400.000(1.540.0001.400.000)x100=10

Slide 10 - Tekstslide

Bereken de overige indexcijfers aan de hand van het basisjaar 

Slide 11 - Tekstslide

Bereken de indexcijfers aan de hand van het basisjaar

Slide 12 - Open vraag

Bij inflatie kan ik met hetzelfde hoeveelheid geld..... kopen.
A
Meer
B
Minder
C
Evenveel
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Stijgt je nominaal inkomen procentueel meer dan de
inflatie dan daalt/stijgt je koopkracht? Leg ook uit waarom...

Slide 14 - Open vraag

Noteer in eigen woorden wat de definitie van CPI is.

Slide 15 - Open vraag

Stappenplan CPI berekenen
Stap 1 --> Vermenigvuldig van elk productgroep de prijsindexcijfer met de wegingsfactor.
Stap 2--> Tel alle uitkomsten daarvan bij elkaar op.
Stap 3--> Deel dit totaal door het totaal van alle wegingsfactoren.
Stap 4--> Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer. 

Slide 16 - Tekstslide

Nominaal en reëel inkomen
Nominaal inkomen--> Het inkomen dat je verdient in euro's.
Reëel inkomen--> Reëel inkomen is de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is deflatie?

Slide 18 - Woordweb

Wat is een primair goed?
A
Iphone
B
Auto
C
Brood
D
Vakantie

Slide 19 - Quizvraag

Hoe vonden jullie deze les? (feedback/feedforward)

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide