Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1.1 les 3
Les 3
1. Waardoor nam de productie toe?
2. Hoe verliep de industrialisatie in Nederland?
3. Hoe veranderde de verhouding tussen werkgever en werknemer.
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les 3
1. Waardoor nam de productie toe?
2. Hoe verliep de industrialisatie in Nederland?
3. Hoe veranderde de verhouding tussen werkgever en werknemer.
Slide 1 - Tekstslide
Tijd van burgers en stoommachines
Slide 2 - Tekstslide
Deze les
Opening
les 3 1.1
Herhaling 1.1
bespreken opdrachten
Check leerdoelen en kennis (laptop)
Afronding
Slide 3 - Tekstslide
Kijk opdracht
Welke twee uitvindingen maakte de afstanden kleiner?
Maar de wereld groter?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Lezen
Samen lezen blz. 13 & 14
Slide 6 - Tekstslide
Op de werkvloer
Machines doen het meeste werk
Mensen werken in fabrieken met machines.
Slechte en onveilige arbeidsomstandigheden, kinderarbeid.
Ondernemers
werden
werkgevers
werkgevers
betaalden het liefst lage lonen aan de
werknemers
timer
4:00
Slide 7 - Tekstslide
Aan de slag
Maken opdracht 7 t/m 11
klaar maak de herhaling opdracht 1, 2 en 3
Leer de begrippen 1.1 en 1.2 door ze over te schrijven.
timer
10:00
Slide 8 - Tekstslide
Opdrachten maken
Herhaling/verdieping Blz. 16/17
Stil en alleen.
Vragen over Hw loop even langs mijn tafel.
timer
8:00
Slide 9 - Tekstslide
Pak je laptop erbij.
Ga naar lessonup.com en voer de klascode in.
Schrijf je in met je eigen naam.
Ga bewust om en doe actief mee met de laptop!
Slide 10 - Tekstslide
Wanneer was de Tijd van Burgers en Stoommachines?
A
1600-1700
B
1700-1800
C
1800-1900
D
1900-2000
Slide 11 - Quizvraag
Wat is huisnijverheid?
A
Mensen maken producten in hun eigen huis om te verkopen
B
Mensen maken producten vanuit grondstoffen in de fabrieken
C
Uitvinders bedenken nieuwe uitvindingen in hun eigen huis
D
Fabrieksbazen kopen machines om zo minder personeel te betalen
Slide 12 - Quizvraag
Huisnijverheid
Industrie
fabrieken
spinnenwiel
waterrad
boeren verdienen bij in de winter
stoommachine
rond 1700
vanaf 1750
massaproductie
Slide 13 - Sleepvraag
Wat past bij industrialisatie?
Sleep dit in het vak..
arbeiders
fabrieken
Engeland
huisnijverheid
Slide 14 - Sleepvraag
Wat was het voordeel van stoommachines?
A
Er kon meer en sneller worden geproduceerd.
B
Het was milieuvriendelijk.
C
Mensen die in de fabrieken werkten konden zo veel geld verdienen.
D
Er kwamen grote fabrieken.
Slide 15 - Quizvraag
Welke dingen heb je nodig om een stoommachine te laten bewegen?
A
Steenkool
B
water
C
Zon
D
Wind
Slide 16 - Quizvraag
De stoomtrein werd in het begin vooral gebruikt voor..
A
Het vervoeren van personen naar de fabrieken
B
Het vervoeren van grondstoffen naar de fabrieken
Slide 17 - Quizvraag
Wat heb je nodig voor een stoommachine?
A
ijzer, staal en een rivier
B
water, steenkool en hout
C
een rivier, steenkool en hout
D
ijzer, staal, water en steenkool
Slide 18 - Quizvraag
Hoe hard reed de stoomtrein?
A
100 km per uur
B
50 km per uur
C
40 km per uur
D
30 km per uur
Slide 19 - Quizvraag
Welke twee grondstoffen zijn belangrijk voor de industrie?
A
Olie en Graan
B
Kolen en Staal
C
Staal en graan
D
Hout en Olie
Slide 20 - Quizvraag
Iemand die de baas is van een bedrijf en mensen loon betaalt noem je een..
A
werkgever
B
werknemer
Slide 21 - Quizvraag
Waarom betaalde de werkgevers weinig geld aan de werknemers?
Slide 22 - Open vraag
1. Waardoor nam de productie toe in de 19e eeuw?
Slide 23 - Open vraag
2. Hoe verliep de industrialisatie in Nederland? snel of langzaam?
Slide 24 - Open vraag
3. Hoe veranderde de verhouding tussen werkgever en werknemer.
Slide 25 - Open vraag
Begrippen met Quizlet
Ga naar de volgende link.
https://quizlet.com/nl/827367461/plein-m-kgt-2-flash-cards/?i=4kvmyg&x=1qqt
Slide 26 - Tekstslide
Les 4 KBL
1. Waardoor nam de productie toe?
2. Hoe verliep de industrialisatie in Nederland?
3. Hoe veranderde de verhouding tussen werkgever en werknemer.
Slide 27 - Tekstslide
Lezen
Samen lezen blz. 14
Slide 28 - Tekstslide
Op de werkvloer
Machines doen het meeste werk
Mensen werken in fabrieken met machines.
Slechte en onveilige arbeidsomstandigheden, kinderarbeid.
Ondernemers
werden
werkgevers
werkgevers
betaalden het liefst lage lonen aan de
werknemers
timer
4:00
Slide 29 - Tekstslide
Aan de slag
Rond 1.1 opdracht 1 t/m 11 af.
Maak herhaling 1 t/m 3
klaar? Maak een eigen tekening over de industriële revolutie. verwerk 3 begrippen in je tekening.
timer
15:00
Slide 30 - Tekstslide
Pak je laptop erbij.
Ga naar lessonup.com en voer de klascode in.
Schrijf je in met je eigen naam.
Ga bewust om en doe actief mee met de laptop!
Slide 31 - Tekstslide
Wanneer was de Tijd van Burgers en Stoommachines?
A
1600-1700
B
1700-1800
C
1800-1900
D
1900-2000
Slide 32 - Quizvraag
Wat is huisnijverheid?
A
Mensen maken producten in hun eigen huis om te verkopen
B
Mensen maken producten vanuit grondstoffen in de fabrieken
C
Uitvinders bedenken nieuwe uitvindingen in hun eigen huis
D
Fabrieksbazen kopen machines om zo minder personeel te betalen
Slide 33 - Quizvraag
Huisnijverheid
Industrie
fabrieken
spinnenwiel
waterrad
boeren verdienen bij in de winter
stoommachine
rond 1700
vanaf 1750
massaproductie
Slide 34 - Sleepvraag
Wat past bij industrialisatie?
Sleep dit in het vak..
arbeiders
fabrieken
Engeland
huisnijverheid
Slide 35 - Sleepvraag
Wat was het voordeel van stoommachines?
A
Er kon meer en sneller worden geproduceerd.
B
Het was milieuvriendelijk.
C
Mensen die in de fabrieken werkten konden zo veel geld verdienen.
D
Er kwamen grote fabrieken.
Slide 36 - Quizvraag
Welke dingen heb je nodig om een stoommachine te laten bewegen?
A
Steenkool
B
water
C
Zon
D
Wind
Slide 37 - Quizvraag
De stoomtrein werd in het begin vooral gebruikt voor..
A
Het vervoeren van personen naar de fabrieken
B
Het vervoeren van grondstoffen naar de fabrieken
Slide 38 - Quizvraag
Wat heb je nodig voor een stoommachine?
A
ijzer, staal en een rivier
B
water, steenkool en hout
C
een rivier, steenkool en hout
D
ijzer, staal, water en steenkool
Slide 39 - Quizvraag
Hoe hard reed de stoomtrein?
A
100 km per uur
B
50 km per uur
C
40 km per uur
D
30 km per uur
Slide 40 - Quizvraag
Welke twee grondstoffen zijn belangrijk voor de industrie?
A
Olie en Graan
B
Kolen en Staal
C
Staal en graan
D
Hout en Olie
Slide 41 - Quizvraag
Iemand die de baas is van een bedrijf en mensen loon betaalt noem je een..
A
werkgever
B
werknemer
Slide 42 - Quizvraag
Waarom betaalde de werkgevers weinig geld aan de werknemers?
Slide 43 - Open vraag
1. Waardoor nam de productie toe in de 19e eeuw?
Slide 44 - Open vraag
2. Hoe verliep de industrialisatie in Nederland? snel of langzaam?
Slide 45 - Open vraag
3. Hoe veranderde de verhouding tussen werkgever en werknemer.
Slide 46 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Week 2
September 2022
- Les met
19 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
1.1 Hoe ontstond de industrie?
September 2023
- Les met
15 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
1.1 Hoe ontstond de industrie?
September 2023
- Les met
20 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
1.1 Hoe ontstond de industrie?
September 2024
- Les met
18 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
1.1 Hoe ontstond de industrie? (1)
Oktober 2023
- Les met
39 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
1.1 Hoe ontstond de industrie
September 2024
- Les met
29 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
1.1 Hoe ontstond de industrie?
Augustus 2022
- Les met
20 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
1.1 Hoe ontstond de industrie
September 2024
- Les met
24 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2