naam die tot soortnaam is verworden: een fles bordeaux
Slide 15 - Tekstslide
Geen hoofdletter?
windrichtingen, maanden, seizoenen
Slide 16 - Tekstslide
Welke is correct?
A
pasen
B
Moslim
C
Protestantse Kerk
D
Renaissance
Slide 17 - Quizvraag
Welke is correct?
A
de grijze jager
B
Ik denk: laat maar.
C
Donderdag
D
Mei
Slide 18 - Quizvraag
Interpunctie
Leestekens aan het eind van een zin
Leestekens binnen een zin
Leestekens rondom een woord of zinsdeel
Leestekens binnen een woord
Slide 19 - Tekstslide
Wanneer gebruik je een komma?
Slide 20 - Woordweb
Heb jij je huiswerk al af - Eline? Welk leesteken hoort op de plaats van het streepje?
A
komma
B
puntkomma
C
dubbele punt
D
koppelteken
Slide 21 - Quizvraag
Stop eens - ik heb een lekke band! Welk leesteken hoort op de plek van het streepje?
A
komma
B
puntkomma
C
dubbele punt
D
uitroepteken
Slide 22 - Quizvraag
We eten elke dag twee stuks fruit - dat is gezond. Welk leesteken hoort bij het streepje?
A
komma
B
puntkomma
C
dubbele punt
D
punt
Slide 23 - Quizvraag
Dubbele punt:
Bij een opsomming, toelichting en bij een citaat.
Ik spreek vier talen: Spaans, Duits Nederlands en Grieks.
Ik heb liever niet dat je te laat komt: dat houdt de les op.
Vader zei: "Ruim de borden vast even af".
Deze dubbele punt kun je vervangen door "want"
Slide 24 - Tekstslide
Puntkomma
Een puntkomma staat tussen zinnen die sterk met elkaar verbonden zijn, maar die ook op zichzelf kunnen staan. In plaats van een ; had er ook "en" kunnen staan of een .
Slide 25 - Tekstslide
Maak opdracht 2 t/m 6 op p. 122
Slide 26 - Tekstslide
Aan het eind van de les... 1. Kun je hoofdletters op een correcte manier plaatsen in een zin en weet je de regels omtrent hoofdletters. 2. Weet je de regels omtrent interpunctie en kun je deze regels consequent toepassen in teksten.