Om kansen te berekenen heb je twee getallen nodig: allereerst het AANTAL juiste mogelijkheden en ook het TOTAAL AANTAL mogelijkheden.
Om die getallen te vinden zijn er een aantal hulpmiddelen:
Boomdiagram
Wegendiagram
Tabel of Schema
Slide 14 - Tekstslide
Gebruik boomdiagram
In het voorbeeld van de tol in de vorige paragraaf mag duidelijk zijn dat boomdiagrammen niet handig zijn met grote aantallen (alle 125 mogelijkheden uitschrijven vergt tijd en veel papier). Boomdiagrammen zijn handig als het aantal mogelijkheden waaruit steeds gekozen kan worden beperkt is of als niet alle wegen even lang zijn (denk aan een damestenniswedstrijd die afgelopen kan zijn na twee maar ook pas na drie sets).
Slide 15 - Tekstslide
Gebruik wegendiagram
Om te bepalen hoeveel mogelijkheden er zijn wanneer je 3x met deze tol draait kun je een (deel van een) boomdiagram tekenen. De eerste keer draaien levert één van de vijf getallen (5 mogelijkheden). Ook de tweede en derde keer draaien heb je steeds 5 mogelijkheden. Het wegendiagram zoals hieronder is getekend geeft per keer de aantallen mogelijkheden.
In totaal heb je dus 5 x 5 x 5 = 125 mogelijkheden
Slide 16 - Tekstslide
Wegennet
Hiernaast is een schematische weergave van een wegennet.
Bij punt A starten 1600 fietsers.
Bij elke splitsing gaan evenveel fietsers naar links als naar rechts.
Hoeveel fietsers komen er uiteindelijk bij G terecht?
Slide 17 - Tekstslide
Voor het berekenen van het totale aantal mogelijkheden is het soms handig om
een boomstructuur of
boomdiagram te tekenen.
Vaak kun je ook een
wegendiagram gebruiken.
Slide 18 - Tekstslide
Leg uit dat er bij het gooien met een rode, een witte en een zwarte dobbelsteen 216 verschillende worpen mogelijk zijn.
Slide 19 - Open vraag
Bereken de kans dat je 3 vieren gooit bij het dobbelen met een rode, een witte en een zwarte dobbelsteen.
Slide 20 - Open vraag
Hiernaast is een schematische weergave van een wegennet.
Bij punt A starten 1600 fietsers.
Bij elke splitsing gaan evenveel fietsers naar links als naar rechts.
Hoeveel fietsers komen er uiteindelijk bij G terecht?
Slide 21 - Open vraag
Wat betekent "een regenkans van 20%"
A
Het regent 20% van de tijd
B
Het regent 20% van de normale hoeveelheid
C
Een kans van 20% dat het zal gaan regenen
D
Een kans dat het in 20% van de plaatsen regent
Slide 22 - Quizvraag
kans
Kansen zijn soms lastig te omschrijven; kijk maar naar de regenkans uit de vorige vraag.
Andere kansen zijn juist weer heel duidelijk; bijvoorbeeld bij het dobbelen is de kans op een 4 1/6
Slide 23 - Tekstslide
Kans
Het is nodig om de kans zo duidelijk mogelijk te omschrijven.
Betekent een kans van 75% dat tennisspeler A van tennisspeler B wint dat de game, de set of de wedstrijd wordt gewonnen? Wanneer het gaat om setwinst dan is de kans op partijwinst namelijk groter dan 80%!!
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
Slide 28 - Video
Wat is de kans om drie te gooien met twee dobbelstenen?
Slide 29 - Open vraag
Welke kans is groter?
A
meer dan 3
B
minder dan 3
Slide 30 - Quizvraag
Je gooit met één dobbelsteen. Wat is de kans op >2