6.1 Kansen - 4vwis A

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
§6.1A en §6.1B

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 6.1
Ik kan de kans definitie van Laplace toepassen
Opdracht 3, 4, 5

Ik kan rekenen met een samengesteld kansexperiment
Opdracht 9, 10, 11, 12


Slide 4 - Tekstslide

de kansdefinitie van Laplace - aantekeningen
Bij een kasexperiment met uitkomsten die alle even waarschijnlijk zijn, is de kans op een gebeurtenis G gelijk aan 


P(G)=aantalmogelijkeuitkomsten..aantalgunstigeuitkomsten

Slide 5 - Tekstslide

VB. De kansdefinitie van Laplace in de praktijk
De schijf hiernaast heeft 6 even 
grote sectoren. De kans op elk vak
is dus even waarschijnlijk. 
6 mogelijke uitkomsten
Er zijn 3 vakken met bananen. 
3 gunstige uitkomsten


P(banaan)=63=21

Slide 6 - Tekstslide

De schijf hiernaast bestaat uit 6 even
grote vlakken. Bereken de kans op
een appel. Rond af om 3 decimalen.

Slide 7 - Open vraag

VB. Gooien met een dobbelsteen



Hoe groot is de kans dat je 4 gooit met een dobbelsteen?

Slide 8 - Tekstslide

Rekenen
Bereken de kans dat alle ogen opgeteld 3 zijn.

p=aantalmogelijkeuitkomstenaantalgunstigeuitkomsten

Slide 9 - Tekstslide

Rekenen
Bereken de kans dat alle ogen opgeteld 3 zijn.
  • Aantal gunstige uitkomsten = 2
  • Aantal mogelijke uitkomsten =36




p=aantalmogelijkeuitkomstenaantalgunstigeuitkomsten

Slide 10 - Tekstslide

Rekenen
Bereken de kans dat alle ogen opgeteld 3 zijn.
  • Aantal gunstige uitkomsten = 2
  • Aantal mogelijke uitkomsten =36




p=aantalmogelijkeuitkomstenaantalgunstigeuitkomsten
p=362=181

Slide 11 - Tekstslide

Check - Quiz

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de kans om 11 te gooien met twee dobbelstenen?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de kans om minder dan 5 te gooien met twee dobbelstenen?

Slide 14 - Open vraag

Leg uit dat er bij het gooien met een rode, een witte en een zwarte dobbelsteen 216 verschillende worpen mogelijk zijn.

Slide 15 - Open vraag

Bereken de kans dat je 3 vieren gooit bij het dobbelen met een rode, een witte en een zwarte dobbelsteen.

Slide 16 - Open vraag


Hiernaast is een schematische weergave van een wegennet.
Bij punt A starten 1600 fietsers.
Bij elke splitsing gaan evenveel fietsers naar links als naar rechts.
Hoeveel fietsers komen er uiteindelijk bij G terecht?

Slide 17 - Open vraag


Hiernaast is een schematische weergave van een wegennet.
Bij punt A starten 1600 fietsers.
Bij elke splitsing gaan evenveel fietsers naar links als naar rechts.
Wat is de kans dat een fietser bij G komt?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Samengestelde kansexperimenten
Stel we draaien de schijf hiernaast 3 keer.
De kans op een banaan, appel en een kers is:


P(bak)=6362613nCr12nCr1=21636=61

Slide 21 - Tekstslide

Samengestelde kansexperimenten
Stel we draaien de schijf hiernaast 3 keer.
De kans op een 2 appels is:


P(aa)=6262643nCr2=92

Slide 22 - Tekstslide

Je draait drie keer met de schijf.
Bereken de kans op 2 keer kers

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Hoe groot is de kans dat de schrijven stoppen bij dezelfde kleur?

Slide 25 - Open vraag

VB. Kop en munt
Stel je gooit 5 keer met een muntje. 
 De kans op drie keer kop bereken je:

2*2*2*2*2= 32 mogelijkheden
5nCr3=10 gunstige uitkomsten




P(3k)=3210=165

Slide 26 - Tekstslide

Je gooit 3 keer met een muntje. Bereken de kans op 2 keer munt.

Slide 27 - Open vraag

Je gooit 8 keer met een muntje. Bereken de kans op 3 keer kop.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide