7.2

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Geschiedenis
Voor 1910: Korea is een zelfstandig koninkrijk
1910-1945: kolonie van Japan
1945-1950: verdeling na verkiezingen in:
  • De Democratische Volksrepubliek Korea (Noord)
  • De Republiek Korea (Zuid).
->  38e breedtegraad is de grens



Slide 2 - Tekstslide

Soorten koloniën
1. Exploitatiekoloniën:  Exploiteren = uitbuiten. Aanleg grote mijnen en plantages -> leveren grondstoffen.
Nederlands-Indië voor Nederland & Korea voor Japan

2. Vestigingskoloniën: overzeese gebiedsdelen waar mensen zich blijvend gingen vestigen. BV Europeanen in VS

Slide 3 - Tekstslide

Geschiedenis
1950-1953 Koreaanse Oorlog:
  •  Aanval was van Noord-Korea (2 miljoen doden)
  • Geen getekend vredesverdrag

Sindsdien: 
  •  Noord-Korea: gesteund door Rusland en China
  •  Zuid-Korea:  gesteund door de VS 
->  zwaarbewaakte 4km brede zone bij de grens

Slide 4 - Tekstslide


             Noord-Korea

  1. Dictatuur
  2. Grote macht staat
  3. Kim Jong-un = de ‘Geweldige Leider’
  4. Communistisch

                 Zuid-Korea

  1. Gekozen staatshoofd 
    ( republiek )
  2. Veel (politieke) macht bij chaebols = Groot Koreaans familiebedrijf.
  3. Kapitalistisch
Politieke verschillen
Het idee dat er gelijkheid in rijkdom en macht moet zijn -> land waar één partij de macht heeft en waar de productie centraal wordt geleid door de staat.
Staatsvorm waarin één persoon de absolute macht heeft.
Een gebied met duidelijke grenzen en een bestuur dat eigen baas is (soeverein).

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video



             Noord-Korea = arm

  1. Communistisch land (staat)
  2. Planeconomie:
    - bedrijven in eigendom van de staat
    - de staat bepaalt alles
    - in plannen staat wat je moet produceren - - geen concurrentie, zorgt voor slechte kwaliteit producten -> geen reclame in straatbeeld
    - Er is minimumloon want staat bemoeit zich met naleven afspraken


                            Zuid-Korea = rijk

  1. Kapitalistisch land (privé)
  2. Vrijemarkteconomie:
    - bedrijven in privé eigendom 
    - directie van bedrijven bepaalt alles zelf
    - concurrentie zorgt voor goede en goedkope producten -> reclame in straatbeeld
    - Weinig afspraken arbeidsomstandigheden en lonen, want: zoveel mogelijk winst
Economische verschillen

Slide 7 - Tekstslide

Noord-Korea
Zuid-Korea
Dictatuur
Vrijemarkteconomie
Planeconomie
Kapitalistisch land
Communistisch land
Chaebol
Laag HDI
Hoog HDI
Hoog BNP
Laag BNP

Slide 8 - Sleepvraag

Bij welk land hoort de stelling?
Als ik het niet eens ben met de beslissingen van de overheid, dan kan ik gaan demonstreren.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 9 - Quizvraag

Bij welk land hoort de stelling?
Op school leer ik dat onze manier van leven de beste manier van leven is.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 10 - Quizvraag

Bij welk land hoort de stelling?
Ik durf mijn mening over de overheid niet te uiten, dan word ik misschien opgepakt.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 11 - Quizvraag

Bij welk land hoort de stelling?
Ik maak vaak dagen van 12 uur, maar mijn baas zegt dat hier geen wet tegen is.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 12 - Quizvraag

Bij welk land hoort de stelling?
Ik had altijd een eigen fabriek, maar die is overgenomen door de overheid, net als alle andere bedrijven.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 13 - Quizvraag

Bij welk land hoort de stelling?
Mijn buren hebben allemaal de nieuwste stofzuiger, dus ik wil ook graag de nieuwste stofzuiger
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 14 - Quizvraag

Bij welk land hoort de stelling?
Mijn vader moest nog elke dag werken in de fabriek, maar ik heb nu mijn eigen bedrijf met werknemers in dienst.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 15 - Quizvraag

Maken van paragraaf 7.2
2H: Opdracht 1, 2,3 ( alleen tabel B invullen ) en 5 op blz. 126 en 127
2AG: Opdracht 1,2, 3 ( alleen tabel B invullen ) en 5 op blz. 144 en 145

Slide 16 - Tekstslide

      Propaganda
Het dorp Kijong-dong ligt in de DMZ: 2,5 km brede Gedemilitariseerde Zone tussen Noord-Korea en Zuid-Korea

• Maar: is het een echt dorp?
• Onderdeel van propagandastrijd: grens overlopen

Massaberichten om de mening van mensen te beïnvloeden

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Mondiale spanningen
De spanningen tussen Noord-Korea en Zuid-Korea spelen, want: Noord-Korea heeft kernwapens - bedreigen hele wereld

Voorlopige oplossing is economische strafmaatregelen van de Verenigde Naties.
 VB: minder export van aardolieproducten naar Noord-Korea, minder vrijheid arbeidsmigranten.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Ooit één Korea?
Kans op één Korea als oplossing is klein:
  1. Economische bedreiging China en Japan.
  2. Hulp bij ontwikkeling Noord-Korea is duur.
  3. Geen hechte band familieleden.

Slide 21 - Tekstslide

B243 Sterke en zwakke staten
 Sterke staten:
  1. Bestuurlijk goed georganiseerd
  2. Grote rol politiek, economie en cultuur in de wereld 
  3. BV: VS, EU-landen, Rusland, China
Zwakke staten: 
  1. Slechte sociale structuur: grote groep armen, kleine groep rijken (elite) met alle politieke en economische macht.
  2. Grootgrondbezit
  3. Corruptie

Slide 22 - Tekstslide

Maken van paragraaf 7.2
2H: Opdracht 6,7,8 ( c en d niet ), 10 en 11 op blz. 127 en 128
2A: Opdracht 6,7, 8, 9 ( c niet ),10, 11 en 12 op blz. 145 en 146 

Slide 23 - Tekstslide