In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Planning:
Introductie
Uitleg: paragraaf 2 H7
maken opdracht 1 t/m 3 + 5
nabespreken paragraaf 2
afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
Waarom er twee Korea’s zijn
Wat de politieke verschillen zijn tussen Noord- en Zuid-Korea
De economische verschillen zijn tussen Noord- en Zuid-Korea
Waarom Noord-Korea door veel landen als een dreiging wordt ervaren
Slide 1 - Tekstslide
www.dailymotion.com
Slide 2 - Link
uitleg/aantekeningen
Slide 3 - Tekstslide
Geschiedenis
Voor 1910: Korea is een zelfstandig koninkrijk 1910-1945: kolonie van Japan 1945-1950: verdeling na verkiezingen in:
De Democratische Volksrepubliek Korea (Noord)
De Republiek Korea (Zuid).
-> 38e breedtegraad is de grens
Slide 4 - Tekstslide
Soorten koloniën
1. Exploitatiekoloniën: Exploiteren = uitbuiten. Aanleg grote mijnen en plantages -> leveren grondstoffen. Nederlands-Indië voor Nederland & Korea voor Japan
2. Vestigingskoloniën: overzeese gebiedsdelen waar mensen zich blijvend gingen vestigen. BV Europeanen in VS
Slide 5 - Tekstslide
Geschiedenis
1950-1953 Koreaanse Oorlog:
Aanval was van Noord-Korea (2 miljoen doden)
Geen getekend vredesverdrag
Sindsdien:
Noord-Korea: gesteund door Rusland en China
Zuid-Korea: gesteund door de VS
-> zwaarbewaakte 4km brede zone bij de grens
Slide 6 - Tekstslide
Noord-Korea
Dictatuur
Grote macht staat
Kim Jong-un = de ‘Geweldige Leider’
Communistisch
Zuid-Korea
Gekozen staatshoofd
Veel (politieke) macht bij chaebols = Groot Koreaans familiebedrijf.
Politieke verschillen
Het idee dat er gelijkheid in rijkdom en macht moet zijn -> land waar één partij de macht heeft en waar de productie centraal wordt geleid door de staat.
Staatsvorm waarin één persoon de absolute macht heeft.
Een gebied met duidelijke grenzen en een bestuur dat eigen baas is (soeverein).
Slide 7 - Tekstslide
www.dailymotion.com
Slide 8 - Link
Noord-Korea = arm
Communistisch land (staat)
Planeconomie: - bedrijven in eigendom van de staat - de staat bepaalt alles - in plannen staat wat je moet produceren - - geen concurrentie, zorgt voor slechte kwaliteit producten -> geen reclame in straatbeeld - Er is minimumloon want staat bemoeit zich met naleven afspraken
Zuid-Korea = rijk
Kapitalistischland (privé)
Vrijemarkteconomie: - bedrijven in privé eigendom - directie van bedrijven bepaalt alles zelf - concurrentie zorgt voor goede en goedkope producten -> reclame in straatbeeld - Weinig afspraken arbeidsomstandigheden en lonen, want: zoveel mogelijk winst
Economische verschillen
Slide 9 - Tekstslide
Propaganda
Het dorp Kijong-dong ligt in de DMZ: 2,5 km brede Gedemilitariseerde Zone tussen Noord-Korea en Zuid-Korea
• Maar: is het een echt dorp?
• Onderdeel van propagandastrijd: grens overlopen
Massaberichten om de mening van mensen te beïnvloeden
Slide 10 - Tekstslide
Mondiale spanningen
De spanningen tussen Noord-Korea en Zuid-Korea spelen, want: Noord-Korea heeft kernwapens - bedreigen hele wereld
Voorlopige oplossing is economische strafmaatregelen van de Verenigde Naties. VB: minder export van aardolieproducten naar Noord-Korea, minder vrijheid arbeidsmigranten.
Slide 11 - Tekstslide
Ooit één Korea?
Kans op één Korea als oplossing is klein:
Economische bedreiging China en Japan.
Hulp bij ontwikkeling Noord-Korea is duur.
Geen hechte band familieleden.
Slide 12 - Tekstslide
B243 Sterke en zwakke staten
Sterke staten:
Bestuurlijk goed georganiseerd
Grote rol politiek, economie en cultuur in de wereld
BV: VS, EU-landen, Rusland, China
Zwakke staten:
Slechte sociale structuur: grote groep armen, kleine groep rijken (elite) met alle politieke en economische macht.
Grootgrondbezit
Corruptie
Slide 13 - Tekstslide
zelfstandig werken
lezen paragraaf 2 H7 voorgeschiedenis, politieke verschillen + B249 maken opdracht 1 t/m 4 gebruik hierbij:
tekstboek blz. 106/107
werkboek blz. 130/131
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00
Slide 14 - Tekstslide
herhalen/nabespreken
Slide 15 - Tekstslide
Noord-Korea
Zuid-Korea
Dictatuur
Vrijemarkteconomie
Planeconomie
Kapitalistisch land
Communistisch land
Chaebol
Laag HDI
Hoog HDI
Hoog BNP
Laag BNP
Slide 16 - Sleepvraag
Bij welk land hoort de stelling? Op school leer ik dat onze manier van leven de beste manier van leven is.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 17 - Quizvraag
Bij welk land hoort de stelling? Als ik het niet eens ben met de beslissingen van de overheid, dan kan ik gaan demonstreren.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 18 - Quizvraag
Bij welk land hoort de stelling? Ik durf mijn mening over de overheid niet te uiten, dan word ik misschien opgepakt.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 19 - Quizvraag
Bij welk land hoort de stelling? Ik had altijd een eigen fabriek, maar die is overgenomen door de overheid, net als alle andere bedrijven.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 20 - Quizvraag
Bij welk land hoort de stelling? Mijn buren hebben allemaal de nieuwste stofzuiger, dus ik wil ook graag de nieuwste stofzuiger
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 21 - Quizvraag
Bij welk land hoort de stelling? Mijn vader moest nog elke dag werken in de fabriek, maar ik heb nu mijn eigen bedrijf met werknemers in dienst.