In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Geschiedenis
Voor 1910: Korea is een zelfstandig koninkrijk 1910-1945: kolonie van Japan 1945-1950: verdeling na verkiezingen in:
De Democratische Volksrepubliek Korea (Noord)
De Republiek Korea (Zuid).
-> 38e breedtegraad is de grens
Slide 3 - Tekstslide
Soorten koloniën
1. Exploitatiekoloniën: Exploiteren = uitbuiten. Aanleg grote mijnen en plantages -> leveren grondstoffen. Nederlands-Indië voor Nederland & Korea voor Japan
2. Vestigingskoloniën: overzeese gebiedsdelen waar mensen zich blijvend gingen vestigen. BV Europeanen in VS
Slide 4 - Tekstslide
Geschiedenis
1950-1953 Koreaanse Oorlog:
Aanval was van Noord-Korea (2 miljoen doden)
Geen getekend vredesverdrag
Sindsdien:
Noord-Korea: gesteund door Rusland en China
Zuid-Korea: gesteund door de VS
-> zwaarbewaakte 4km brede zone bij de grens
Slide 5 - Tekstslide
Noord-Korea
Dictatuur
Grote macht staat
Kim Jong-un = de ‘Geweldige Leider’
Communistisch
Zuid-Korea
Gekozen staatshoofd
Veel (politieke) macht bij chaebols = Groot Koreaans familiebedrijf.
Politieke verschillen
Het idee dat er gelijkheid in rijkdom en macht moet zijn -> land waar één partij de macht heeft en waar de productie centraal wordt geleid door de staat.
Staatsvorm waarin één persoon de absolute macht heeft.
Een gebied met duidelijke grenzen en een bestuur dat eigen baas is (soeverein).
Slide 6 - Tekstslide
Noord-Korea = arm
Communistisch land (staat)
Planeconomie: - bedrijven in eigendom van de staat - de staat bepaalt alles - in plannen staat wat je moet produceren - - geen concurrentie, zorgt voor slechte kwaliteit producten -> geen reclame in straatbeeld - Er is minimumloon want staat bemoeit zich met naleven afspraken
Zuid-Korea = rijk
Kapitalistisch land (privé)
Vrijemarkteconomie: - bedrijven in privé eigendom - directie van bedrijven bepaalt alles zelf - concurrentie zorgt voor goede en goedkope producten -> reclame in straatbeeld - Weinig afspraken arbeidsomstandigheden en lonen, want: zoveel mogelijk winst
Economische verschillen
Slide 7 - Tekstslide
Werkvorm
Er staat veel lastige begrippen in deze paragraaf. Daar gaan we mee oefenen.
In twee- of drietallen:
Kaartjes met begrippen en betekenis van begrippen: maak de juiste combinaties zonder boek!
Klaar? Maak herhaling 3A,3B en 3C van 7.2
Slide 8 - Tekstslide
Werkvorm deel 2
We weten nu wat de begrippen betekenen, maar bij welk land horen ze?
Verdeel de begrippen over de twee landen: Noord-Korea of Zuid-Korea
Sommige begrippen kunnen bij beide of bij geen horen!
Slide 9 - Tekstslide
Huiswerk
Maak van de herhaling: opdracht 3A,3B en 3C
Volgende les oortjes mee
Slide 10 - Tekstslide
Noord-Korea
Zuid-Korea
Dictatuur
Vrijemarkteconomie
Planeconomie
Kapitalistisch land
Communistisch land
Chaebol
Laag HDI
Hoog HDI
Hoog BNP
Laag BNP
Slide 11 - Sleepvraag
Bij welk land hoort de stelling? Als ik het niet eens ben met de beslissingen van de overheid, dan kan ik gaan demonstreren.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 12 - Quizvraag
Bij welk land hoort de stelling? Op school leer ik dat onze manier van leven de beste manier van leven is.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 13 - Quizvraag
Bij welk land hoort de stelling? Ik durf mijn mening over de overheid niet te uiten, dan word ik misschien opgepakt.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 14 - Quizvraag
Bij welk land hoort de stelling? Ik maak vaak dagen van 12 uur, maar mijn baas zegt dat hier geen wet tegen is.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 15 - Quizvraag
Bij welk land hoort de stelling? Ik had altijd een eigen fabriek, maar die is overgenomen door de overheid, net als alle andere bedrijven.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 16 - Quizvraag
Bij welk land hoort de stelling? Mijn buren hebben allemaal de nieuwste stofzuiger, dus ik wil ook graag de nieuwste stofzuiger
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 17 - Quizvraag
Bij welk land hoort de stelling? Mijn vader moest nog elke dag werken in de fabriek, maar ik heb nu mijn eigen bedrijf met werknemers in dienst.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
Slide 18 - Quizvraag
Propaganda
Het dorp Kijong-dong ligt in de DMZ: 2,5 km brede Gedemilitariseerde Zone tussen Noord-Korea en Zuid-Korea
• Maar: is het een echt dorp?
• Onderdeel van propagandastrijd: grens overlopen
Massaberichten om de mening van mensen te beïnvloeden
Slide 19 - Tekstslide
Mondiale spanningen
De spanningen tussen Noord-Korea en Zuid-Korea spelen, want: Noord-Korea heeft kernwapens - bedreigen hele wereld
Voorlopige oplossing is economische strafmaatregelen van de Verenigde Naties. VB: minder export van aardolieproducten naar Noord-Korea, minder vrijheid arbeidsmigranten.
Slide 20 - Tekstslide
Ooit één Korea?
Kans op één Korea als oplossing is klein:
Economische bedreiging China en Japan.
Hulp bij ontwikkeling Noord-Korea is duur.
Geen hechte band familieleden.
Slide 21 - Tekstslide
B243 Sterke en zwakke staten
Sterke staten:
Bestuurlijk goed georganiseerd
Grote rol politiek, economie en cultuur in de wereld
BV: VS, EU-landen, Rusland, China
Zwakke staten:
Slechte sociale structuur: grote groep armen, kleine groep rijken (elite) met alle politieke en economische macht.
Grootgrondbezit
Corruptie
Slide 22 - Tekstslide
Vandaag:
Maken opdrachten 1A, 2, 3, 4, 5A&B en 6 (Video's hoef je niet te kijken)