2KB Taalverzorging perron 2: Grammatica

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling Persoonsvorm
  • Herhaling gezegde
  • Herhaling onderwerp
  • Herhaling Lijdend voorwerp
  • Herhaling Naamwoordelijk gezegde
  • Nieuw: Naamwoordelijk deel/ werkwoordelijk deel
  • Nieuw: Meewerkend voorwerp
  • Nieuw: Bijwoordelijke bepaling 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de PV in deze zin:
Natacha zoekt naar haar sleutels.
A
Natacha
B
zoekt
C
naar
D
haar sleutels

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het gezegde in deze zin:
Bas heeft dat altijd al willen doen.
A
Heeft
B
heeft altijd willen
C
heeft willen doen
D
altijd willen doen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het onderwerp in deze zin:
Soms weten Cathelijne en River niet wat ze met de mentor aanmoeten.
A
weten
B
Cathelijne
C
River
D
Cathelijne en River

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp:
Tatum heeft zich absent gemeld.
A
Tatum
B
heeft gemeld
C
zich
D
absent

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het LV in deze zin:
Wist je dat Lola heel goed kan tekenen?
A
Heel goed kan tekenen
B
dat Lola heel goed kan tekenen
C
je
D
wist

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Naamwoordelijk- & werkwoordelijk deel.
Voorbeeld:
Zij is docent.
In deze zin is [is docent] het naamwoordelijk gezegde (NWG).
Dit NWG bestaat uit 2 delen. Het werkwoord(en) noemen we het werkwoordelijk deel en 'dat wat de persoon is' noemen we het naamwoordelijk deel.  

Slide 15 - Tekstslide

Bevat deze zin een WG of NWG?
Hij weet dat altijd zo goed te zeggen.
A
Werkwoordelijk gezegde (WG)
B
Naamwoordelijk gezegde (NWG)

Slide 16 - Quizvraag

Bevat deze zin een WG of NWG?
Overdag is hij een normale man, maar 's nachts...
A
Werkwoordelijk gezegde (WG)
B
Naamwoordelijk gezegde (NWG)

Slide 17 - Quizvraag

Sleep de onderdelen die bij elkaar horen naar elkaar toe.
werkwoord(en)
Dat wat die persoon is of wordt.
Naam- woordelijk deel
Werk- woordelijk deel

Slide 18 - Sleepvraag

Alex
wordt
de winnaar
werkwoordelijk deel van het NWG
Naamwoordelijk deel van het NWG

Slide 19 - Sleepvraag

Schaatser
wordt
je
niet makkelijk.
werkwoordelijk deel van het NWG
Naamwoordelijk deel van het NWG

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin:
Saar schrijft een brief aan Mila.
A
Saar
B
schrijft
C
een brief
D
aan Mila

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het MV in deze zin:
Nikki vertelt jou een verhaal.
A
Nikki
B
vertelt
C
jou
D
een verhaal

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het MV in deze zin?
Evi geeft Reachel haar boek.
A
Evi
B
geeft
C
Reachel
D
haar boek.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Wat is in deze zin de bijwoordelijke bepaling:
De zus van Thijs heeft toneelles in Amsterdam.
A
De zus van Thijs
B
heeft
C
toneelles
D
in Amsterdam.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de BWB in deze zin:
Tara en Daphne hebben zich in de kast verstopt.
A
Tara en Daphne
B
hebben verstopt
C
zich
D
in de kast

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de BWB in deze zin:
Izzie kan alleen op maandag afspreken.
A
Izzie
B
kan
C
alleen op maandag
D
afspreken

Slide 29 - Quizvraag

Welke grammatica onderdelen hebben we net behandeld?

Slide 30 - Woordweb

En nu allemaal tegelijk!
Je hebt net alle onderdelen los geoefend. Nu gaan we alles door elkaar oefenen, lukt het dan net zo goed?

Slide 31 - Tekstslide

Kim
weet
het antwoord.
OW
(Onder-werp)
Pv 
(persoonsvorm) 
LV
(lijdend voowerp) 

Slide 32 - Sleepvraag

Senna
schrijft
een ingezonden brief
aan het ED.
OW
PV
LV
MV
BWB

Slide 33 - Sleepvraag

Om middernacht
worden
Nederlands docenten
weerwolven.
BWB
WWG
WW deel
(NGW)
NW deel
(NWG)
PV
OW

Slide 34 - Sleepvraag

Lorenz
geeft
op woensdagmiddag
bijles.
BWB
MV
OW
LV
PV
(gezegde)

Slide 35 - Sleepvraag

Om 08:20
had
Jedidja
een coachgesprek.
BWB
MV
OW
LV
PV
(gezegde)

Slide 36 - Sleepvraag

Ieder jaar
wordt
2B
kampioen
op de sportdag.
BWB
WWG
WW deel
(NGW)
NW deel
(NWG)
PV
OW

Slide 37 - Sleepvraag

Ieder jaar
geeft
Mila
een bos bloemen
aan haar moeder
BWB
MV
OW
LV
PV
(gezegde)

Slide 38 - Sleepvraag

Ik
heb
vanochtend
een beschuitje
gegeten
BWB
WWG
WW deel
(NGW)
NW deel
(NWG)
PV
OW
LV
MV
NWG

Slide 39 - Sleepvraag

Ik
ben
gister
influencer
geworden
BWB
WWG
WW deel
(NGW)
NW deel
(NWG)
PV
OW
LV
MV
NWG

Slide 40 - Sleepvraag

Welk onderdeel staat vooraan in deze zin:
Toen mevr. Sterenberg nog klein was wilde ze juf worden.
A
onderwerp
B
bijwoordelijke bepaling
C
persoonsvorm
D
lijdend voorwerp

Slide 41 - Quizvraag

Waar zou jij nog meer uitleg over willen?
Onderwerp
PV /gezegde)
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
Naam-woordelijk gezegde
Werk-woordelijk gezegde
Niets, ik snap alles wel.
HELP!! MET ALLES!

Slide 42 - Poll

Vind je LessonUp een fijne manier om te oefenen met grammatica?
Ja, kei fijn! Beter dan zo'n PowerPoint.
Nee, doe mij maar een "standaard uitleg".
Maakt mij niet uit, ik vind het allebei even fijn.

Slide 43 - Poll

Heb je nog vragen/ opmerkingen/ reacties? Vul ze dan hier in!

Slide 44 - Open vraag

Dankjewel voor je aandacht!

Slide 45 - Tekstslide