Je geeft hiermee aan van wie iets is.
Je schrijft de s aan het woord vast na een medeklinker en wanneer het geen uitspraakprobleem oplevert:
- Martijns fiets, Elines verjaardag
Je schrijft de 's wanneer je een lange klank aan het einde van het woord hebt (behalve de e klank) en je wel uitspraakproblemen krijgt:
- Marcella's auto, Nicky's voetbal
Je schrijft geen s wanneer je al een s-klank hoort. Om dan wel aan te geven dat het om een bezit gaat schrijf je wel de apostrof:
- Alex' plan, Loes' bijbaan