taal thema 8, les 7 onderwerp en persoonsvorm

taal thema 8, les 7 onderwerp en persoonsvorm
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

taal thema 8, les 7 onderwerp en persoonsvorm

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp?

1. Je moet de hele dag opletten.
2. De hele dag moet je opletten.
3. Moet je de hele dag opletten?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Pablo/rent/naar de wc
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3

Slide 4 - Quizvraag

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Waarom/gaat/hij/daar zo snel naartoe?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
3 en 4
D
1 en 4

Slide 5 - Quizvraag

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Misschien/laat/zijn scheetkussen/een windje
A
1 en 2
B
2 en 3
C
3 en 4
D
1 en 4

Slide 6 - Quizvraag

Maak van de vertelzin een vraagzin.
Akim zoekt een cadeau voor zijn broer.

Slide 7 - Open vraag

Maak van de vertelzin een vraagzin.
Zijn broer heeft een pot gel gevraagd.

Slide 8 - Open vraag

Maak van de vertelzin een vraagzin.
Maar Akim wil iets lekkers geven.

Slide 9 - Open vraag

Maak van de vertelzin een vraagzin.
Op een briefje leest hij: roeibank aangeboden.

Slide 10 - Open vraag

Maak van de vertelzin een vraagzin.
De roeibank kost nu maar 10 euro.

Slide 11 - Open vraag

Maak van de vertelzin een vraagzin.
Zoveel geld heeft Akim wel gespaard.

Slide 12 - Open vraag

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Watertandend/pakt/Misja/zijn cadeau.
A
1 en 2
B
2 en 3
C
3 en 4
D
1 en 4

Slide 13 - Quizvraag

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Een heuse roeibank/krijgt/hij/van zijn broertje.
A
1 en 2
B
2 en 3
C
3 en 4
D
1 en 4

Slide 14 - Quizvraag

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Heeft/Hakim/geen kat in de zak/gekocht?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
3 en 4
D
1 en 4

Slide 15 - Quizvraag

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Is/het ding/intact?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3

Slide 16 - Quizvraag

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Akim/demonstreert/de roeibank.
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3

Slide 17 - Quizvraag

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Misja/vindt/de roeibank/niet veel soeps.
A
1 en 2
B
2 en 3
C
3 en 4
D
1 en 4

Slide 18 - Quizvraag

Wat klopt voor jou?
A
Ik wist als dat het onderwerp en de persoonsvorm een vaste plaats hebben.
B
Ik had hier nog nooit over nagedacht

Slide 19 - Quizvraag