Wanneer gebruik je een trema?
• In woorden als ruïne, vacuüm en havoër, omdat je die anders verkeerd zou uitspreken.
• In het meervoud van zelfstandige naamwoorden op -ee.
idee – ideeën, ree – reeën
• In het meervoud van woorden op -ie.
kopie – kopieën, categorie – categorieën, bacterie – bacteriën
• In een voltooid deelwoord waar na ge- een -e, -i of -u volgt.
emigreren – geëmigreerd, interesseren – geïnteresseerd