4hh 10/12: verwijzen

Welkom!
Pak alvast: laptop
Laptops blijven dicht
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak alvast: laptop
Laptops blijven dicht

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Formuleren:
Verwijzen
Toets inzien

Slide 2 - Tekstslide

Toetsstof
H5 Formuleren: 5.1 herhalen 'zinnen begrenzen' en 'verwijzen'
H7 Spelling: 7.1 t/m 7.9 & 7.12

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les...
... weet je hoe je verwijswoorden correct gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

Verwijzen
Dik Trom was op één april aan Dik Troms laatste schooljaar begonnen en Jan Vos en Piet van Dril waren nog altijd Dik Troms beste vrienden. Eigenlijk waren, op een paar uitzonderingen na, alle mensen in het dorp Dik Troms vrienden, zowel grote als kleine, want iedereen mocht Dik Trom en Dik Trom mocht iedereen.
  • Antecedent = waarnaar verwezen kan worden

Slide 5 - Tekstslide

Die/ deze/ dit/ dat
  • Het boek die ik jou geleend heb, wil ik graag weer terug.
  • De-woorden: verwijzen met die en deze
  • Het-woorden: verwijzen met dit en dat 

Slide 6 - Tekstslide

Hen/ hun
  • Hen gebruik je als lijdend voorwerp en na een voorzetsel
  • Hun gebruik je als meewerkend voorwerp:
  • Merels broers wonen in Groningen. Een enkele keer bezoekt zij hen en brengt ze hun de groeten van thuis. Bovendien neemt ze dan echte Maastrichtse vlaai voor hen mee.

Slide 7 - Tekstslide

Waarover/ over wie
  • Naar dieren en dingen verwijs je met daar / er / waar + voorzetsel (daarvan, waarover, erdoor); 
  • Naar personen verwijs je met voorzetsel + wie (door wie, van wie, over wie):
  • Het nieuwe boek van Hanna Bervoets waarover jij zo enthousiast was, is mij ook goed bevallen.
  • Rik, over wie ik laatst vertelde, heeft een kaartje gestuurd.

Slide 8 - Tekstslide

Woordgeslacht bepaalt
  • De bibliotheek heeft vorige week al haar boeken opnieuw gekaft.
  • We hebben tijdelijk een stagiair voor kunst; die / hij legt veel beter uit dan onze docent.
  • Dit oude pand is door de tand des tijds aangevreten. Het heeft daardoor veel van zijn waarde verloren. 
  • De-woorden: mannelijk of vrouwelijk
  • Het-woorden: onzijdig
  • Maar! Soms lastig of onduidelijk

Slide 9 - Tekstslide

Vrouwelijke woorden
  • Vrouwelijke personen en dieren: de secretaresse, de berin
  • De-woorden op de volgende uitgangen:
    -heid (waarheid)                                                -nis (droefenis)
    -ing (viering)                                                        -schap (vriendschap)
    -st (vondst – ww-vorm + st)                         -te (verte)
    -de (methode)                                                    -ie (televisie)
    -ij (partij)                                                                -iek (fabriek)
    -theek (mediatheek)                                         -teit (kwaliteit)
    -tuur (cultuur)
  • Niet vast te stellen? Dan uitgaan van mannelijk

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
  • Oefenen met de opdrachten in de online methode
  • 5.1: zinnen begrenzen en verwijzen

Slide 11 - Tekstslide

Vooruitblik
Kijk welke theorie mist op het spiekbriefje en zorg dat je dit leert

Woensdag 8 januari boek 2 uit én boekgesprekken in de les

Slide 12 - Tekstslide

Toets inzien
  • Per tweetal een correctiemodel
  • Bekijk jouw toets en de antwoorden
  • Vragen? Kom langs bij mijn bureau
  • Toets mee naar huis, correctiemodel blijft hier 

Slide 13 - Tekstslide