Spelling en woordsoorten

Schrijf een vervolg op het begin van het verhaal

De corrector - Mano Bouzamour

Goede meervouden

Foute meervouden

zeeën

ponys

babies

bacteriën

boefen

baby'tje

Bijvoeglijk naamwoord

Opdracht individueel (5 min)

Noteer de lange vorm van het bijvoeglijke naamwoord in een woordcombinatie. Zie het voorbeeld:

Engels - de Engelse thee

gortdroog - ...........

grijs - ...........

industrieel - ...........

suf -..............

overvol - ...........

poeslief - ...........

religieus - ...........

ritueel - ...........

schatrijk - ...........

stokdoof - ...........

officieel - ...........

Bijvoorbeeld:

Engels - de Engelse thee

gortdroog - de gortdroge humor

grijs - de grijze lucht

industrieel - de industriële vormgeving

suf - de suffe sport

overvol - het overvolle programma

poeslief - het poeslieve kind

religieus - het religieuze lied

ritueel - de rituele verbranding

schatrijk - de schatrijke ondernemer

stokdoof - een stokdove buurman

officieel - de officiële opening

Bekijk de spelling van de bijvoeglijke naamwoorden. 

Sommige van de bijvoeglijke naamwoorden spel je volgens eenzelfde regel. Bijvoorbeeld 'Engelse' en 'schatrijke'

Welke twee woorden horen bij elkaar en wat is de spellingsregel? 

Voorbeeld: De regel voor 'Engelse' en 'schatrijke' luidt: zet een -e achter het woord.

Engels - de Engelse thee

gortdroog - de gortdroge humor

grijs - de grijze lucht

industrieel - de industriële vormgeving

suf - een suffe opmerking

overvol - het overvolle programma

poeslief - het poeslieve kind

religieus - het religieuze lied

ritueel - de rituele verbranding

schatrijk - de schatrijke ondernemer

stokdoof - een stokdove buurman

officieel - de officiële opening

Zelfstandig werken (10 min)

maken: opdracht 2 en 3 (blz. 155)

Je mag kiezen:

- In je schrift vanuit het boek

- In de digitale omgeving

Dicteezinnen maken

1. Verkleinwoord| pv tt| meervoudsvorm | bijvoeglijk naamwoord bij meervoudsvorm

2. Onbepaald lidwoord | Bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord  | pv vt | meervoudsvorm van zelfstandig naamwoord dat eindigt op -ie

3. Maand/seizoen/dag | pv tt | Meervoudsvorm van zelfstandig naamwoord dat eindigt op 's | overtreffende trap | Meervoudsvorm van zelfstandig naamwoord met twee of drie samenklinkende klinkers (zoals cadeaus)

4. Geografische naam | pv vt | bepaald lidwoord| bijvoeglijk naamwoord van woord dat eindigt op - eel (zoals financieel) | Meervoudsvorm van zelfstandig naamwoord dat een lastig meervoud heeft 

1. Laatst scheelde het niet veel of ik was met een gespierde, getatoeëerde gozer op de vuist gegaan.

1. Laatst scheelde het niet veel of ik was met een gespierde, getatoeëerde gozer op de vuist gegaan.

2. Ik was met mijn jeugdvriend Lennaert naar het strand van Blijburg gegaan.

1. Laatst scheelde het niet veel of ik was met een gespierde, getatoeëerde gozer op de vuist gegaan.

2. Ik was met mijn jeugdvriend Lennaert naar het strand van Blijburg gegaan. -

3. een plekje ergens aan het einde van de wereld waar iedereen blij schijnt te zijn.

1. Laatst scheelde het niet veel of ik was met een gespierde, getatoeëerde gozer op de vuist gegaan.

2. Ik was met mijn jeugdvriend Lennaert naar het strand van Blijburg gegaan. -

3. een plekje ergens aan het einde van de wereld waar iedereen blij schijnt te zijn.

4. Het was een zonnige zondag tijdens de SUP-ontgroening.

1. Laatst scheelde het niet veel of ik was met een gespierde, getatoeëerde gozer op de vuist gegaan.

2. Ik was met mijn jeugdvriend Lennaert naar het strand van Blijburg gegaan. -

3. een plekje ergens aan het einde van de wereld waar iedereen blij schijnt te zijn.

4. Het was een zonnige zondag tijdens de SUP-ontgroening.

5. De eerste hindernis was dat we die plastic planken moesten opblazen.

6. Vlak voor de vuilnisbak viel een flesje bier op de betonnen plaat kapot.