In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Programma
Leerdoelen
Aan de slag
Afsluiten
Programma 22 maart
Start
Lesdoelen
Terugblik 7.5
Aan de slag EO
Afsluiting
Extra oefening
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les ..
.. weet je wat de standaardvorm of wetenschappelijke notatie is.
.. kun je met de wetenschappelijke notatie werken.
.. weet je welke onderdelen je nog lastig vindt uit dit hoofdstuk.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Terugblik (afsluitende opgave)
Thomas heeft 600 euro op zijn spaarrekening staan tegen een vaste rente per jaar van 1,2%. Maak de formule waarmee je het bedrag B in euro's kunt berekenen dat hij na t jaar op zijn spaarrekening heeft staan.
Slide 4 - Tekstslide
Terugblik op het huiswerk 7.5
Slide 5 - Tekstslide
Aan de slag
MaakExtra oefening
B 1 -5, (rekenen met procenten)
B 6-9, (exponentiële formules)
B 10,11 (wetenschappelijke notatie)
Thuis nog oefenen met ..
7.6, oefentoets en test jezelf.
Morgen vragenles!
timer
15:00
Slide 6 - Tekstslide
Afsluiting
Beantwoord de volgende drie vragen!
Slide 7 - Tekstslide
3 dingen die je tijdens de les geleerd hebt
Slide 8 - Open vraag
2 vragen die je nog wilt stellen
Slide 9 - Open vraag
1 ding die je mij als docent wil meegeven
Slide 10 - Open vraag
Uitleg van afgelopen lessen!
Slide 11 - Tekstslide
Percentage bekend (deel berekenen)
Een percentage kun je ook schrijven als een decimaal getal (factor).
Bijvoorbeeld: 80% = 0,8 2% = 0,02 12,5% = 0,125
factor = percentage : 100
NIEUW = factor x OUD
OUD = NIEUW : factor
factor = NIEUW : OUD
Slide 12 - Tekstslide
Percentage bekend (toename/afname)
Toename van 2%
100% + 2% = 102%
factor = 1,02
DUS bij een toename is de factor altijd groter dan 1!
Afname van 2%
100% - 2% = 98%
factor = 0,92
DUS bij een afname is de factor altijd kleiner dan 1!
Slide 13 - Tekstslide
Vermenigvuldigingspunt
4 x 6 = 24
Het keerteken vervangen we bij formules met letters door een punt.
4⋅6=24
Slide 14 - Tekstslide
Exponetiële formule
Na 3 jaar zou je ook kunnen berekenen op de volgende manier:
16000 x 0,75 x 0,75 x 0,75 = 6750
16000 x 0,75³ = 6750
Beginhoeveelheid = groeifactor
Algemene vorm:
tijd
h=b⋅gt
Slide 15 - Tekstslide
Groeifactor
De groeifactor zegt iets over het verloop van de grafiek bij een exponentiel verband.