6.2 Breuken optellen en aftrekken
1 / 15
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Bereken
3/4 deel van 150
Bereken
3/4 deel van 150
A
112,5
B
37,5
C
113
D
120
Slide 5 - Quizvraag
Wat weet je nog?
Bereken
7/8 deel van 150
Bereken
7/8 deel van 150
A
131
B
131,25
C
120
D
171,4
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
breuken vereenvoudigen
18/36
18/36
A
18/36
B
9/18
C
3/6
D
1/2
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
De breuk vereenvoudigen.
Wat moet je dan doen?
Wat moet je dan doen?
A
De noemers van de breuk moeten gelijk gemaakt worden.
B
De breuk moet zo klein mogelijk gemaakt worden.
C
De breuk moet van elkaar afgetrokken worden.
D
De breuk moet bij elkaar opgeteld worden.
Slide 11 - Quizvraag
Breuken vereenvoudigen
6/8 = ...
6/8 = ...
A
1/4
B
3/4
C
1/2
D
2/2
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de eerste stap bij helen en breuken bij elkaar optellen?
A
Eerst de breuken optellen
B
Eerst de helen optellen
C
Eerst van één hele een breuk maken
Slide 14 - Quizvraag
Om breuken te kunnen optellen of aftrekken moeten de breuken....
A
dezelfde teller hebben
B
dezelfde noemer hebben
