1T Cursus taal §8

Cursus 4: TAAL
 §8 Dyslexie

Ga zitten volgens de plattegrond. 
Open je boek op blz. 104
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Cursus 4: TAAL
 §8 Dyslexie

Ga zitten volgens de plattegrond. 
Open je boek op blz. 104

Slide 1 - Tekstslide

  • Je weet wat dyslexie is en kunt dit uitleggen.
  • Je hebt ervaren hoe het is om met dyslexie te lezen.
  • Je hebt Cursus 4: Taal afgerond.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Herhaling paragraaf 1 t/m 4.
  • Instructie paragraaf 5.
  • In gesprek over de begrippen dyslexie, lezen en hersenen.
  • Aan de slag;
  • Afronden!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

  • Letterlijke betekenis: 'beperkt lezen'.
  • Mensen met dyslexie hebben moeite om klanken op de goede volgorde zetten, draaien cijfers om, gaan vaak radend lezen en vinden lezen niet leuk.
  • Dyslexie is erfelijk, gaat nooit echt voorbij en komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
Dyslexie 
de kenmerken

Slide 5 - Tekstslide

De volgende leesproblemen kunnen voorkomen bij dyslexie:
 
1. b | p | d | verwisseling, oftewel het spiegelen van letters die erg op elkaar lijken.

Slide 6 - Tekstslide



2. Letters die tijdens het lezen continu verspringen (‘dansende’ letters).
 
Wie kan onderstaande zin lezen en begrijpen?

Zrdoa vdaer tiuhs kmot, renenn de kdinreen enssautioht nara hm toe. 

Slide 7 - Tekstslide

3. Het verwisselen van de woordvolgorde binnen een zin.

4. Letters die uit elkaar gaan en nieuwe woorden lijken te vormen.

5. Het verwisselen van de lettervolgorde binnen een woord.

6. Spellend (letter voor letter) lezen.


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat?
Cursus 4 Taal, §8 Dyslexie.
Opdracht 1 & 2 (blz. 104)
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen.
Werk de antwoorden uit je in schrift!
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt (4 B's).
Tijd
5 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Lezen in je leesboek!
Uitwerken
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Afronden
Cursus 4: Taal
Je hebt nu geleerd over: 
Moedertaal (blz. 90)
Taal uit de buurt (blz. 92)
Taalverandering (blz. 94)
Bouwstenen (blz. 96)
Formeel en informeel (blz. 98)
Letterlijk en figuurlijk (blz. 100)
Beeldtaal (blz. 102)
Dyslexie (blz. 104)

Volgende week vrijdag 4 oktober maak je hierover een toets. 

Slide 11 - Tekstslide

  • Je weet wat dyslexie is en kunt dit uitleggen.
  • Je hebt ervaren hoe het is om met dyslexie te lezen.
  • Je hebt Cursus 4: Taal afgerond.
Lesdoelen

Slide 12 - Tekstslide

Bij dyslexie heb je moeite met
A
technisch lezen en begrijpend lezen
B
spellen en begrijpend lezen
C
spellen en technisch lezen
D
lezen

Slide 13 - Quizvraag

Dyslexie kan erfelijk zijn.
A
niet waar
B
waar

Slide 14 - Quizvraag

Welke bekende wetenschapper had ook dyslexie?
A
Mark Steinberg
B
Albert Einstein
C
Diederik Gommers
D
Mark Rutte

Slide 15 - Quizvraag

Welk kind heeft waarschijnlijk dyslexie?
A
Mike vindt het moeilijk om zich aan de spellingregels te houden.
B
Jeanne vindt lezen moeilijk. Ze draait vaak letters om en leest langzaam.
C
Samir vindt rekenen stom en moeilijk. Hij praat ook erg veel en snel.

Slide 16 - Quizvraag