grammatica woordsoorten
Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
De woorden je, haar, ons, jullie en hun kunnen zowel persoonlijk als bezittelijk voornaamwoord zijn.
Bijv.
Je geeft je appel aan Peter.
pvn bvn
Dat boek van haar ligt nog bij haar tante.
Als je je, haar, ons, jullie en hun door hij of door hem kunt vervangen dan is het een pvn.
Je komt morgen toch ook?
Hij komt morgen toch ook?
Je is pvn.
Ik geef je morgen het boek terug.
Ik geef hem morgen het boek terug.
je is pvn.
Als je je, haar, ons, jullie en hun door zijn kunt vervangen dan is het een bvn.
Ik geef je morgen je boek terug.
Ik geef je morgen zijn boek terug.
je is bvn.
Hun paard staat bij ons in de wei.
Zijn paard staat bij hem in de wei.
Hun is bvn ons is pvn