Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordenschat H.5 klas 3
H.5 Woordenschat
Aan het einde van deze les kan ik:
Spreekwoorden en uitdrukkingen herkennen en gebruiken.
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H.5 Woordenschat
Aan het einde van deze les kan ik:
Spreekwoorden en uitdrukkingen herkennen en gebruiken.
Slide 1 - Tekstslide
Uitdrukkingen
een woordcombinatie met een vaste betekenis
is van volgorde te veranderen
Spreekwoorden
een wijsheid of opvatting
een hele zin
is niet aan te passen of te veranderen
Slide 2 - Tekstslide
Een uitdrukking of spreekwoord is altijd een vorm van letterlijk taalgebruik.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Een uitdrukking kun je niet aanpassen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Spreekwoord of uitdrukking?
Slide 5 - Tekstslide
Niet geschoten is altijd mis.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide
Slide 6 - Quizvraag
Tijdens het zwemmen deed hij zijn best om zijn hoofd boven water te houden om niet te verdrinken.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide
Slide 7 - Quizvraag
Hij laat de kaas niet van zijn brood eten.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide
Slide 8 - Quizvraag
Ik werd steeds van het kastje naar de muur gestuurd.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide
Slide 9 - Quizvraag
Van uitstel komt afstel.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide
Slide 10 - Quizvraag
Ik vind dat je nu van een mug een olifant maakt.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide
Slide 11 - Quizvraag
Men moet het ijzer smeden als het heet is.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Geen van beide
Slide 12 - Quizvraag
Vul in:
Als de ... van huis is, dansen de muizen op tafel.
Slide 13 - Open vraag
Wat betekent:
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel?
Slide 14 - Open vraag
Vul in:
Je zult de hand in eigen ...... moeten steken.
Slide 15 - Open vraag
Wat betekent:
Je zult de hand in eigen boezem moeten steken?
Slide 16 - Open vraag
Vul in:
Een ... in het nauw maakt rare sprongen.
Slide 17 - Open vraag
Wat betekent:
Een kat in het nauw maakt rare sprongen?
Slide 18 - Open vraag
Vul in:
Dat is .... na de maaltijd.
Slide 19 - Open vraag
Wat bekent:
Dat is mosterd na de maaltijd.
Slide 20 - Open vraag
Vul in:
Hij groeit op voor ... en rad.
Slide 21 - Open vraag
Wat betekent:
Hij groeit op voor galg en rad.
Slide 22 - Open vraag
Vul in:
De beste ... staan aan wal.
Slide 23 - Open vraag
Wat betekent:
De beste stuurlui staan aan wal.
Slide 24 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Nederlands Oefening spreekwoorden & uitdrukkingen Klas 3
September 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2tl hfd 2 Woordenschat Figuurlijk taalgebruik (2) Zelfstandig
Oktober 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
M2 Woordenschat H2 - Figuurlijk taalgebruik
September 2023
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H2 NN 2-KGT Woordenschat Figuurlijk taalgebruik
December 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
spreekwoorden en gezegden
November 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
spreekwoorden
Juni 2024
- Les met
15 slides
NU Ned 1F 2F Deel A Woordenschat H1 1.3 Figuurlijk taalgebruik
Juli 2022
- Les met
41 slides
NN7 - Taal §2 - Spreekwoorden en uitdrukkingen - 1V
Oktober 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1