Jaar 1 Periode 1 Fictie 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Nederlands 1H

Periode 1

Fictie & Poëzie

Deel 2

Mijn mening over
dit fragment

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Is dit realistisch of niet-realistisch?

1. realistisch
2. niet-realistisch

Lesdoelen

Ik kan met anderen praten over wat ik gelezen, gezien en gehoord heb. 

Ik kan het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie

Ik kan het verschil uitleggen tussen realistisch en non-realistisch.

Ik kan voorbeelden noemen van fictie, non-fictie, realistische teksten en non-realistische teksten.

Ik kan bepalen of een personage of gebeurtenis realistisch is. (H)

Huiswerk

Hoe ging het maken van je huiswerk?

Vragen? Twijfels?

Bespreken vraag 4 en 7

We lezen samen tekst 3

Hierna maak je opdracht 8 t/m 11

Klaar? Lees de leestips (blz. 15)

Wat vind je van Syntopia?

Wat is het verschil tussen Like me en Syntopia?

Wat vind jij het leukst om te lezen?

1. Realistische fictie
2. Niet realistische fictie
3. Non fictie

Aan het werk

Maak opdracht 8 t/m 11

De eerste 5 minuten werk je in stilte. Daarna mag je fluisterend overleggen of je hand opsteken om een vraag te stellen.

Klaar? Lees de leestips op blz. 15

Opdracht

Schrijf je eigen leesautobiografie.

Je start deze les. Volgende week lever je de leesautobiografie in.

We lezen samen de opdracht.

Je mag de opdracht getypt inleveren.

Je mag er ook een filmpje van maken.

Aan het werk

Start met het schrijven van jouw fictie-autobiografie.

De eerste 5 minuten werk je in stilte. Daarna mag je fluisterend overleggen of je hand opsteken om een vraag te stellen.

Lesdoelen

Ik kan met anderen praten over wat ik gelezen, gezien en gehoord heb. 

Ik kan het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie

Ik kan het verschil uitleggen tussen realistisch en non-realistisch.

Ik kan voorbeelden noemen van fictie, non-fictie, realistische teksten en non-realistische teksten.

Ik kan bepalen of een personage of gebeurtenis realistisch is. (H)

Schrijf kort op wat je geleerd hebt

Wat vond je leuk aan de les?

Waar wil je meer over weten?

Huiswerk

Maak opdracht 6 t/m 10 af.

Schrijf bij elk woord in je PW een zin waarin je het woord gebruikt.

Schrijf verder aan je fictieautobiografie.

Inleveren op ... september