3E - vr. 18/10/2024

3E - le 18 octobre 2024
1.                                       - is iedereen er? 
2.   (H) bron G: Phrases-clés
3.   bron H: de ww op -re
       
in de présent en passé composé
4.   Taakwerk week 41
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3E - le 18 octobre 2024
1.                                       - is iedereen er? 
2.   (H) bron G: Phrases-clés
3.   bron H: de ww op -re
       
in de présent en passé composé
4.   Taakwerk week 41

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

de ww op -re 


 
regelmatige ww op -re
in de passé composé

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

nous attendons
vous attendez
ils attendent
elles attendent
tu attends
j'attends
il attend
elle attend
wij wachten
jullie wachten
u wacht
ze (mnl) wachten
zij (vrl) wachten
jij wacht
zij wacht
hij wacht
ik wacht

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

verkopen = vendre
ik heb verkocht = ...
A
j'ai vendu
B
elle a vendu
C
il a vendu
D
tu as vendu

Slide 9 - Quizvraag

verkopen = vendre
jij hebt verkocht = ...
A
j'ai vendu
B
elle a vendu
C
il a vendu
D
tu as vendu

Slide 10 - Quizvraag

verkopen = vendre
hij heeft verkocht = ...
A
j'ai vendu
B
il a vendu
C
elle a vendu
D
tu as vendu

Slide 11 - Quizvraag

verkopen = vendre
zij heeft verkocht = ...
A
j'ai vendu
B
il a vendu
C
elle a vendu
D
tu as vendu

Slide 12 - Quizvraag

verkopen = vendre
wij hebben verkocht = ...
A
nous avons vendu
B
ils ont vendu
C
elles ont vendu
D
vous avez vendu

Slide 13 - Quizvraag

verkopen = vendre
jullie hebben verkocht = ...
A
nous avons vendu
B
ils ont vendu
C
elles ont vendu
D
vous avez vendu

Slide 14 - Quizvraag

verkopen = vendre
ze (mnl) hebben verkocht = ...
A
nous avons vendu
B
ils ont vendu
C
elles ont vendu
D
vous avez vendu

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Je/j' ........................... (vendre) des glaces.

Slide 16 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Tu ........................ (attendre) ta mère?

Slide 17 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Nous ...................... (rendre) les portables.

Slide 18 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Vous ......................... (vendre) les meubles.

Slide 19 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Marc et Eline ...................... (attendre) le bus.

Slide 20 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:

1. Je/j' te ....................................  (rendre)  ton stylo.
2. Nous ..............................  (entendre)  une  chanson.
3. Tu ............................... (vendre) des pommes de terre?
4. Vous ............................... (attendre) le bus?
5. Marc et Eline ............................ (descendre) la chaise.

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden:
1. Je t' ai rendu (rendre)  ton stylo.
2. Nous  avons entendu  (entendre) une chanson.
3. Tu  as vend (vendre) des pommes de terre?
4. Vous  avez attendu  (attendre) le bus?
5. Marc et Eline ont  descendu  (descendre) la chaise.

Slide 22 - Tekstslide

Taakwerk semaine 42
Maken: 
-  bron : opdr. 1 t/m 32 

Leren:   
- Voca A, B, E, F FN/NF
- bron C, G: Phrases-clés  FN/NF
- bron D, H: Gramma: plaats + vorm het bijv. nw + de ww. op -re 

Slide 23 - Tekstslide