klas 4TL - bij Hfd. 9 - Uitleg de regelmatige ww op -re

de ww op -re 


 
van regelmatige ww op -re
in de présent
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

de ww op -re 


 
van regelmatige ww op -re
in de présent

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

verkopen = vendre
ik verkoop = ...
A
je vends
B
tu vends
C
il vend
D
elle vend

Slide 3 - Quizvraag

verkopen = vendre
jij verkoopt= ...
A
je vends
B
tu vends
C
il vend
D
elle vend

Slide 4 - Quizvraag

verkopen = vendre
hij verkoopt= ...
A
je vends
B
tu vends
C
il vend
D
elle vend

Slide 5 - Quizvraag

verkopen = vendre
zij verkoopt= ...
A
je vends
B
tu vends
C
il vend
D
elle vend

Slide 6 - Quizvraag

verkopen = vendre
wij verkopen = ...
A
nous vendons
B
vous vendez
C
ils vendent
D
elles vendent

Slide 7 - Quizvraag

verkopen = vendre
jullie verkopen / u verkoopt = ...
A
nous vendons
B
vous vendez
C
ils vendent
D
elles vendent

Slide 8 - Quizvraag

verkopen = vendre
ze (mnl mv) verkopen = ...
A
nous vendons
B
vous vendez
C
ils vendent
D
elles vendent

Slide 9 - Quizvraag

verkopen = vendre
ze (vrl mv) verkopen = ...
A
nous vendons
B
vous vendez
C
ils vendent
D
elles vendent

Slide 10 - Quizvraag

j'attends
tu attends
il attend
elle attend
ik wacht
jij wacht
hij wacht
zij wacht

Slide 11 - Sleepvraag

nous attendons
vous attendez
ils attendent
elles attendent
wij wachten
jullie wachten
u wacht
ze (mnl) wachten
zij (vrl) wachten

Slide 12 - Sleepvraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Je ........................... (vendre) des glaces.

Slide 13 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Tu ........................ (attendre) ta mère?

Slide 14 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Nous ...................... (rendre) les portables.

Slide 15 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Vous ......................... (vendre) les meubles.

Slide 16 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Marc et Eline ...................... (attendre) le bus.

Slide 17 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:

1. Je te ....................................  (rendre)  ton stylo.
2. Nous ..............................  (entendre)  une  chanson.
3. Tu ............................... (vendre) des pommes de terre?
4. Vous ............................... (attendre) le bus?
5. Marc et Eline ............................ (descendre) l'escalier.

Slide 18 - Tekstslide

Antwoorden:
1. Je te  rends (rendre)  ton stylo.
2. Nous  entendons  (entendre) une chanson.
3. Tu  vend (vendre) des pommes de terre?
4. Vous  attendez  (attendre) le bus?
5. Marc et Eline  descendent  (descendre) l'escalier.

Slide 19 - Tekstslide