3TLfa - vr. 18/10/2024 - Chapitre 1 # Connecté - les 9

3TL - le 18 octobre 2024
1.                                       - is iedereen er? 
2.   bron G: Phrases-clés
3.   (H) bron H: de ww op -re
4.   Taakwerk week 42
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3TL - le 18 octobre 2024
1.                                       - is iedereen er? 
2.   bron G: Phrases-clés
3.   (H) bron H: de ww op -re
4.   Taakwerk week 42

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

de ww op -re 


 
van regelmatige ww op -re
in de présent

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

verkopen = vendre
ik verkoop = ...
A
je vends
B
tu vends
C
il vend
D
elle vend

Slide 7 - Quizvraag

verkopen = vendre
jij verkoopt= ...
A
je vends
B
tu vends
C
il vend
D
elle vend

Slide 8 - Quizvraag

verkopen = vendre
hij verkoopt= ...
A
je vends
B
tu vends
C
il vend
D
elle vend

Slide 9 - Quizvraag

verkopen = vendre
zij verkoopt= ...
A
je vends
B
tu vends
C
il vend
D
elle vend

Slide 10 - Quizvraag

verkopen = vendre
wij verkopen = ...
A
nous vendons
B
vous vendez
C
ils vendent
D
elles vendent

Slide 11 - Quizvraag

verkopen = vendre
jullie verkopen / u verkoopt = ...
A
nous vendons
B
vous vendez
C
ils vendent
D
elles vendent

Slide 12 - Quizvraag

verkopen = vendre
ze (mnl mv) verkopen = ...
A
nous vendons
B
vous vendez
C
ils vendent
D
elles vendent

Slide 13 - Quizvraag

verkopen = vendre
ze (vrl mv) verkopen = ...
A
nous vendons
B
vous vendez
C
ils vendent
D
elles vendent

Slide 14 - Quizvraag

j'attends
tu attends
il attend
elle attend
ik wacht
jij wacht
hij wacht
zij wacht

Slide 15 - Sleepvraag

nous attendons
vous attendez
ils attendent
elles attendent
wij wachten
jullie wachten
u wacht
ze (mnl) wachten
zij (vrl) wachten

Slide 16 - Sleepvraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Je ........................... (vendre) des glaces.

Slide 17 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Tu ........................ (attendre) ta mère?

Slide 18 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Nous ...................... (rendre) les portables.

Slide 19 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Vous ......................... (vendre) les meubles.

Slide 20 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
Marc et Eline ...................... (attendre) le bus.

Slide 21 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:

1. Je te ....................................  (rendre)  ton stylo.
2. Nous ..............................  (entendre)  une  chanson.
3. Tu ............................... (vendre) des pommes de terre?
4. Vous ............................... (attendre) le bus?
5. Marc et Eline ............................ (descendre) l'escalier.

Slide 22 - Tekstslide

Antwoorden:
1. Je te  rends (rendre)  ton stylo.
2. Nous  entendons  (entendre) une chanson.
3. Tu  vend (vendre) des pommes de terre?
4. Vous  attendez  (attendre) le bus?
5. Marc et Eline  descendent  (descendre) l'escalier.

Slide 23 - Tekstslide

Taakwerk semaine 42
Maken: 
-  bron : opdr. 1 t/m 32 

Leren:   
- Voca A, B, E, F FN/NF
- bron C, G: Phrases-clés  FN/NF
- bron D, H: Gramma: plaats + vorm het bijv. nw + de ww. op -re 

Slide 24 - Tekstslide