les 1 recensie
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een standpunt?
Slide 5 - Woordweb
Argumenten gebruiken om je standpunt aannemelijk te maken;
de gevolgen noemen van een maatregel waar hij vóór of tegen is;
de gevolgen noemen van een maatregel waar hij vóór of tegen is;
de situatie die hij beschrijft vergelijken met een andere situatie;
een tegenargument noemen en ontkrachten.
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een subjectief argument?
A
een argument met een mening
B
een argument met feiten
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een subjectief argument kan overtuigend zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Van een subjectief argument is de inhoud...
A
controleerbaar
B
niet controleerbaar
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een subjectief argument?
A
Ik vind dat school om half 10 moet beginnen
B
Volgens onderzoek is later beginnen beter voor iedereen.
C
Leerlingen hoeven dan niet in de spits te reizen
D
Voor 9 uur gebeuren de meeste ongelukken in het verkeer volgens Veilig Verkeer Nederland
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe noem je een argument dat op feiten in gebaseerd?
A
objectief argument
B
subjectief argument
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De meeste politici zijn niet te vertrouwen, dus ik ga in de toekomst niet meer stemmen
A
objectief argument
B
subjectief argument
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je kunt nu beter niet gaan snoeien, want het is -10 graden.
A
objectief argument
B
subjectief argument
C
D
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
"De aarde warmt helemaal niet op. Er valt nog steeds ontzettend veel sneeuw en ik heb het het hele voorjaar koud gehad."
A
Objectief argument
B
Subjectief argument
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik doe liever boodschappen bij de AH dan bij de Jumbo, want ik vind de AH een betere supermarkt.
A
objectief argument
B
subjectief argument
C
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
"Ik vind de nieuwe single van Adele niet goed, omdat alle liedjes van haar op elkaar lijken"
A
Objectief argument
B
Subjectief argument
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Vrouwenparkeerplaatsen zijn je reinste discriminatie. Mannen en vrouwen zijn in Nederland nog altijd gelijk (objectief of subjectief argument + reden)
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Brede parkeerplaatsen maken het inparkeren makkelijker. 'Vrouwen zijn daar nu eenmaal niet goed in'. Uit onderzoek van de ANWB blijkt dat vrouwen beter zijn in inparkeren.
(objectief omdat; ...
(objectief omdat; ...
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Vragen?
Slide 21 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
