NATFUF_Quantummechanica_2

Fundamentele Natuurkunde
NATFUF04X - voltijd
Gabriele Panarelli
paneg@hr.nl
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Fundamentele Natuurkunde
NATFUF04X - voltijd
Gabriele Panarelli
paneg@hr.nl

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplan
  •             Week 1 + 2: relativiteit
  •             Week 3: lesopdrachten relativiteit
  •             Week 4+5: kwantummechanica
  •             Week 6: lesopdrachten kwantummechanica
  •             Week 7: recap + uitloop

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis activeren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een experimenteel bewijs van het deeltje-gedrag van licht.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een experimenteel bewijs van het licht-gedrag van deeltjes.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sommige experimenten duiden erop dat licht zich als een golf gedraagt, terwijl andere erop duiden dat het zich gedraagt als een stroom deeltjes. Het lijkt erop dat licht een complexer verschijnsel is dan een eenvoudige golf of een eenvoudige straal deeltjes.
Soms kunnen experimenten verklaard worden door gebruik te maken van de golftheorie, en soms door gebruik te maken van de deeltjestheorie
λ = h / p
Deeltje-golfdualiteit
Complementariteits-principe
Golflengte van De Broglie

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor licht onder de grensfrequentie worden geen elektronen uitgezonden vanaf het metaaloppervlak.

Leg uit hoe deze waarneming over het foto-elektrisch effect de deeltjestheorie ondersteunt, maar niet de golftheorie van licht.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Compton effect
Een energierijk foton met een golflengte van 3,00.10^-12 m
botst op deze manier met een stilstaand elektron. De hoek
Θ van het foton na de botsing blijkt gelijk te zijn aan 120°.
Leg uit hoe je de energie van foton na botsing zou
berekenen.

Slide 9 - Open vraag

Uitleg:
Verstrooid foton na botsing;
E ' = h. c/lambda'
Alles is bekend, behalve E'f
Controle:
3,00.10^-14 J
Broglie
Je fietst met een snelheid van 36 km/h.
Leg uit waarom jouw golflengte (fiets + persoon) niet gemeten kan worden.

Slide 10 - Open vraag

lamda = h/(m.v) = 6,63.10^-34/(100.10) = 6,63 ^-37 m
Dit is veel te klein om te kunnen meten
Waar is de golf?
Wat is zijn golflengte?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de golf?
Wat is zijn golflengte?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kenbare golflengte = onkenbare positie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onkenbare golflengte = kenbare positie
20 golfen opgeteld
60 golfen opgeteld

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onzekerheidsrelatie van Heisenberg
  • Er is een grens aan de nauwkeurigheid van bepaalde metingen.

  • Deze grens heeft niets te maken met de kwaliteit van instrumenten.

  • Het is een grens die inherent is aan de natuur.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onzekerheidsrelatie van Heisenberg

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onzekerheidsrelatie van Heisenberg: positie-impuls versie
Onzekerheidsrelatie van Heisenberg: energie-tijd versie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektron door kleine opening
Maak de volgende opgave met een groepje van 3.
Zorg dat iedereen van het groepje het antwoord goed kan presenteren (spinner).

Een dunne horizontale plaat (in x,y-vlak) heeft een kleine opening met een diameter van 1,0 µm.
Een elektron beweegt in de z-richting en heeft geen snelheidscomponenten in de x-richting en de y-richting (vx = vy = 0 m/s).
Dit elektron beweegt door het gat in de horizontale plaat (zonder de plaat te raken).
a) Leg uit waarom op het moment dat het elektron door het gat is gaat het niet zeker meer is dat vx en vy  gelijk zijn aan 0 m/s.
b) Kan je (a) gebruiken om de diffractie van deeltjes bij een enkele spleet de verklaren?

Slide 19 - Tekstslide

Tekening van situatie maken.
a) Als het elektron door het gat gaat, is de onzekerheid in x en y positie (delta x en delta y) kleiner geworden (het is immers door het gat gegaan).
Dan moet volgens Heisenberg de onbepaaldheid in impuls (en dus de snelheid) groter zijn geworden.
Binnen grenzen kan elektron dus een (kleine) vx en vy component hebben.

b) Beschouw elektron in midden opening. Delta x gaat dan van midden naar rand opening; delta x = 1/2 diameter (tekening)
delta px . delta h groter gelijk h/(4pi)
Dus:
delta px minimaal gelijk aan h/(4pi . delta x)
delta (m.vx) = h/(4pi.delta x)
delta vx = h/(4pi.delta x . m)
delta vx = 6,63.10-34 / (4pi.0,50.10-6 . 9,11.10-31)
delta vx = 116 m/s
vx = o +/- 116 m/s
Waarschijnlijkheids-
interpretatie van Born
Klassikale mechanica = deterministisch
  • Positie én impuls zijn tegelijkertijd kenbaar
  • de theorie voorspelt de waardes van x, p

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarschijnlijkheids-
interpretatie van Born
Kwantummechanica = probabilistisch
  • Positie en impuls zijn tegelijkertijd niet kenbaar
  • de theorie voorspelt de waarschijnlijkheid van de waardes van x, p



  • |A>, |N>, |S> zijn abstracte "kwantumtoestanden"
  •  𝛙 zijn golffuncties


α=ψNN+ψSS

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarschijnlijkheids-
interpretatie van Born
  • 𝛙(x) = waarschijnlijkheidsamplitude

  • |𝛙(x)|2 = kansdichtheid <->

  •                                     = kans om een deeltje te vinden in positie x ± dx

  • Totale kans moet 100% zijn:

+ψ(x)2dx=1
NtotNx
abψ(x)2dx

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarschijnlijkheids-
interpretatie van Born
Experimenteel, de kans dat de atomen op de N-kant of S-kant vallen is 50%:



  •    

  •  

α=ψNN+ψSS
ψN2=ψS2=21
ψN=ψS=21

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Golffunctie
Is gerelateerd aan de kans om een kwantumvoorwerp te meten ("observeren") in een bepaald toestand, zoals:
  • positie,
  • impuls(moment),
  • energie,
  • spin,
  • etc...

Als je de golffunctie kent, kan je voorspellingen maken over je systeem.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarschijnlijkheid vs determinisme
Kopenhaagse interpretatie van kwantummechanica
=
Waarschijnlijkheid is inherent aan de natuur
=
Een grens aan ons vermogen om te meten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassieke mechanica, kwantummechanica... zijn beschrijvingen van de natuur, not the real thing!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deeltje in een doos
  • Stel je voor dat een deeltje is opgesloten in een beperkt ruimtegebied (de "doos"), gedefinieerd door de coördinaten                           x = 0 en x = L (de lengte van de doos).
  • Binnen de doos heeft het deeltje nul potentiële energie (V = 0). De totale energie is dus de kinetische energie van het deeltje.
  • Buiten de doos heeft het deeltje een oneindige potentiële energie (V = ∞). Met andere woorden: het deeltje zit voor altijd gevangen in de doos.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deeltje in een doos
  • De golffunctie van zo'n deeltje is:



waar n is het kwantumgetal van dit systeem.

  • De kinetische energie van dit deeltje is:

ψn(x)=L2sin(Lnπx)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atoom = doosje
Klassikaal:
positie én impuls zijn altijd kenbaar

Quantum:
als we de impuls weten (dus energie), mogen we alleen de waarschijnlijkheid weten over de positie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atoom = doosje
Klassikaal:
positie én impuls zijn altijd kenbaar

Quantum:
als we de impuls weten (dus energie), mogen we alleen de waarschijnlijkheid weten over de positie

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave
Een neutron bevindt zich in een eendimensionale ruimte met lengte L = 1 nm. Het wordt aangeslagen tot het toestand met n = 3.

Neem aan dat aan de twee uiteinden van de "put" (dus op L = 0 nm en L = 1 nm) de potentiele energie oneindig is (= model van het deeltje in een doos).

In de figuur hiernaast is de kansdichtheid van het neutron in dit toestand weergegeven.

  1. Schrijf de golffunctie voor het neutron in dit toestand.
  2. Schat de kans om het neutron de vinden tussen 0,45 en 0,50 nm.
  3. Bereken de onzekerheid voor de snelheid van het neutron.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerking 1
Schrijf de golffunctie voor het neutron in dit toestand.

De golffuncties voor een deeltje in een doos worden zo geschreven:




Dus als n = 3 en L = 1 nm:


ψn(x)=L2sin(Lnπx)
ψ3(x)=2sin(3πx)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerking 2
Schat de kans om het neutron de vinden tussen 0,45 en 0,50 nm.

De kans wordt gegeven door het gebied onder de kromme van de kansdichtheid |𝛙(x)|2. Dit kunnen we grafisch doen als wij het aantal vierkanten bepalen onder de kromme tussen 0,45 en 0,50 nm.

Er zijn dus ongeveer 33 "volle" vierkanten en 6 "niet-volle" vierkanten die tellen ongeveer als 3,8. Dus in totaal hebben we 36,8 vierkanten.

Het oppervlak van elke vierkant is 0,05 * 0,05 = 0,0025.
Dit vermenigvuldigd door 36,8 geeft de kans, 0,092 of 9,2%.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerking 3
Bereken de onzekerheid voor de snelheid van het neutron.

We hebben een 9,2% kans om het neutron te vinden in het gebied tussen 0,45 en 0,50 nm, dus Δx = 0,05 nm.

Door de onzekerheidsrelatie van Heisenberg kunnen we de onzekerheid berekenen van de impuls in dat gebied:



De massa van een neutron is 1.675*10^-27 kg, dus de onzekerheid over de snelheid is:



Δpx=Δx=0,05109m1,0551034Js=2,111024kgms1
Δvx=1,67510272,1110241300ms1

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tunneling effect

Tunneling Effect :
De kans dat het deeltje op de andere kant van de barriere zich vindt is niet nul
=
onzekerheid over positie

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een proton zit opgesloten in een kern. Wat is de orde van grootte van de onzekerheid in zijn momentum?
A
10^–30 N*s
B
10^–20 N*s
C
10^–10 N*s
D
1 N*s

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk fenomeen levert bewijs voor het golfkarakter van een elektron?
A
Lijnspectra van atomen
B
Foto-elektrisch effect
C
Beta-verval van kernen
D
Verstrooiing van elektronen door een kristal

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Bestuderen §28-1 t/m 4
Maken opgaven Mastering Physics

Volgende les bespreken opdrachten:
  • Opdracht 3 foto-elektrisch effect
  • Opdracht 4 dubbelspleet
  • Opdracht 5 onbepaaldheid
Verdelen wie, welke opdracht maakt en presenteert de volgende les. Overige opdrachten doorlezen zodat je vragen kunt stellen.
Eind van volgende les opdrachten inleveren (als groep); wordt nagekeken door docent (formatief)

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quantum dots
De kleur van een quantum dot hang af van zijn grootte.

Hoe groter een quantum dot, hoe meer red-shifted is zijn kleur.

Dat betekent dat de fotonen die worden geabsorbeerd door de quantum dot een kleiner energie hebben.

Dit gedrag kunnen we uitleggen met het simpele deeltje-in-een-doos-model:




https://www.quantamagazine.org/nobel-prize-honors-inventors-of-quantum-dot-nanoparticles-20231004/

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies