Argumenteren en Literaire begrippen - les 7a

Spanning

Ik kan uitleggen hoe een schrijver voor spanning zorgt in een verhaal.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Spanning

Ik kan uitleggen hoe een schrijver voor spanning zorgt in een verhaal.

Slide 1 - Tekstslide

Spanning
Of een verhaal spannend is, hangt af van de schrijver én van de lezer. Een schrijver kan allerlei technieken toepassen om de spanning in een verhaal te verhogen, maar hoe goed hij ook schrijft, hij is afhankelijk van het oordeel van de lezer.

Vraag: welk boek vond je als kind erg spannend? Waarom?

Slide 2 - Tekstslide

Spanning
Een schrijver kan spanning aanbrengen door de gebeurtenissen spannend te beschrijven (actiespanning) of door de beschrijving van het denkproces van een verhaalfiguur (psychologische spanning).

Informatie verzwijgen, vermoedens en verwachtingen aanwakkeren, een intrigerende titel. Het zijn allemaal middelen om bij de lezer vragen op te roepen. Deze onbeantwoorde vragen noem je open plekken. Al lezend worden de vragen beantwoord en vul je de open plekken in.

Slide 3 - Tekstslide

Spanning
Een verhaal kan niet altijd even spannend zijn. Er zijn momenten dat er weinig gebeurt en er zijn momenten dat je op het puntje van je stoel gaat zitten. 

De spanning in een verhaal kun je aangeven met een spanningsboog. Er zijn korte en lange spanningsbogen. Een lange kan de hele verteltijd omvatten. Elke open plek in het verhaal vormt in zekere zin een spanningsboog. Daar waar de spanning het hoogst is, spreek je van een climax.

Slide 4 - Tekstslide

Middelen om spanning aan te brengen
-Kennisachterstand: de lezer weet minder dan een verhaalfiguur
-Kennisvoorsprong: de lezer weet meer dan een verhaalfiguur
-Vooruit-/terugverwijzingen of flashbacks
-Bijzondere plekken of ongewone situaties
-Gevaarlijke omgeving
-Aanwijzingen die de lezer op het verkeerde been zetten of die bepaalde vermoedens of verwachtingen oproepen
-Cliffhanger
-Onverwachte wending

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide



We lezen een fragment uit het boek 'Onder de ketchupwolken'.

Slide 7 - Tekstslide

Mogelijke vragen
De ik-persoon vertelt veel over zichzelf en haar familie. Welk effect heeft dit op jou als lezer?

In de laatste alinea lees je wat de ik-verteller heeft gedaan. Heeft dit gevolgen voor wat je van haar vindt? Leg je antwoord uit.

Waarom denk je dat de ik-persoon een brief schrijft aan meneer Harris?

Slide 8 - Tekstslide

3 PAK 
We lezen het tweede verhaal uit.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe bereid je de toets voor?

Slide 10 - Tekstslide

3PAK
  1. Je leert alle begrippen uit het boekje Samengevat
  2. Je leest de verhalen en maakt per verhaal een samenvatting.
  3. Je maakt per verhaal een overzicht van de personages:                                                                               -Wie is de hoofdpersoon en wat kom je over hem/haar te weten (naam, leeftijd,                 karaktereigenschappen, gezinssituatie, leefomstandigheden, hobby's,...)                                           -Wie zijn de bijfiguren en wat kom je over hen te weten?                                                                               -Welke personages zijn typen en welke karikaturen -> leg uit!
  4.  Je noteert per verhaal welk perspectief gebruikt is 
  5.  Je noteert per verhaal wat het thema is en welke motieven je hebt herkend.

Slide 11 - Tekstslide

3PAK
6. Je maakt per verhaal een overzicht van de tijd en ruimte (=setting): 
     -Waar speelt het verhaal zich af?
     -Wat is de vertelde tijd?
     -Is het verhaal chronologisch opgebouwd?
    -Worden er tijdsprongen gebruikt? Zo ja welke en waarom?
7. Maak per verhaal een kopje Literatuur :
   -leg uit hoe origineel je dit verhaal vind;
   -leg uit wat je voorspelbaar en wat je onvoorspelbaar vond;
   -leg uit wat jou waardoor aan het denken heeft gezet;
   -> bepaal dus of je dit verhaal literair vindt of lectuur.

Slide 12 - Tekstslide