Er zijn vijf manieren waarop je woord(groep)en korter kunt schrijven: met een
afkorting, een letterwoord, een initiaalwoord, een verkorting en een
symbool.
Een afkorting is de weergave van een woord(groep) met een beperkt aantal letters; een afkorting spreek je uit als het oorspronkelijke woord.
Een afkorting schrijf je met een of meer punten.
Je gebruikt een hoofdletter als die ook in het oorspronkelijke woord voorkomt:
– e.d. (en dergelijke), Z.M. (Zijne Majesteit).