Klinisch redeneren VGZ les 2 2023

Klinisch redeneren GHZ
Zorgpad: Klinisch redeneren GHZ
Inge Rosenbrand 
Periode 11 2023
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klinisch redenerenMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Klinisch redeneren GHZ
Zorgpad: Klinisch redeneren GHZ
Inge Rosenbrand 
Periode 11 2023

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • Wat is een verstandelijke beperking
  • Op welke manier kan dit ontstaan
  • Disharmonisch profiel
  • NAH
  • Methodisch werken
  • Factoren die invloed kunnen hebben op een persoon

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een verstandelijke beperking?
  • Iemand met een verstandelijke beperking heeft een IQ lager dan 75. Deze kan ontstaan door een aanwijsbare oorzaak.
  • Aanwijsbare oorzaak bijv. down syndroom of een andere genetische aandoening
  • Omstandigheden vlak voor tijdens of na de geboorte bijv. zuurstofgebrek of door hersenvliesontsteking in de kindertijd

Slide 3 - Tekstslide

NAH Niet aangeboren hersenletsel
  • Mensen met een NAH hebben een leven voor en na de hersenbeschadiging
  • Door de beschadiging in de hersenen die op verschillende manieren kan zijn ontstaan denk aan: ongeluk, CVA of virus vraagt iedereen om een individuele begeleiding.
  • Er kunnen ook gedragsproblemen voortkomen uit de beschadiging wat maakt dat iemand een heel ander persoon kan zijn van voor of na de hersenbeschadiging.

Slide 4 - Tekstslide

Rol van VP-er
  • Als GHZ verpleegkundige moet je op de hoogte van de syndromen, bij behorende gezondheidsproblemen en levensprocessen, zoals ouder worden die bij deze doelgroep voorkomt.
  • Je moet ook kennis hebben van de gedragsmatige en psychologische aspecten en het sociale aspect wat het met zich meebrengt.
  • Je stimuleert en ondersteunt de zelfredzaamheid van de zorgvrager en helpt daarbij met het aanleren van vaardigheden.
  • Bij gedragsproblemen biedt je methodische begeleiding aan zorgvragers en naasten.

Slide 5 - Tekstslide

Zorgvraag
Veel mensen met een verstandelijk beperking hebben veel hulp nodig bij de ADL en contacten leggen.

 Bij het meten van een IQ wordt er gekeken naar de verbale ontwikkeling en de performale ontwikkeling.

Als hier een verschil tussen zit van 25 punten spreken van een disharmonisch profiel.

Slide 6 - Tekstslide

Zorgvragers met een verstandelijke beperking uiten zich op een andere manier dan je gewend bent. Kan jij er een aantal bedenken?

Slide 7 - Open vraag

Antwoord
Slaan, bijten, pulken, plukken, gooien, knijpen, huilen, jammeren, schoppen, schommelen enz.

Slide 8 - Tekstslide

Waar komt het eerder genoemde gedrag vandaan?

Slide 9 - Woordweb

Waar komt dit gedrag vandaan?
Pijn, vermoeidheid, frustratie, onderprikkeling, overprikkeling, 

Slide 10 - Tekstslide

Factoren voor het ontstaan van probleemgedrag
Er zijn verschillende 4 soorten factoren die er voor kunnen zorgen dat problemen kunnen ontstaan. 
Lichamelijke, psychische, persoonlijke en omgevingsfactoren

Op het lichamelijk gebied staan er in zorgpad 10 beschreven hoeveel weet jij er?

Slide 11 - Tekstslide

Wat zou jij in kaart brengen als een zorgvrager ander gedrag laat zien op lichamelijk vlak (10)?

Slide 12 - Woordweb

checklist:
  • Neemt de zorgvrager medicijnen die het gedrag kunnen beïnvloeden? (Denk aan pijnstillers, antibiotica, antidiabetica.)
  • Zijn er veranderingen in de lichamelijke toestand van de zorgvrager die wijzen op infectieziekten, epilepsie, diabetes, hart- en vaataandoeningen?
  • Is er sprake van overmatig gebruik van koffie of de onthouding daarvan?
  • Heeft de zorgvrager een veranderd bewustzijnsniveau?
  • Is er een verandering in cognitieve functies merkbaar?
  • Is er een verandering van zintuigfuncties waarneembaar?
  • Vertoont de zorgvrager een verandering in dagelijkse activiteiten en mobiliteit?
  • Is er sprake van een verandering in eet- en drinkgedrag?
  • Is er een verandering in de toiletgang?
  • Heeft de zorgvrager pijn of een toename van pijn?
  • Is het slaappatroon veranderd?










Slide 13 - Tekstslide

Wat zou jij in kaart brengen als je denkt aan psychische factoren?

Slide 14 - Woordweb

Als psychische factoren een rol kunnen spelen let je op de volgende aspecten:
Is een psychische stoornis wellicht de oorzaak van de gedragsverandering? Let dan op:

  • aanwijzingen voor een psychische stoornis in de levensgeschiedenis van de zorgvrager;
  • aanwijzingen hiervoor in het huidige functioneren van de zorgvrager.

Slide 15 - Tekstslide

Welke persoonlijke factoren kunnen invloed hebben?

Slide 16 - Woordweb

Persoonlijke factoren die invloed kunnen hebben?
  • Is er relevante levensloopinformatie die het gedrag kan verklaren of begrijpelijk kan maken?
  • Welke copingstrategie hanteert de zorgvrager?
  • Wordt er voldoende rekening gehouden met de levensstijl van de zorgvrager? Heeft de zorgvrager daarop moeten inleveren?
  • Hoe is de stemming van de zorgvrager?
  • Hoe reageert de zorgvrager op lichamelijke en/of psychische afhankelijkheid?
  • Heeft de zorgvrager angst voor controleverlies?





Slide 17 - Tekstslide

En welke omgevingsfactoren kunnen invloed hebben?

Slide 18 - Woordweb

Omgevingsfactoren
  • Is er sprake van over- of ondervraging van de zorgvrager?
  • Hoe reageren verpleegkundigen en zorgvragers op elkaar (bejegening)?
  • Hoe is de tolerantie van de verpleegkundigen ten aanzien van het gedrag van de zorgvrager?
  • Is er voldoende aandacht voor de autonomie? Wordt de zorgvrager met respect bejegend?
  • Is er sprake van voldoende en zinvolle dagbesteding? Of is er sprake van verveling of overbelasting?
  • Hoe is de interactie tussen medezorgvragers en de zorgvrager?
  • Hoe is de interactie tussen de naasten en de zorgvrager?
  • Is de omgeving herkenbaar en veilig voor de zorgvrager?
  • Heeft de zorgvrager gelegenheid om zich terug te trekken?
  • Zijn er te veel of te weinig prikkels?
  • Is er voldoende bewegingsvrijheid en privacy voor de zorgvrager?










Slide 19 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
Graag tips
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll