Spelling toets blok 1 t/m 4

Spelling B1-B2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling B1-B2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1
Vervoeg het werkwoord in elke zin. Kies voor de tegenwoordige tijd als de tijd niet duidelijk uit de zin blijkt.

Slide 3 - Tekstslide

De conciërge … (melden) vanmorgen dat de bel het niet deed, dus moesten
we de tijd zelf in de gaten houden.

Slide 4 - Open vraag

… (rijden) jouw fiets ook zo lekker licht nu?

Slide 5 - Open vraag

Mijn vorige vriendje had onze namen in een boom … (kerven).

Slide 6 - Open vraag

Ik heb inmiddels … (aanvaarden) dat ik elke zaterdag moet werken.

Slide 7 - Open vraag

In de brugklas … (kaften) mijn moeder mijn schoolboeken nog voor me, maar nu niet meer.

Slide 8 - Open vraag




Noteer van elk woord de juiste meervoudsvorm.
1 de glossy - de …
2 de orchidee - de …
3 de hals - de …
4 de pyjama - de …
5 de lomperik - de …


Slide 9 - Open vraag

Sommigen leren tijdens klassikale lessen sneller dan andere. 'Andere' is hier:
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Roman en Tim willen … met de nieuwe spelcomputer spelen
A
beide
B
beiden

Slide 11 - Quizvraag

De docent noteerde de namen van de … in Magister.
A
afwezige
B
afwezigen

Slide 12 - Quizvraag

Deze vissers hebben al beet, maar … zitten nog steeds naar hun dobber te staren.
A
enkele
B
enkelen

Slide 13 - Quizvraag

De kinderen zitten … voor zichzelf te lezen.
A
alle
B
allen

Slide 14 - Quizvraag

Jullie zijn de … die ontbraken op de bruiloft.
A
enige
B
enigen

Slide 15 - Quizvraag

Er wordt veel op olifanten gejaagd, maar de … in het park worden goed beschermd.
A
laatste
B
laatsten

Slide 16 - Quizvraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
1 aap + staartje = …
2 spionage + software = …
3 geluid + snelheid = …
4 hoogte + vrees = …
5 zitten + blijver …


Slide 17 - Open vraag

Noteer de woorden korter. Gebruik zo nodig een weglatingsstreepje.
1 badkamerdeur en keukendeur - …
2 mentale kracht en fysieke kracht - …
3 treinmachinist en treinconducteur - …
4 zondagen en feestdagen - …

Slide 18 - Open vraag

Schrijf alle woorden over. Verbeter de fouten met de apostrof.
1 Lieke’s tas
2 s-middags
3 f-je
4 cowboy’tje
5 café’s
6 FNV-er

Slide 19 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord in elke zin. Kies voor de tegenwoordige tijd als de tijd niet duidelijk uit de zin blijkt.

1 Tijdens het pinnen was de pincode van Mario … (skimmen).
2 Toen hij geblesseerd was, … (tapen) Tim voor elke wedstrijd zijn enkel in.

Slide 20 - Open vraag

Deel 1 Is de persoonsvorm in deze zin goed gespeld?


Hij skypete gisteravond een uur met zijn grote held.

A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

Deel 2: Leg uit waarom de persoonsvorm goed of fout gespeld is.


Hij skypete gisteravond een uur met zijn grote held.

Slide 22 - Open vraag

3 De internetcriminelen hebben handig … (phishen) naar de bankgegevens van ouderen.
4 Gisteravond … (crossen) Simon nog met zijn mountainbike door de bossen.
5 Tessa heeft de foto snel naar links … (swipen).

Slide 23 - Open vraag

3 … zijn ontsnapt uit de gevangenis
A
gevangenen
B
Gevangenen

Slide 24 - Quizvraag

De vrouw beweerde dat ze het … had zien huilen.
A
mariabeeld
B
Mariabeeld

Slide 25 - Quizvraag

Vanavond gaan we de film … kijken.
A
Turks fruit
B
Turks Fruit

Slide 26 - Quizvraag

De brief is ondertekend door … .
A
Meneer el Yousfi
B
meneer El Yousfi
C
meneer el Yousfi

Slide 27 - Quizvraag

De wethouder weigert samen te werken met een … .
A
socialist
B
Socialist

Slide 28 - Quizvraag

… ga ik meestal op bezoek bij mijn oma
A
’s woensdags
B
’S woensdags
C
’s Woensdags

Slide 29 - Quizvraag

Einde toets
Lever de toets in!

Slide 30 - Tekstslide