24 juni Soorten argumentatie

Soorten argumentatie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Soorten argumentatie

Slide 1 - Tekstslide

Soorten & schema's
- Er zijn verschillende soorten argumenten om een standpunt te onderbouwen (feiten, onderzoek, geloof, etc.)

- Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen een standpunt en het argument (argumentatie op basis van oorzaak-gevolg, voor- en nadelen, autoriteit, etc.)

Slide 2 - Tekstslide

Standpunt en argument
Standpunt, want argument.
Argument, dus standpunt.

Slide 3 - Tekstslide

Nevenschikkend onafhankelijk
Standpunt
Argument
Argument
Argument
en
en
want

Slide 4 - Tekstslide

Argumentatieschema's
- feit/onderzoek
- ervaring
- gezag/autoriteit
- vergelijking
- voorbeeld
- nut/gewenst gevolg

- ongewenst gevolg
- veronderstelling/ vermoeden
- persoonlijke overtuiging/geloof
- emotie
De lidstaten van de EU moeten effectief samenwerken (standpunt), omdat alle inwoners van Europa daar voordeel van ondervinden. (nuttig gevolg)
Ik denk dat hij zich niet betrokken voelt bij het voetbalteam (standpunt), want hij was gisteren niet op de training en volgende week kan hij niet meedoen met de wedstrijd (argumenten + voorbeelden).
Ik vrees dat de docenten op de basisschool geen loonsverhoging krijgen (standpunt), want de docenten op de middelbare school kregen het vorig jaar ook niet (argument + vergelijking).
Het is de hoogste tijd dat alle lonen van alle Nederlanders omhoog gaan (standpunt). Dat heeft de president van De Nederlansche Bank onlangs ook gezegd in een interview (argument + autoriteit).
Als ik op mijn scooter rijd, zet ik altijd mijn helm op, want voor een boete moet ik zeker acht uur werken. (controleerbaar feit)
Je kunt je kleding beter niet meer bij Shein bestellen (standpunt), want ik heb daar hele slechte ervaringen mee. (
Die film is prachtig. (standpunt) Ik voelde me net zelf de hoofdpersoon, die precies deed wat ik ook gedaan zou hebben. (emotie)
Je moet Philip geen geld lenen (standpunt), want hij is mij nog €100 schuldig. (ongewenst gevolg)
De kracht van de zon wordt steeds schadelijker voor de gezondheid (standpunt). In de komende tien jaar zal het aantal mensen met huidkanker dan ook sterk toenemen. (vermoeden)
Mensen moeten geen vlees van dieren eten (standpunt). Dieren zijn ook levende wezens, die net zo veel recht op een lang en gelukkig leven hebben als mensen (persoonlijke overtuiging). 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Argumentatieschema's

Argumentatieschema's:  soorten argumentatie.  




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Soorten argumenten
- Nut / gewenst gevolg: Zo veel mogelijk landen moeten hun munt inwisselen voor de euro. Dat is gunstig voor het betalingsverkeer en zal de concurrentiepositie van Europa ten goede komen.
- Ongewenst gevolg: Gebleken is dat verbranden van de huid op jongere leeftijd leidt tot een verhoogde kans op het ontwikkelen van huidkanker op latere leeftijd.
 - Voorbeeld: De Nederlandse taal verloedert: jongeren gebruiken alleen nog maar SMS-taal en zeggen “hun hebben” in plaats van “zij hebben”.
- Vergelijkingsargument: Het is goed als Nederland uit de EU stapt, kijk maar naar Groot-Brittannië.


Slide 10 - Tekstslide

Soorten argumenten

- feitelijk argument
- ervaringsargument 
- nut of ongewenst gevolg 
veronderstelling /vermoeden
- vergelijkingsargument 
- emotioneel argument

Slide 11 - Tekstslide

[65] Soorten argumenten
Samen lezen blz. 224-225
Controleerbare feiten of onderzoek = een feit dat controleerbaar is --> meestal valide
Ervaring (empirisch argument) = een voorval dat je zelf hebt beleefd --> valide als het om ervaringen gaat die feitelijk hebben plaatsgevonden en niet eenmalig is 
Gezag of autoriteit (gezagsargument) = een beroep of autoriteit/deskundige (als hij het zegt, moet het wel zo zijn) of op  een betrouwbare bron (rapport, woordenboek enz.)
Vergelijking (analogie) = een vergelijking -->valide als de vergelijking gebaseerd is op feiten en niet op gevoelens, geloof, mening
Voorbeelden = voorbeelden die het standpunt ondersteunen
Nuttige of gewenste gevolgen=het nut of gewenste gevolg uit te leggen-->valide als de inhoud echt het gevolg is van de stelling
Ongewenste gevolgen =ongewenst gevolg uit te leggen --> valide als de inhoud echt het gevolg is van de stelling
Veronderstellingen of vermoedens=een verwachting of veronderstelling wordt gegeven --> valide als het uit onderzoek komt
Persoonlijke overtuiging of geloof (moreel argument)=persoonlijke overtuiging, religie --> subjectieve argumenten
Emoties (emotioneel argument) = gebaseerd op een gevoel of intuïtie --> subjectief, zeer persoonlijk en daardoor niet sterkt

Slide 12 - Tekstslide

Objectieve argumenten
Feitelijke argument gebaseerd op onderzoeksresultaten
Gezagsargument gebaseerd op feitelijke uitspraken van een autoriteit op een bepaald gebied
Nut of (on)gewenst gevolg gebaseerd op het nut of ongewenst gevolg  
Vergelijkingsargument gebaseerd op een feitelijke vergelijking van twee gelijke zaken 


Slide 13 - Tekstslide

Soort argument
Ik ga niet naar een restaurant als ik daarvoor een negatieve coronatest moet laten zien. Het moet niet gekker worden!
Als je een uurtje uittrekt voor die fietsrit naar Leeuwarden, ben je sowieso op tijd. Zo doe ik dat ook altijd.
Gistermiddag was de zoveelste 4Mijl van Groningen. Met een gevoelstemperatuur van 20 graden was het een pittig loopje, aldus de hardlopers.
Ik ga niet naar die nieuwe film van James Bond. Ik verwacht weinig nieuws te zien. Wat kunnen ze na al die films nu nog bedenken!?
Feiten
Onderzoek
Ervaring
Gevoel of emotie
Geloof
Normen en waarden
Vermoedens

Slide 14 - Sleepvraag

Soort argument
Je hoeft voor je vlucht naar Lanzarote geen transfer bij te boeken. Neem gewoon een taxi. Dat doe ik ook altijd als ik daar naartoe ga.
Ze zouden René van der Gijp van de buis moeten halen. De manier waarop hij mensen behandelt, is niet oké.
In bijna de helft van alle huishoudens (47,7%) loopt, zwemt of vliegt er een huisdier. Dat blijkt uit cijfers van Dibevo, de brancheorganisatie voor ondernemende huisdierenspecialisten.
Ik vond 'Wees onzichtbaar' van Murat Isik een heftig boek om te lezen. Het maakt diepe indruk.
Feiten
Onderzoek
Ervaring
Gevoel of emotie
Geloof
Normen en waarden
Vermoedens

Slide 15 - Sleepvraag

Twee soorten argumenten:


 
feitelijk - waarderend.

Slide 16 - Sleepvraag

Soorten argumenten
controleer-baar
twee gelijke zaken worden vergeleken
je gebruikt een voorval dat je hebt beleefd
je legt het nut uit of het gewenste gevolg
gebaseerd op een algemeen aanvaarde opvatting
gebaseerd op gevoel of intuïtie
feitelijk argument
ervarings-argument
nut of (on)gewenst gevolg
vermoeden
vergelijking-argument
emotioneel argument

Slide 17 - Sleepvraag

Huiswerk
Maak alle zelftoetsen van Lezen blok 1 t/m 5

Leer de gele kaders uit het boek of de theorie online van Lezen

Slide 18 - Tekstslide