'Week 15 klas 2B

Week 15 - klas 2B
Les 1: verder met grammatica H4

Les 2: spelling H4

Les 3: groep 3 maakt in deze les tio-opdracht 5
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Week 15 - klas 2B
Les 1: verder met grammatica H4

Les 2: spelling H4

Les 3: groep 3 maakt in deze les tio-opdracht 5

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen woordsoorten
  • blw, olw, zn, bn, vz
  • werkwoorden: zww, hww, kww, 
  • voornaamwoorden: persoonlijk, bezittelijk, wederkerend, wederkerig, aanwijzend, vragend, onbepaald
  • bijwoord
  • telwoorden: onbep. en bep. hoofdtelwoord, onbep. en bep. rangtelwoord
  • voegwoorden: ns en os

Slide 2 - Tekstslide

Maak nu opdr. 5 (p. 121)
Je hebt 10 minuten, daarna gaan we nakijken.
Let op: om(draaien), terug(keren)


timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 5 (p. 121)
Adonis was zo’n (aanw.vnw) buitengewoon (bw) knappe (bn) jongeman dat (os.vgw) de godin Aphrodite verliefd op hem (pers.vnw) werd. Helaas was de jongen nogal (bw) roekeloos (bn) als (os.vgw) hij op jacht was naar (vz) gevaarlijk wild (zn), zijn favoriete tijdverdrijf (zn). Toen (os.vgw) Adonis op zekere (onbep.vnw) dag een wild (bn) zwijn aanviel, draaide het (blw) dier zich (wkd vnw) plotseling om (omdraaien zww) en doorboorde  het (pers. vnw) met zijn slagtand Adonis’ dij (zn). Die (aanw.vnw) probeerde te vluchten, maar (ns.vgw) zijn been weigerde, zodat (os.vgw) het zwijn hem kon doden. Aphrodite was (kww) diep (bw) bedroefd (bn). 

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 5 (p. 121)
Maar gelukkig (bw) kon (hww) Zeus haar troosten (zww). De oppergod zorgde ervoor dat haar (bez.vnw) lief (zn) op de eerste (bep.rangtelw) lentedag (zn) de onderwereld mocht verlaten om (vz) bij haar (pers.vnw) te zijn. Overal waar (bw) hij (pers.vnw) liep, ontloken dan vele (onbep.hoofdtelw) bloemen en begonnen alle (onbep.hoofdtelw) vogels te fluiten. Iedere (onbep.vnw) herfst keerde Adonis (zn) terug (zww terugkeren) naar het dodenrijk en (ns.vgw) huilde de natuur vanwege (vz) zijn (bez.vnw) vertrek (zn). Naar Adonis is een prachtig (bw) bloeiende plant genoemd (zww).

Slide 5 - Tekstslide

Pak je telefoon er bij.
Er volgen nu een 8 vragen over samengestelde zinnen en voegwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

1. Onderzoekers denken dat het ijsplateau op de noordpool is versnipperd door veranderingen in het klimaat.

In deze samengestelde zin is sprake van:
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 7 - Quizvraag

2. Onderzoekers denken dat het ijsplateau op de noordpool is versnipperd door veranderingen in het klimaat.

Het os vgw is hier:

Slide 8 - Open vraag

3.Charlie kan niet meedoen aan de hockeywedstrijd, want ze heeft morgen een eindexamentoets.

In deze samengestelde zin is sprake van:
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 9 - Quizvraag

4. Charlie kan niet meedoen aan de hockeywedstrijd, want ze heeft morgen een eindexamentoets.

Het ns vgw is hier:

Slide 10 - Open vraag

5. Welke 5 ns vgw ken je?

Slide 11 - Woordweb

6. Als je je identiteitskaart niet wilt laten zien, kun je worden meegenomen naar het politiebureau.

In deze samengestelde zin is sprake van:
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 12 - Quizvraag

7. Als je je identiteitskaart niet wilt laten zien, kun je worden meegenomen naar het politiebureau.

Het os vgw is hier:

Slide 13 - Open vraag

8. Het blussen van een brand lijkt simpel, maar het valt in werkelijkheid niet mee.

maar=
A
ns vgw
B
os vgw
C
bw
D
vz

Slide 14 - Quizvraag

Einde les 1
Controlemoment: Cn kiest drie "thuis"leerlingen die binnen 3 minuten een foto van hun gemaakte opdracht sturen via teams (individuele chat) of magistermail.

Volgende les: verder met 
spelling H4

Slide 15 - Tekstslide

Les 2
We gaan beginnen met het onderdeel spelling van H4. 
Lees de theorie op p. 124 en maak
opdr. 1 t/m 4 (p. 124-125).
Bij twijfel: woordenlijst.org
 (=groene boekje online).
Je hebt 25 minuten, daarna gaan we
nakijken.
timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 1 (p. 124)
1 beresterk
2 brekebeen
3 gerstebier
4 maneschijn
5 secondewijzer
6 stationschef
7 suikersoort
8 takkewijf

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 (p. 125)
1 aanvangsalaris – onjuist; je zegt aanvangstijd, dus er moet een tussen-s in: aanvangssalaris
2 apentrots – onjuist; apetrots is een versterking van het bijvoeglijk naamwoord trots, dus zonder tussen-n
3 bessensap – juist; bes heeft alleen een meervoud op -en, dus bessensap is juist
4 blessureleed – juist; blessure heeft alleen een meervoud op -s, dus zonder tussen-n
5 drinkenbroer – onjuist; het eerste deel van het woord komt van een werkwoord (drinken), dus geen tussen-n: drinkebroer
6 druktemaker – juist; drukte heeft geen meervoud, dus geen tussen-n
7 ontbijtsspek – onjuist; het is ook ontbijtbord en ontbijtbuffet, dus geen tussen-s: ontbijtspek

Slide 18 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 (p. 125)
8 personeelsstop – juist; je zegt ook personeelskamer, dus er moet eveneens een tussen-s in personeelsstop
9 rodekool – juist; het eerste deel (rode) is een bijvoeglijk naamwoord, dus geen tussen-n
10 ruggesteun – onjuist; rug heeft alleen maar een meervoud op -en, dus er moet een tussen-en in: ruggensteun
11 spinnenwiel – onjuist; het eerste deel is niet van het zelfstandig naamwoord spin, maar van het werkwoord spinnen, dus geen tussen-en: spinnewiel; maar: spinnenweb
12 theatersport – juist; bij theater gebruik je meestal het enkelvoud: theaterbezoek, theatervoorstelling

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 3 (p. 125)
1 aardewerk        2 blindedarm     3 dwingeland
4 eikenboom     5 etagewoning  6 groenteboer
7 krantenkop     8 leeuwendeel   9 Onze-Lieve-Vrouwekerk
10 stekeblind     11 tarwemeel       12 vitaminegebrek

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 4 (p. 125)
1 baggerschip
2 filiaalchef
3 landingssnelheid
4 luchtspiegeling
5 parlementszetel
6 verkiezingsstrijd
7 vissersschuit
8 woningschaarste

Slide 21 - Tekstslide

Einde les 2
Controlemoment: Cn kiest drie "thuis"leerlingen die binnen 3 minuten een foto van hun gemaakte opdracht sturen via teams (individuele chat) of magistermail.

 

Volgende les: groep 3 maakt in deze les tio-opdracht 5, de rest werkt thuis zelfstandig verder in schrijft/spelt.

Slide 22 - Tekstslide

Les 3
Groep 3 maakt op school tio-tekst 5 (pak snel een laptop!)

Groep 1 en 2 werken thuis zelfstandig verder in tio (in spelt of schrijft).

Volgende week
Maandag: GGD, geen Nederlands
Dinsdag: verder met NN H4 spelling
Vrijdag: groep 2 maakt op school tio-tekst 5 

Slide 23 - Tekstslide