Procentuele verandering: Het meten van veranderingen in percentages

Procentuele verandering: Het meten van veranderingen in percentages

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je procentuele verandering berekenen en begrijpen hoe het werkt.

Introduceer het doel van de les en leg uit wat studenten zullen leren.

Wat weet je al over procentuele verandering?

Wat is procentuele verandering?

Procentuele verandering meet de verandering in een waarde uitgedrukt als een percentage van de oorspronkelijke waarde.

Leg uit wat procentuele verandering is en waarom het belangrijk is.

Hoe bereken je procentuele verandering?

Procentuele verandering wordt berekend als ((nieuwe waarde - oude waarde) / oude waarde) x 100%.

Geef een voorbeeld van hoe procentuele verandering wordt berekend en laat de studenten het proberen.

Positieve en negatieve procentuele verandering

Als de nieuwe waarde groter is dan de oude waarde, is de procentuele verandering positief. Als de nieuwe waarde kleiner is dan de oude waarde, is de procentuele verandering negatief.

Vertel de studenten hoe ze positieve en negatieve procentuele verandering kunnen identificeren.

Voorbeeld: Positieve procentuele verandering

Als een aandeel van € 50 naar € 60 gaat, is de procentuele verandering ((60 - 50) / 50) x 100% = 20%.

Geef een voorbeeld van positieve procentuele verandering en laat de studenten het proberen.

Voorbeeld: Negatieve procentuele verandering

Als een aandeel van € 50 naar € 40 gaat, is de procentuele verandering ((40 - 50) / 50) x 100% = -20%.

Geef een voorbeeld van negatieve procentuele verandering en laat de studenten het proberen.

Gebruik van procentuele verandering

Procentuele verandering wordt gebruikt om veranderingen in aandelenkoersen, inflatie, bevolkingsgroei en andere economische en statistische gegevens te meten.

Leg uit waarom en waar procentuele verandering wordt gebruikt.

Wat heb je geleerd?

Je hebt geleerd hoe je procentuele verandering kunt berekenen, hoe je positieve en negatieve procentuele verandering kunt identificeren en waarom en waar het wordt gebruikt.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.