In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Geschiedenis in 3 mavo
Je hebt een half jaar geschiedenis, dus 3 deeltaken.
Je hebt 2 uur per week geschiedenis.
Je gaat 3 schoolexamens maken en behaalt dit jaar 30% van je SE cijfer. Dit is een deel van je examencijfer.
We werken elke deeltaak met een katern aangevuld met eigen materiaal.
Je volgt de studiewijzers
Herkansen mag alleen als je het werk op de studiewijzer afgetekend hebt.
Slide 2 - Tekstslide
De industriële samenleving in Nederland
Hoofdvraag: Welke gevolgen had de industrialisatie voor de Nederlandse samenleving
Deelvraag H1: Waarom begon de industriële revolutie in Engeland en hoe verliep deze industriele revolutie?
Slide 3 - Tekstslide
Pak je agenda!
Schrijf bij vandaag over één week op:
GS Maken en nakijken => Invulsamenvatting + open + gesloten vragen.
Leren: begrippen + samenvatting
Slide 4 - Tekstslide
Les 1 De industriële samenleving in Engeland
Wat moet je kennen en kunnen na deze les?
Je kan uitleggen wanneer en waarom de Industriële Revolutie juist in Engeland is begonnen.
Je kan beschrijven wat een agrarische revolutie is.
Je kan uitleggen wanneer met spreekt van een demografische revolutie.
Je kent de begrippen.
Slide 5 - Tekstslide
De agrarische revolutie
In de 18e eeuw werden de landgoederen in Engeland steeds groter. Een eigenaar had dus een steeds groter stuk land.
Hierdoor werd het voor eigenaren steeds interessanter om het land met machines te bewerken. Door deze mechanisatie werden de oogsten en opbrengsten veel groter. Er werd zelfs gesproken van een agrarische revolutie. Er werden steeds meer 'nieuwe' gewassen verbouwd, zoals de aardappel. Er kwam dus steeds meer voedsel beschikbaar.
Landeigenaren verdienden veel geld en hadden voldoende kapitaal (geld)
Je kan uitleggen wat de agrarische revolutie inhoudt
Slide 6 - Tekstslide
Demografische revolutie
Door de agrarische revolutie was er mensen genoeg te eten voor alle mensen. En genoeg te eten = meer kinderen ;-)
De bevolking in Engeland werd tussen 1750 en 1850 drie keer zo groot.
Er stierven ook minder mensen aan allerlei ziekten doordat er betere hygiëne en de gezondheidszorg/medische kennis verbeterde snel.
Als de bevolking sterk groeit, doordat er minder mensen sterven, noemen we dat een demografische revolutie.
Je kan uitleggen wanneer met spreekt van een demografische revolutie.
Slide 7 - Tekstslide
Demografische revolutie
En terwijl de bevolking hard groeide was er als gevolg van de mechanisatie in de landbouw voor steeds minder mensen werk. Het werk werd steeds meer door machines gedaan! Uitkeringen etc bestonden niet....
Er was dus een dubbel probleem: het aantal mensen nam toe en het aantal banen in de landbouw nam af.
Mensen gingen overal op zoek naar werk....
Je kan uitleggen wanneer met spreekt van een demografische revolutie.
Slide 8 - Tekstslide
Huisnijverheid
Veel boeren met een kleine boerderij hadden niet meer al hun tijd nodig om hun akkers te bewerken en het vee te verzorgen. Ook hadden ze extra inkomen nodig.
Naast het bewerken van het land, maakten de boeren potten, manden, meubels.
Naarmate er steeds meer mensen kwamen hielden de kleine boeren zich steeds meer bezig met weven en spinnen. Ze maakten stoffen om kleding van te maken. Want al die mensen hadden echt (warme) kleding nodig!
Het thuis produceren van goederen noem je huisnijverheid.
Je kan uitleggen waarom de Industriële Revolutie in Engeland is begonnen.
Slide 9 - Tekstslide
Weven en spinnen
Voor het maken van stoffen (textiel) zijn weven en spinnen belangrijk. Spinnen is de draden maken, weven is met deze draden stoffen maken.
Voor het weven heb je meer draad nodig dan een spinner kan maken: om één wever aan het werk te houden waren wel 8 tot 16 spinners nodig!
Dit ging allemaal veel te langzaam. Uitvinders stortten zich op het probleem en rijke Engelsen betaalden graag voor deze uitvindingen!
De uitvinder James Hargreaves loste dit probleem met spinnen op met de uitvinding van de Spinning Jenny. Nu konden er acht draden tegelijk gesponnen worden.
Net als een weefgetouw kon de Spinning Jenny prima in de huisnijverheid worden gebruikt.
Je kan uitleggen waarom de Industriële Revolutie in Engeland is begonnen.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Van spierkracht naar waterkracht
Ondanks dat de Spinning Jenny een echte verbetering was, ging de productie van stoffen nog steeds erg langzaam. Er werden steeds meer uitvindingen gedaan om de productie van textiel te vergroten.
Zo vond Richard Arkwright een weefgetouw uit dat je kon koppelen aan een waterrad: het waterframe.
Omdat het waterframe groot was én omdat het stromend water nodig had, werd het geplaatst in gebouwen die daarvoor geschikt waren: de eerste fabrieken.
Je kan uitleggen waarom de Industriële Revolutie in Engeland is begonnen.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Aan de slag!
Maak de invulsamenvatting. Gebruik hier je boek bij!
Maak de gesloten vragen in je reader.
De open vragen maak je in je schrift. Let op dat je je antwoorden goed formuleert. Herhaal de vraag. Zorg dat je je werk goed bijhoudt, dit moet je aftekenen!
We werken twee lessen aan dit hoofdstuk.
Nakijkbladen vind je op It's
timer
15:00
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Even herhalen!
Slide 17 - Tekstslide
De grote verandering waarbij huisnijverheid vervangen wordt door productie in fabrieken en veel mensen in fabrieken gaan werken noem je de........
A
Industriële revolutie
B
Agrarische revolutie
C
Demografische revolutie
D
industriesector
Slide 18 - Quizvraag
In welk land begon de industriële revolutie
A
Belgie
B
Nederland
C
Engeland
D
Amerika
Slide 19 - Quizvraag
In welke eeuw begon de Industriële revolutie in Engeland?
A
16e eeuw
B
17e eeuw
C
18e eeuw
D
19e eeuw
Slide 20 - Quizvraag
In welke beroepen begon de Industriële revolutie?
A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel
Slide 21 - Quizvraag
Als machines het werk van mensen overnemen dan is er sprake van?
A
Mechanisatie
B
Automatisering
C
Industrialisatie
D
Specialisatie
Slide 22 - Quizvraag
Wat houdt een demografische revolutie in?
A
Meer mensen gaan verhuizen naar de stad
B
Grote bevolkingsgroei doordat minder mensen sterven
C
Grote hoeveelheid mensen gaat verhuizen naar een stad
D
Meer mensen doen aan landbouw
Slide 23 - Quizvraag
De agrarische revolutie was een oorzaak van de industriële revolutie.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quizvraag
De industriële revolutie is een gevolg van de demografische revolutie.
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de schietspoel
B
de spinning jenny
C
een weefgetouw
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist
Slide 26 - Quizvraag
Les 2 De industriële samenleving in Engeland
Wat moet je kennen en kunnen na deze les?
Je kan drie uitvindingen noemen die van belang zijn voor de Industriële Revolutie en uitleggen hoe deze uitvindingen werken.
Je kan uitleggen welke gevolgen de Industriële Revolutie voor de arbeiders heeft gehad.
Je kan uitleggen wat urbanisatie is en hoe de urbanisatie in de 19e eeuw tot stand kwam.
Je kent de begrippen van hoofdstuk 1.
Slide 27 - Tekstslide
Van waterkracht naar stoomkracht
Om het Waterframe (waterrad) te laten draaien heb je stromend water nodig, anders draait het rad tenslotte niet. Vooral in de zomer is er niet altijd voldoende stromend water beschikbaar.
Zodoende werkten uitvinders aan een andere oplossing. Deze oplossing was stoomkracht. Door de verbetering die James Watt in 1776 aan de stoommachine toevoegde kon stoomkracht voortaan worden ingezet bij het weven. En bij vervoer. Machines konden nu zelf bewegen, zolang er maar stoom was...
Je kan drie uitvindingen noemen die van belang zijn voor de Industriële Revolutie en uitleggen hoe deze uitvindingen werken.
Slide 28 - Tekstslide
Van waterkracht naar stoomkracht
Als snel werden er steeds meer fabrieken met stoommachines gebouwd.
Doordat de kennis van de stoommachine ook op vervoer werd toegepast konden er treinen gaan rijden. Met grondstoffen. En de gemaakte producten uit de fabrieken.
Deze fabrieken konden nu overal worden gebouwd. Dus niet meer perse aan een rivier of aan de zee of dicht bij de benodigde grondstof.
Fabrieken werden steeds vaker in gebieden gebouwd waar genoeg arbeiders voor handen waren.
Werkeloze landarbeiders trokken naar de fabrieken toe en werden fabrieksarbeiders.
En de steden begonnen te groeien en te groeien...
Je kan uitleggen welke gevolgen de Industriële Revolutie voor de arbeiders heeft gehad.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Slechte arbeidsomstandigheden
Het doel van fabrikanten was zo snel en zo veel mogelijk veel winst maken.
Zodoende wilden ze de kosten laag houden. Hoe minder ze een arbeider betaalden hoe meer zij tenslotte verdienden...
Doordat er een overschot aan arbeiders was, konden fabrikanten hun arbeiders lang en hard laten werken tegen een laag loon. Als het je niet beviel zocht je maar iets anders! Tijdens de Industriële Revolutie gebeurde dat dan ook veel. Hierdoor waren de arbeidsomstandigheden erg slecht.
Het hele gezin (ook de kinderen) werkte mee en er gebeurden veel ongelukken bij de vaak onveilige machines. Veel mensen werden ziek in de fabrieken... en uitkeringen of hulp als je ziek was bestond nog niet.
Je kan uitleggen welke gevolgen de Industriële Revolutie voor de arbeiders heeft gehad.
Slide 31 - Tekstslide
Industriesteden
Dankzij de stoommachines was het dus mogelijk om overal fabrieken te bouwen.
En omdat arbeiders vooral lopend naar het werk gingen (mensen bezaten nog geen auto of fiets) wilden/moesten arbeiders het liefst zo dicht mogelijk bij de fabriek wonen.
De dorpen in de buurt van de fabriek groeiden uit tot steden.
Mensen trokken massaal van het platteland naar de steden op zoek naar werk . Deze trek van het platteland naar de stad heet urbanisatie.
Je kan uitleggen wat urbanisatie is en hoe de urbanisatie in de 19e eeuw tot stand kwam.
Slide 32 - Tekstslide
Wonen in drukke steden
Bij het bouwen van de duizenden nieuwe arbeidershuizen was vaak niet of amper nagedacht over de aanleg van waterleiding, riolering, straatverlichting, afvalverwijdering of de verharding van de straten en stegen.
De huizen waren te klein, te koud, te vochtig.
De stad was daardoor vies, onveilig, overbevolkt, smerig en ongezond.
Voor de arbeiders een probleem omdat ze ongezond waren en een troosteloos leven leidden.Voor fabrikanten 'lastig' want de arbeiders waren vaker ziek dan handig was...
Je kan uitleggen welke gevolgen de Industriële Revolutie voor de arbeiders heeft gehad.
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Slide 35 - Video
Slide 36 - Video
Aan de slag!
Maak de invulsamenvatting. Gebruik hier je boek bij!
Maak de gesloten vragen in je reader.
De open vragen maak je in je schrift. Let op dat je je antwoorden goed formuleert. Herhaal de vraag. Zorg dat je je werk goed bijhoudt, dit moet je aftekenen!
Nakijkbladen vind je op It's Learning
timer
10:00
Slide 37 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak de invulsamenvatting. Gebruik hier je boek bij!
Maak de gesloten vragen in je reader.
De open vragen maak je in je schrift. Let op dat je je antwoorden goed formuleert. Herhaal de vraag. Zorg dat je je werk goed bijhoudt, dit moet je aftekenen!