Hoofdstuk 1 - Gedrag

Hoofdstuk 1
Gedrag
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 11 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1
Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

LessonUp
  • Download de app of ga naar lessonup.app
  • Voeg jezelf toe aan de klas met de code: zxrye
  • Log in met Office 365 en je schoolaccount

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Gebruiken van boek
  • Opdrachten ( ) en *
  • Toepassen
  • Examentraining en samengevat
  • Practica

Slide 5 - Tekstslide

1.1 
  • Je licht de sociale functies van gedrag toe en de rol in het vergroten van de overlevingskansen
  • Je herkent de sociale functies van rituelen en signalen
  • Je beschrijft hoe territoriumgedrag de overlevingskansen voor het individu vergroot

Slide 6 - Tekstslide

Groepswerk: lees 1.1 en zoek op het internet een passend voorbeeld van territoriumgedrag, paringsgedrag en broedzorg bij dieren. Upload hier een foto, zorg dat je groepje er uitleg bij kan geven.

Slide 7 - Open vraag

Gedrag
- Handelingen die met elkaar samenhangen en samen een doel hebben.
- Respons op een prikkel uit de omgeving (signaal als het van een soortgenoot komt)
- Verhoogt overlevingskansen

Slide 8 - Tekstslide

Sociaal gedrag
- Ritueel gedrag
- Persoonlijke ruimte
- Aanzien (rangorde)
- Communicatie
- Paringsgedrag en broedzorg

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk met je groepje het beste antwoord op deze vraag en op vraag 3 uit 1.1.
Bespreek met je groepje vraag 3 en bedenk gezamenlijk het beste antwoord op de vraag.

Slide 10 - Tekstslide

1.2
- Je herkent verschillende typen prikkels die een rol spelen bij het ontstaan van gedrag
- Je legt uit hoe motivatie en drempelwaarde de reactie op een prikkel bepalen
- Je herkent aangeboren en aangeleerd gedrag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Prikkels
- Inwendige en uitwendige
- Respons

Slide 14 - Tekstslide

Sleutelprikkels
- Prikkel die altijd hetzelfde gedrag tot gevolg heeft
- Supernormale prikkel: versterkte sleutelprikkel, hierop volgt een extra sterke respons

Slide 15 - Tekstslide

Motivatie en drempelwaarde
  • Hogere motivatie zorgt voor lagere drempelwaarde en andersom

Slide 16 - Tekstslide

Aangeboren en aangeleerd
Aangeboren: gedrag dat is vastgelegd in het erfelijk materiaal. Alle organismen van een soort kunnen dit gedrag vertonen, wordt ook wel instinct genoemd. Reflexen horen ook bij aangeboren gedrag.
Aangeleerd: gedrag dat is ontstaan uit een leerproces, dit is wat een organisme tijdens het leven leert.

Slide 17 - Tekstslide

1.3
- Je herkent verschillende vormen van conflictgedrag
- Je herkent klassieke en operante conditionering

Slide 18 - Tekstslide

Conflictgedrag
Ambivalent gedrag
Overspronggedrag
Omgericht gedrag

Slide 19 - Tekstslide

Zoek met je groepje van elke soort conflictgedrag een voorbeeld uit het dierenrijk.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

Conditioneren
  • Klassiek: koppelen neutrale prikkel (bel) aan een prikkel (eten) die bepaald gedrag (kwijlen) oproept - passief leren
  • Operant: leggen van verband tussen gedrag (poot geven) en voordeel (beloning) of nadeel dat dit oplevert - actief leren

Slide 22 - Tekstslide

1.4
- Je herkent de bouwstenen waaruit gedrag is opgebouwd
- Je beschrijft de elementen van gedrag in een ethogram
- Je ontwerpt een gedragsonderzoek met een correcte onderzoeksvraag, ethogram en protocol

Slide 23 - Tekstslide

Leergedrag
- Imitatie: gedrag dat je leert door een soortgenoot na te doen
- Inzicht: bedenken van een oplossing voor een probleem, hiervoor is begrip van oorzaak en gevolg nodig.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Gedrag beschrijven
  • Gedragselementen: losse gedragingen (voedsel oppakken)
  • Gedragsketen: gedragselementen volgen elkaar op in een bepaalde volgorde 
  • Gedragssystemen: samenhandende gedragsketens (voedsel verzamelen)

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

1.5
- Je herkent verschillende vormen van leergedrag bij mensen (en dieren)
- Je herkent waarden en normen van menselijk gedrag

Slide 36 - Tekstslide

Ontwikkeling kinderen
  • Na 3 maanden meer bewust gedrag - aangeleerd
  • Na 8-9 maanden los van ouders en omgeving
  • Na 2-3 jaar eigen 'ik'
  • Spelen om spieren te leren beheersen, sociale vaardigheden oefenen, rollenspellen (rolpatronen)

Slide 37 - Tekstslide

Inprenten
Leren in de gevoelige periode (moeder herkennen door beweging en geluiden, taal leren, soortgenoten herkennen)

Slide 38 - Tekstslide

Leergedrag
  • Trial and error: leren door uit te proberen, als het lukt is dit een beloning, als het niet lukt een straf
  • Gewenning: niet meer reageren op een prikkel die geen zinvolle informatie bevat

Slide 39 - Tekstslide

Normen en waarden
Waarde: opvatting over wat belangrijk is in ons bestaan (bijv. eerlijkheid)
Norm: gedragsregel gebaseerd op een waarde (bijv. je mag niet liegen, niet spieken, niet stelen)

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

  • Ritueel gedrag, rangorde, territorium(gedrag), dreiggedrag
  • Prikkels (inwendig en uitwendig) en signalen, sleutelprikkel en supernormale prikkel
  • Motivatie en drempelwaarde
  • Aangeboren gedrag (instinct)
  • Ambivalent, oversprong-, en omgericht gedrag
  • Klassiek (Pavlov) en operant conditioneren
  • Gedragselementen, gedragsketen, gedragssytemen
  • Ethogram (kwalificeren) en protocol (kwantificeren), antropomorfisme
  • Reflexen, bewust gedrag, spelen
  • Inprenten, trial and error, imitatie, gewenning
  • Normen en waarden

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Tekstslide

Geef de naam die in de gedragsleer wordt gebruikt voor een bepaald signaal zoals het feromoon, dat deze reactie bij de mannetjes opwekt.

Slide 45 - Open vraag

Slide 46 - Tekstslide

Met welke term uit de ethologie zou je het gedrag van de watervlooien kunnen omschrijven als zij op willekeurige wijze op zoek zouden gaan naar plekken met een hogere zuurstofconcentratie?ing
A
Gewenning
B
Inzicht
C
Klassieke conditionering
D
Trial and error

Slide 47 - Quizvraag

Slide 48 - Tekstslide