Diagnostische toets H1, 4, 5 Grammatica zinsdelen

Diagnostische toets - Grammatica zinsdelen, samengestelde zinnen en zinsdeelzinnen
Lees de vragen goed! Bij de open vragen moet je soms twee antwoorden geven! Er zijn in totaal 24 vragen.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Diagnostische toets - Grammatica zinsdelen, samengestelde zinnen en zinsdeelzinnen
Lees de vragen goed! Bij de open vragen moet je soms twee antwoorden geven! Er zijn in totaal 24 vragen.

Slide 1 - Tekstslide

Neem onderstaande zin over en zet een schuine streep tussen de zinsdelen (zorg dat er voor en na de schuine streep een spatie staat):

Tijdens het bezoek van de koningin aan Marken gaf een schattig, klein meisje haar met een grote glimlach een bos prachtige Hollandse tulpen.

Slide 2 - Open vraag

Vanwege het hoge inkomen besloot Janiek een andere baan te nemen.

'een andere baan' is de zin hierboven:
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Quizvraag

Tijdens het bezoekje van het inbrekersgilde sloeg de hond helaas niet aan.

Het werkwoordelijk gezegde in de zin hierboven is:
A
sloeg
B
sloeg niet
C
sloeg aan
D
sloeg niet aan

Slide 4 - Quizvraag

Vanmorgen heb ik de buurman een brood en een pak melk gegeven.

'de buurman' is in bovenstaande zin:
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 5 - Quizvraag

Vanwege de enorme vraag naar mondkapjes kan het bedrijf deze niet meer op tijd leveren.

'vanwege de enorme vraag naar mondkapjes' is in bovenstaande zin:
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 6 - Quizvraag

Het bedrijf kan de bestelling helaas niet op tijd leveren.

'de bestelling' is in bovenstaande zin:

A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Quizvraag

Ondanks de huidige crisis hebben we deze hele week toevallig niets besteld.

Wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in bovenstaande zin?
A
ondanks de huidige crisis, deze hele week
B
deze hele week, toevallig, niets
C
ondanks de huidige crisis, deze hele week, toevallig, niets
D
ondanks de huidige crisis, deze hele week, toevallig

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de structuur van deze samengestelde zin:

Wie vriendelijk is, wordt daarvoor beloond
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de structuur van deze samengestelde zin:

Jeroen wist niet of hij dit jaar wel bij de selectie zou komen.
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de structuur van deze samengestelde zin:

Omdat we thuis werken, krijgen we een diagnostische toets!
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de structuur van deze samengestelde zin:

Zij wil niet mee naar de Efteling, want ze geeft niets om pretparken
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de structuur van deze samengestelde zin:

Wat je niet snapt, kun je vragen aan je docent.
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz

Slide 13 - Quizvraag

Geef aan wat het voegwoord is in onderstaande zin EN of er sprake is van een neven- of onderschikking.

Het brood was op, aangezien mensen massaal hebben gehamsterd.

Slide 14 - Open vraag

Geef aan wat het voegwoord is in onderstaande zin EN of er sprake is van een neven- of onderschikking.

Wij zouden best naar de bioscoop willen gaan, maar nu huren we online een filmpje.

Slide 15 - Open vraag

Geef aan wat het voegwoord is in onderstaande zin EN of er sprake is van een neven- of onderschikking.

Terwijl ik zit te wachten op antwoord, maak ik nog een lesje.

Slide 16 - Open vraag

In onderstaande zin staat een bijzin. Neem de bijzin over.

Aan wie het horen wil, vertelt zij over haar overwinning met scrabble.

Slide 17 - Open vraag

In onderstaande zin staat een bijzin. Neem de bijzin over.

Ik kan je niet vertellen of alle online lessen allemaal zijn gelukt.

Slide 18 - Open vraag

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

Wie niet horen wil, moet maar voelen.

A
onderwerpszin
B
lijdendvoorwerpszin
C
meewerkendvoorwerps-zin
D
bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

Slide 19 - Quizvraag

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

Toen de auto moest uitwijken, reed deze tegen een boom aan.

A
onderwerpszin
B
lijdendvoorwerpszin
C
meewerkendvoorwerps-zin
D
bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

Slide 20 - Quizvraag

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

Ik wist echt niet dat hij gisteren jarig was.

A
onderwerpszin
B
lijdendvoorwerpszin
C
meewerkendvoorwerps-zin
D
bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

Slide 21 - Quizvraag

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

Ik had mijn pyjama nog aan, toen ik per ongeluk de camera aanzette.

A
onderwerpszin
B
lijdendvoorwerpszin
C
meewerkendvoorwerps-zin
D
bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

Slide 22 - Quizvraag

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

De bezorger gaf het pakket af aan wie op dat moment de deur opendeed.

A
onderwerpszin
B
lijdendvoorwerpszin
C
meewerkendvoorwerps-zin
D
bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

Slide 23 - Quizvraag

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

Mijn ouders hebben een heel gaaf spel besteld, omdat we dit weekend met z'n allen thuis zijn.

A
onderwerpszin
B
lijdendvoorwerpszin
C
meewerkendvoorwerps-zin
D
bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

Slide 24 - Quizvraag

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

Dat jij met je snotneus thuisblijft, vind ik niet meer dan normaal op dit moment.

A
onderwerpszin
B
lijdendvoorwerpszin
C
meewerkendvoorwerps-zin
D
bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

Slide 25 - Quizvraag

Einde toets
Ik ga deze oefentoets voor je nakijken!
Je mag lekker gaan lezen. Heb je geen boek bij je, kies dan een leestekst uit bij de docent.

Slide 26 - Tekstslide