week 37 (week 3)

Programme d'aujourd'hui! 
  • Parler/phrases-clés 
  • Vorige week? Huiswerk? Werkwoorden herhaald?
  • Corriger (zelfstandig met nakijkboekje in bronnen) t/m 12
  • Uitleg bron C (grammaire présent/passé composé)
  • Voca A en voca B overhoren. Ken je ze al? Vragen?
  • Faire: exercice 13 + 14 (Tm 14C af voor morgen)
  • Actualité : wat heb je onthouden van het fragment?
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programme d'aujourd'hui! 
  • Parler/phrases-clés 
  • Vorige week? Huiswerk? Werkwoorden herhaald?
  • Corriger (zelfstandig met nakijkboekje in bronnen) t/m 12
  • Uitleg bron C (grammaire présent/passé composé)
  • Voca A en voca B overhoren. Ken je ze al? Vragen?
  • Faire: exercice 13 + 14 (Tm 14C af voor morgen)
  • Actualité : wat heb je onthouden van het fragment?

Slide 1 - Tekstslide

Parler/phrases-clés
Par exemple.....                   Ça va? Tu as quel âge? Tu habites où?
Tu as des frères et soeurs? 
Ton anniversaire, c'est quand?
Ta mère est comment? Tu as un chien? Un animal domestique?
Ton chien est comment?
Qui est ton meilleur ami? Qui est ta meilleure amie?
Il habite près de chez toi? Vous êtes souvent ensemble?
Qu'est-ce que vous aimez faire?

Slide 2 - Tekstslide

La semaine dernière
Ken je de werkwoorden aller/faire en het -er werkwoord?

Zijn de opdrachten t/m 12 af?
Kijk ze vandaag zelfstandig na met het nakijkboekje bij bronnen op it's learning!

Slide 3 - Tekstslide

Bron C
Bij bron C herhaal je de présent en de passé composé van het werkwoor op -er.
Daarnaast leer je hoe je de passé composé van drie onregelmatige werkwoorden maakt.

Deze week herhaal je in het schrift de twee andere onregelmatige werkwoorden van vorig jaar: être + avoir!

Slide 4 - Tekstslide

Welke Franse werkwoorden ken je al?

Slide 5 - Woordweb

En néerlandais
In het Nederlands vind je de stam van een werkwoord door het werkwoord in de ik-vorm te zetten:
Kijken - ik kijk, dus is kijk de stam
Jij kijkt, dus is t in dit geval de uitgang

Slide 6 - Tekstslide

En français
Werkwoorden die eindigen op -er:

Stap 1: Vind de stam-> hele werkwoord min -er
parler   - er = parl (stam)








Slide 7 - Tekstslide

Wat is de stam van:
danser, nager?

Slide 8 - Open vraag

      Je                         +e             Je parle
        Tu                         +es          Tu parles
    Il/elle/on           +e             Il parle
                  Nous                  +ons        Nous parlons
               Vous                  +ez            Vous parlez
           Ils/elles            +ent         Ils parlent
Chanter - habiter - regarder - écouter - danser - marcher

Stap 2:  Voeg daarna de uitgangen toe:

Slide 9 - Tekstslide

Stap 1 is:
A
uitgang erachter zetten
B
infinitief + uitgang
C
de infinitief min -er, dan krijg je de stam

Slide 10 - Quizvraag

En stap 2 was....
Stam + uitgang

Slide 11 - Tekstslide

e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-

Slide 12 - Sleepvraag

Les verbes réguliers en -ER
Let op de uitspraak van de uitgangen!

Slide 13 - Tekstslide

Je (regarder) la télé.
timer
0:15
A
regardons
B
regardes
C
regarde
D
regardent

Slide 14 - Quizvraag

Nathalie (aimer) son chien.
timer
0:15

Slide 15 - Open vraag

Welke vervoeging is onjuist
A
Je danse
B
Elles danse
C
On danse
D
Vous dansez

Slide 16 - Quizvraag

Pierre et Lisa (manger) une pomme.

Slide 17 - Open vraag

Passé composé


J'ai organisé une fête.
Nous avons regardé un film.



Slide 18 - Tekstslide

De passé composé gebruik ik om ...
A
iets over het verleden te vertellen
B
iets over de toekomst te vertellen

Slide 19 - Quizvraag

De passé composé bestaat uit ...
A
een hulpwerkwoord en een heel werkwoord
B
een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Kies de juiste vorm van de passé composé
Il .... tennis. (jouer)
A
a joué
B
as joué

Slide 22 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van de passé composé
Elles ... son frère. (appeler)
A
ont appelé
B
avons appelé

Slide 23 - Quizvraag

Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé.
Tu ... la série? (regarder)

Slide 24 - Open vraag

Bonjour! Cours 2
  • Parler/présente-toi
  • Kennen jullie voca A en voca B? Aanmelden bij quizlet!
  • Staan être en avoir al in in het schrift
  • Nog vragen over de grammatica? (bron C)
  • Passé composé onregelmatige werkwoorden!
  • Ex. 14 afmaken en bespreken
  • Devoirs pour demain: ex 15 (vwo) en leren bron C

Slide 25 - Tekstslide

Bonjour! Cours 3
  • Extra uitleg passé composé voor vwo!
  • Weektaak afmaken: zie it's learning

Slide 26 - Tekstslide

Wanneer verandert volt deelwoord wél?

Als het hulpwerkwoord van de passé composé 'être' is:

een extra E als het onderwerp vrouwelijk is

een extra S als het onderwerp meervoud is

(en dus een extra ES als het onderwerp én vrouwelijk en meervoud is)

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeelden

Wij hebben ontmoet =

Nous avons rencontré

Zij zijn gegaan =

Ils sont allés/Elles sont allées

Zij hebben gehuurd =

Ils ont loué/Elles ont loué


Slide 28 - Tekstslide

Les verbes réguliers
  • werkwoorden op -er




    Klas 2 erbij:
  • werkwoorden op -ir
  • werkwoorden op -re
Les verbes irréguliers
  • être
  • avoir
  • aller
  • faire

    Klas 2 erbij
  • pouvoir, vouloir, prendre, venir

Slide 29 - Tekstslide

timer
1:30

Slide 30 - Tekstslide

timer
2:00

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

vous faites
je fais
il fait
ils font
on fait
tu fais
men doet/maakt
Léa en Marc doen/maken
ik doe/maak
jullie doen/maken
jij doet/maakt
hij doet/maakt

Slide 33 - Sleepvraag

Madame Kallache, vous ___________ quoi?
A
faites
B
faisons
C
fait
D
fais

Slide 34 - Quizvraag

Au travail!
Prêt? Slim stampen A
En silence, zodat iedereen zich kan concentreren

Slide 35 - Tekstslide

Introduction chapitre 1
Au travail: faites exercices 1ab-2-3
Fini? Faites le jeu 'cherche quelqu'un qui' à la page 6 de votre cahier d'exercices.

Slide 36 - Tekstslide

Qu'est-ce que vous avez appris?

Slide 37 - Woordweb

Slide 38 - Tekstslide

Fini? 
Faites 'Francofolies' à la page 37-38.

Slide 39 - Tekstslide