Week 3

Programma van de week
- Spelling 3.5
- Lezen uit een leesboek op niveau
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma van de week
- Spelling 3.5
- Lezen uit een leesboek op niveau

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen?
- Ik weet wat een voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord zijn en ik ken de bijbehorende spellingsregel.
- Ik weet wanneer ik tussenletters in samenstellingen gebruik.
- Ik kan de dicteewoorden correct spellen.
- Ik zorg voor een leesboek op niveau.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesboek
C-boek vanaf 13 jaar (D-boek mag natuurlijk ook).
Waar haal ik dat? 
- Mediatheek (ma t/m woe tussen 8.00-16.00)
- bibliotheek Drachten (via de afhaalservice: eerst een aanvraag doen)
- Heb je een bibliotheekpas? Dan kun je ook via de onlinebibliotheek.nl boeken lenen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk 
We gaan eerst aan de slag, daarna bespreken we de theorie en opdrachten.
- Mk online, spelling 3.5 opdracht 1 t/m 5

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk/Theorie 1
- Bespreken/herhalen voltooid deelwoord en tegenwoordig/onvoltooid deelwoord.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruiksaanwijzing T.X.K.FSCH.P

Stap 1: Kijk naar de infinitief (het hele ww)

Stap 2: Haal -en van de infinitief af
Stap 3: Kijk naar de letter waar het ww nu mee eindigt (laatste letter van de stam)

Stap 4: Staat deze letter in "taxi-kofschip"?

Stap 5: 
Ja: dan eindigt het ww in de vt op een -t(e) en in het vd (ik-vorm +t)
Nee: dan eindigt het ww in de vt op een d(e)en in het vd (ik-vorm + d)
Een paar voorbeelden

stap 1: verhuizen - foppen
stap 2: verhuiz - fopp
stap 3: -z - -p

stap 4: nee, ja
stap 5: 

Ik ben verhuisd

Ik ben gefopt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het onvoltooid deelwoord
Het hele werkwoord + d

huilend
lachend
gillend

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: wat ga ik zelf nog herhalen/oefenen/regelen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk/Theorie 2
Herhalen vd en td/od

Gezamenlijk theorie tussenletters in samenstellingen doornemen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Mk opdracht 7, 8, 9, 10 in tweetallen (ik deel jullie willekeurig in gespreksruimtes in).
Aan het einde van de les 'haal' ik jullie weer terug naar de centrale les. Je hoeft zelf dus niet ergens op te klikken. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
- Welke opdrachten moet je nog maken?
- Welke theorie moet je nog beter in je hoofd krijgen?
- Heb je een leesboek geregeld?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk/Theorie 3
- Herhalen tussenletters in samenstelling
- Tussen-s
- Tussen-(e)n basisregel en de zes uitzonderingsregels

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bedrijf + spionage
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ambassadeur + woning
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hardloop + schoenen
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wel of geen tussen-s?

station + chef
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Bijvoorbeeld station + hal
Met of zonder tussen-n?
A
hogeschool
B
hogenschool

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder tussen-n?
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je schrijft een tussen-n als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud heeft op -en
A
fout
B
goed

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom schrijf je horlogemaker zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar 1 van.
B
Dit woord heeft twee meervouden.
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom schrijf je maneschijn zonder tussen -n?
A
Je hebt er maar 1 van
B
Het eerste woord heeft een sterke betekenis
C
Het woord kan op -en en op -s eindigen
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke samenstelling is de tussen -n onterecht geplaatst?
A
reuzentrots
B
speldenknop
C
bessenjam
D
kurkentrekker

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn drie uitzonderingen op de regel over de tussen-n. Welke uitzondering is JUIST?
A
Het linkerdeel heeft een meervoud dat eindigt op -es.
B
Het gaat om een aan elkaar gegroeide woordgroep.
C
Het linkerdeel van de samenstelling verwijst naar een persoon of zaak die uniek is.
D
Ik weet het niet.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen?
- Ik weet wat een voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord zijn en ik ken de bijbehorende spellingsregel.
- Ik weet wanneer ik tussenletters in samenstellingen gebruik.
- Ik kan de dicteewoorden correct spellen.
- Ik zorg voor een leesboek op niveau.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
- Talent online mk 3.5 testjezelf
- Heb je een leesboek op niveau geregeld? Titel en schrijver graag in het bestand in Teams invullen. Vanaf maandag beginnen we daar weer mee.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen behaald?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies