Korte herhaling belangrijke kernpunten H1 ,H3

Vandaag
1. Korte herhaling belangrijke kernpunten H1,H3 --> theorie!
2. Oefenen met formuleren --> tips!
3. D-toets bespreken --> welke stof extra oefenen / leren?

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vandaag
1. Korte herhaling belangrijke kernpunten H1,H3 --> theorie!
2. Oefenen met formuleren --> tips!
3. D-toets bespreken --> welke stof extra oefenen / leren?

Slide 1 - Tekstslide

H1 Aarde - Landschapszones
H2 Werelden - Stedelijke gebieden
H3 Aarde - Middellandse Zeegebied
SE - 1 (9 nov.)
22 vragen
Aantekening H7

Slide 2 - Tekstslide

Kennen & Kunnen
1) Welke landschapszones zijn er? Hoe beïnvloeden ze elkaar? 
2) Welke vormen van landdegradatie?
3) Hoe beïnvloeden geofactoren elkaar en hoe is dit te zien aan de bodemsamenstelling? 
4) Op welke manier(en) kan duurzaam landgebruik bijdragen aan het afremmen van landdegradatie?
5) Welke plaattektonische bewegingen vinden in het MZ plaats?
6) Hoe leidt de verschuiving van grote luchtdruksystemen tot een nat en een droog seizoen?
7) Hoe functioneren de verschillende vulkanen in het MZ, en waarom verschillen ze t.o.v. elkaar?
8) Welke combinatie van menselijke en natuurlijke kenmerken kunnen leiden tot landdegradatie?
9) Welke invloed heeft klimaatverandering op de schommeling van waterafvoer in de Nederlandse rivieren?
10) Welke ingrepen kan je doen in het stroomgebied om de vertragingstijd af te remmen?

Slide 3 - Tekstslide

Paar met elkaar doornemen..

Slide 4 - Tekstslide

Welke landschapszones zijn er? Hoe beïnvloeden ze elkaar? 
1. Polaire zone --> v.b. Toendraklimaat (ET)
2.Boreale zone --> v.b. Landklimaat (Df)
3. Gematigde zone --> v.b. Gematigd Zeeklimaat (Cf)
4. Subtropischezone --> v.b. Mediterraan klimaat (Cs)
5. Aride zone --> v.b Steppeklimaat (BS)
6. Tropische zone --> v.b. Tropisch Regenwoudklimaat (Af)

Slide 5 - Tekstslide

Welke landschapszones zijn er? Hoe beïnvloeden ze elkaar? 
Verschillen in klimaat leiden tot verschillen in wisselwerking tussen de geofactoren en daarmee tot verschillende landschapszones.

Verschillen binnen de landschapszones ontstaan door reliëf. 

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende soorten bodems
  • Tropisch regenwoud: rode bodems -> chemische verwering, geen humusvorming
  • Loofwoud: humus 
  • Naaldwoud: organisch afval, veel uitspoeling -> witgrijze bodem 


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende soorten bodems
  • Aride zone: neerslagtekort -> geen humusvorming, geen uitspoeling (alleen verdamping)
  • Gematigde breedte: nuttige neerslag 0, grassteppe -> geen uitspoeling, humusvorming
  • Polaire zone: kort groeiseizoen, lage temperatuur, veen -> geen uitspoeling (permafrost), geen humusvorming.

Slide 9 - Tekstslide

Inspoeling, uitspoeling? 
Uitspoeling = het bodemvormend proces waarbij deeltjes in de bodem van boven naar beneden verplaatst worden door neerslagwater.

Inspoeling =  als regenwater de opgeloste stoffen uit hogere lagen transporteert naar een lagergelegen laag. Dit kunnen organische humusbestanddelen zijn, maar ook ijzer. Een stijgende beweging van opgeloste stoffen is ook mogelijk, bijvoorbeeld bij uitdroging van de bodem.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Vormen van landdegradatie?
Bodemerosie is een natuurlijk proces.

Versnelde bodemerosie ontstaat wanneer de grond onbedekt raakt door menselijke activiteiten.
--> overbeweiding, ontbossing, uitputting, overbemesting, verdroging...

Slide 12 - Tekstslide

5) Wat zijn de belangrijkste processen die belangrijk zijn geweest voor de ontwikkeling van Amerikaanse steden?

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerken: Amerikaanse stad

- Suburbs: hier wonen mensen met hogere inkomens. Dit zijn woonwijken buiten de stad (voorsteden).

- CBD: Central Business District, het hart van de stad met chique winkels, uitgaansgelegenheden maar vooral kantoren.

Kenmerken: De Europese stad

- De opbouw van een Amerikaanse stad vind je ook terug in veel westerse steden. Het verschil is dat Europese steden nog een historisch centrum hebben. 

Denk hierbij aan Amsterdam, hier zie je nog veel pakhuizen vanuit de Gouden Eeuw.

Slide 14 - Tekstslide

6) Welke factoren sturen de internationale migratie naar NY, LA en Washington?


Bijvoorbeeld in NY: nabijheid Mexico -> relatief veel hispanics

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide




Welke plaattektonische bewegingen vinden in het MZ plaats?

Slide 17 - Tekstslide

MZ: bestaat uit een aantal microplaten die verschillende bewegingen t.o.v. elkaar maken: 

* Convergentie
* Divergentie
* Transforme

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Gevolgen:

  • Kreta: aardkorst die omhoog wordt gedrukt, omdat Afrikaanse plaat onder de Euraziatische plaat schuift. Al die platen zijn eigenlijk allemaal hooggelegen bergtopjes die a/h oppervlakte geduwd zijn. 

Slide 20 - Tekstslide

+ belangrijke kenmerken MZ
Mini-oceanen, een verdronken gebergte en een losgescheurde plaat.
  • Afgelopen 200 miljoen jaar zijn door convergente en divergente verzakte gebieden mini-oceanen ontstaan en weer dicht gedrukt (Tyrrheense Zee). 
  • Daar vinden nu alpiene plooiingsgebieden (= gebergte door botsing ontstaan in afgelopen 70 miljoen jaar) met jonge gebergte (Pyreneeën, Alpen en de Karpaten) bestaat uit sedimentgesteente (afgezet zand, klei en kalk op de bodem van de oceaan). 

Slide 21 - Tekstslide

Vulkanisme: door subductie veel vulkanen in Griekenland en vooral Italië. 
Etna op Sicilië bijzonder, omdat:


Slide 22 - Tekstslide

Vulkanisme: door subductie veel vulkanen in Griekenland en vooral Italië. 
Etna op Sicilië bijzonder, omdat: uiterlijk van stratovulkaan (maar is effusief, en niet zoals je zou verwachten explosief)

  • Ligt dicht op een convergente plaatgrens en kent rustig vulkanisme
  • Oorzaak: door de rek van de Tyrrheense Zee is er geen actieve, maar effusieve Etna ontstaan. 


Slide 23 - Tekstslide

 Hoe leidt de verschuiving van grote luchtdruksystemen tot een nat en een droog seizoen?

Slide 24 - Tekstslide

Verschillen verklaren
Zomer-winter

Zomer: 
subtropisch hogedrukgebied (30° NB) schuift omhoog

Hogedrukgebied: dalende lucht, wolken verdampen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Verschillen verklaren
Zomer-winter

Winter: 
  • subtropisch hogedrukgebied (30° NB) schuift omlaag
  • lage drukgebieden (60° NB) bewegen oostelijk over Middellandse Zeegebied.
  • Lage drukgebieden zuigen lucht aan. Koud uit noorden, warm uit zuiden. 
  • Deze botsen, stijgende lucht, depressie.





Slide 27 - Tekstslide

Welke invloed heeft klimaatverandering op de schommeling van waterafvoer in de Nederlandse rivieren?

Slide 28 - Tekstslide

Klimaatverandering
als gevolg van versterkte broeikaseffect:

  • neerslag neemt toe
  • gletsjers zullen sneller smelten
  • vaker extreme weersituaties

Slide 29 - Tekstslide

Gevolg voor rivieren
  1. onregelmatiger regiem rivieren door onregelmatig neerslagregiem
  2. vaker verhoogde piekafvoer door afname waterbergend vermogen uiterwaarde
  3. moeilijkere afvoer rivieren door verhoogde zeespiegel, hogere waterstanden en verzilting

Slide 30 - Tekstslide

Hoe voorbereiden?
1) Examentraining oefenen H1, H3 werkboek
2) Geografische vragen stellen bij het leren: wat gebeurt hier? Waarom gebeurt het juist hier? Bestudeer de bronnen in het leerboek goed.
6) Begrippen leren

Slide 31 - Tekstslide

Nog een tip..

Slide 32 - Tekstslide

Tips bij het geven van antwoorden

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Dimensies
politiek -> conflict, oorlog, plan/markteconomie, dictatuur/democratie
Sociaal-cultureel --> taal, godsdienst
Fysisch --> bergen, klimaat...
Economisch --> geld (lonen)
Demografisch --> bevolkingsaantallen

Slide 35 - Tekstslide

Schaalniveau's
mondiaal
continentaal
nationaal
regionaal
lokaal

Slide 36 - Tekstslide

Verband vragen
Zoek de woorden waar tussen het verband gevraagd wordt en laat deze letterlijk terugkomen

Als....... hoog/laag is, is ...................hoog/laag

Slide 37 - Tekstslide

Tips
Laat deel van de vraag terugkomen in je antwoord
Lees je antwoord na, heb je de vraag helemaal beantwoord? (niets vergeten, ver genoeg doorgeredeneerd)
Kijk of je antwoorddelen overeenkomen met het aantal punten
Begrip kunnen geven bij omschrijving

Slide 38 - Tekstslide

Opzoeken met de atlas
Inhoudsopgave- per gebied
Register van topografische namen - bv Longwy, Lualaba
Trefwoordenregister- bv Malaria, aardbevingen
Bladwijzer- bv Europa, VS

Slide 39 - Tekstslide

verband vragen
Wat is het verband tussen a en b?

Als.............., dan................


verband tussen urbanisatiegraad en urbanisatietempo

Slide 40 - Tekstslide

Vulkanisme
Ontstaat bij:
1.
2.
3.
In het MZ-gebied door.....
eruptietype.....
Vulkaantype....
Kenmerken magma..........


Slide 41 - Tekstslide

Luchtdruk
Hoge druk --> stijgende/dalende lucht --> droog/neerslag
Lage druk --> stijgende/dalende lucht --> droog/neerslag

Lucht gaat stijgen door:..
1
2
3

Slide 42 - Tekstslide

drietrapsstrategie
1.
2.
3.

Slide 43 - Tekstslide