Blok 5 - Spelling - les 2 - bezitsvorm en getallen

Wat is de bezitsvorm van 'Lars'?
A
Larses
B
Lars's
C
Lars'
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is de bezitsvorm van 'Lars'?
A
Larses
B
Lars's
C
Lars'

Slide 1 - Quizvraag

Wat zouden bezitsvormen zijn?
A
Geeft aan dat iets niet van iemand is.
B
Geeft aan dat iets van iemand is.
C
Geeft aan dat iets bezeten is.
D
Geeft aan dat iets iets is.

Slide 2 - Quizvraag

De tas van Sjaak staat daar.
Bezitsvorm
A
Sjaak's tas
B
Sjaaks tas
C
Sjaak zijn tas
D
Sjakies tas

Slide 3 - Quizvraag

Mijn moeder haar fiets .
bezitsvorm
A
mijn moeders fiets
B
mijn moeder's fiets
C
mijn moeder fiets
D
mijn moederen fiets

Slide 4 - Quizvraag

mijn opa zijn stoel
bezitsvorm
A
opas stoel
B
opaas stoel
C
opa's stoel
D
opapas stoel

Slide 5 - Quizvraag

De pen van Hans.
Bezitsvorm
A
Hanss pen
B
Hans' pen
C
Hans pen
D
Hansis pen

Slide 6 - Quizvraag

De kleren van Patrice.
Bezitsvorm
A
Patrice kleren
B
Patrices kleren
C
Patrice' kleren
D
Patricess kleren

Slide 7 - Quizvraag

Klik de goede spelling van de getallen aan.
A
Bij 2 winkels zijn de chocopinda’s in de aanbieding.
B
Bij twee winkels zijn de chocopinda’s in de aanbieding.

Slide 8 - Quizvraag

Klik de goede spelling van de getallen aan.
A
Ze kosten normaal drie euro, wat ik best duur vind.
B
Ze kosten normaal 3 euro, wat ik best duur vind.

Slide 9 - Quizvraag

Klik de goede spelling van de getallen aan.
A
Nu zijn ze maar 1 euro 50.
B
Nu zijn ze maar een euro vijftig.

Slide 10 - Quizvraag

Klik de goede spelling van de getallen aan.
A
Ik ben er vanochtend om 09.00 uur meteen naartoe gegaan.
B
Ik ben er vanochtend om negen uur meteen naartoe gegaan.

Slide 11 - Quizvraag

Klik de goede spelling van de getallen aan.
A
Gelukkig lagen er nog wel meer dan 50 zakken!
B
Gelukkig lagen er nog wel meer dan vijftig zakken!

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze van de getallen in de zin?
A
Ik had genoeg geld voor 4 zakjes.
B
Ik had genoeg geld voor vier zakjes.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze van de getallen in de zin?
A
Thuis telde ik alle pinda’s. Het waren er 138 !
B
Thuis telde ik alle pinda’s. Het waren er honderdachtendertig!

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze van de getallen in de zin?
A
Daarna heb ik tot ’s avonds 18:00 uur niets meer gegeten.
B
Daarna heb ik tot ’s avonds zes uur niets meer gegeten.

Slide 15 - Quizvraag