leesvaardigheid G2a 8/3/22

1 / 22
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Vandaag:
Herhalen tekstverbanden 
Voorbereiden pww door opdracht 4 (109) af te maken en te bespreken.

Slide 2 - Tekstslide

Welke tekstverbanden ken je?

Slide 3 - Woordweb

Vergelijk jouw antwoorden met het overzicht. Welke miste je?

Slide 4 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een tegenstellend verband aan?
A
als
B
dus
C
hoewel
D
zo

Slide 5 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft een oorzakelijk verband aan?
A
concluderend
B
met andere woorden
C
om te
D
dankzij

Slide 6 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft een samenvattend verband aan?
A
al met al
B
op voorwaarde dat
C
ter toelichting
D
terwijl

Slide 7 - Quizvraag

Vul het juiste signaalwoord in. We blijven bevriend, .... we ruzie krijgen.
A
tenzij
B
zodat
C
doordat
D
mits

Slide 8 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft een voorwaardelijk verband aan?
A
mits
B
daartoe
C
toch
D
te wijten aan

Slide 9 - Quizvraag

Welk signaalword geeft GEEN redengevend verband aan?
A
aangezien
B
daarom
C
immers
D
zodat

Slide 10 - Quizvraag

Vul het juiste signaalwoord in: Famke Louise #deednietmeermee .... ze een alternatief geluid wilde laten horen.
A
zodat
B
doordat
C
omdat
D
terwijl

Slide 11 - Quizvraag

Vul het juiste signaalwoord in: .... Frank de Boer veel kritiek kreeg, werd hij toch de nieuwe bondscoach.
A
toen
B
doordat
C
omdat
D
hoewel

Slide 12 - Quizvraag

Mijn broertje eet graag pannenkoeken, pizza's en hamburgers. Tekstverband?
A
doel-middel
B
tegenstelling
C
voorwaarde
D
opsomming

Slide 13 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort NIET bij het tekstverband vergelijking?
A
zoals
B
denk aan
C
evenals
D
net als

Slide 14 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband redengevend?
A
immers
B
want
C
mits
D
waarmee

Slide 15 - Quizvraag

Welk tekstverband gebruik je om dingen achterelkaar op te noemen?
A
concluderend tekstverband
B
uitleggend tekstverband
C
opsommend tekstverband
D
tijdsvolgorde

Slide 16 - Quizvraag

Omdat het glad is, ga ik lopend naar school. Tekstverband?
A
doel-middel
B
tegenstelling
C
voorwaardelijk
D
redengevend

Slide 17 - Quizvraag

Maak opdracht 4 op blz 109 af

Slide 18 - Tekstslide

nakijken
1 Leefstijlverandering / verandering van leefstijl
2 belemmeren (al. 3) – in de weg staan
primair (al. 4) – voornaamst; belangrijkst
impulsief (al. 4) – in een opwelling
mentale (al. 4) – geestelijke
autonomie (al. 5) – zelfstandigheid
genen (al. 5) – erfelijke eigenschappen van een mens
creëer (al. 6) – ontwerp
3 Diëten helpt niet om af te vallen, een leefstijlverandering wel.
4 alinea 2 tot en met 5

Slide 19 - Tekstslide

5 lichamelijke
6 Een dieet veronderstelt dat het bereiken van een streefgewicht (de juiste getallen) de sleutel is voor het vinden van levensgeluk.
7 Bij een leefstijlverandering pas je je eetpatroon en je activiteiten aan, aan wat je fijn vindt. Bij een dieet draait het alleen om het (in stapjes) bereiken van het juiste gewicht en (elke keer) als je dat niet haalt, voel je je ongelukkig.
8 • a onderliggende problemen worden niet opgelost → • b je raakt gestrest
•→ • c• je lichaam maakt cortisol en adrenaline aan •→ • d spierverlies, slechte spijsvertering, vermoeidheid → • e• afvallen lukt niet





Slide 20 - Tekstslide

9 oorzakelijk verband
10 blijvende
11 Zoek een tegenstelling: in de zin staat leefstijlverandering tegenover dieet; dus staat permanente tegenover tijdelijke. Dus is permanent hetzelfde als blijvend.
12 toegevend verband (toelichting: ook al ben je niet superslank)
13 redengevend verband (zie: dan ook)
14 Factoren zoals je genen, je gezondheid en je gewicht in het verleden, zijn niet beïnvloedbaar, maar bepalen wel deels hoeveel kilo’s je überhaupt kunt verliezen, hoe snel het afvallen gaat en hoe je eruitziet.
15 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld hoeveel je eet, snoept, sport, beweegt.
16 Wanneer je alleen aandacht hebt voor de getallen op de weegschaal en wat je ziet in de spiegel.

Slide 21 - Tekstslide

volgende les...
het proefwerk van pww 1 maken

Slide 22 - Tekstslide