Sova-les Discussie: Argumenteren Les 2 versie 2

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SOVAVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is volgens jou de betekenis van een argument?

Slide 2 - Open vraag

Argument
Een argument is in de logica datgene wat men stelt om op grond daarvan een conclusie te trekken, iets te betogen of te bewijzen. De term is verwant aan premisse, maar heeft een bredere betekenis.

Slide 3 - Tekstslide

Soorten argumenten: Feitelijk
Feitelijke argumenten zijn uitspraken waarvan de schrijver/spreker weet of denkt dat ze waar zijn. Ze zijn controleerbaar.
Ik doe liever geen eindexamen (standpunt), want als ik slaag moet ik naar een andere school (feitelijk argument).
De PVV is geen democratische partij (feitelijk argument), ik zal er dus nooit op stemmen (standpunt).
NB Een feitelijk argument hoeft niet waar te zijn; als de schrijver/spreker claimt dat zijn argument waar is, noemen we het een feitelijk argument. 

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld: Trump zegt dat hij de meest populaire president ooit is (standpunt), want bij zijn inhuldiging was de grootste menigte ooit (feitelijk argument). Wat vind jij? Schrijf op.

Slide 5 - Open vraag

Soorten argumenten: Waarderend 
Een waarderend argument is een uitspraak met een waarde-oordeel, de schrijver/spreker vindt iets (goed-slecht, mooi-lelijk, waardevol-waardeloos, wenselijk-onwenselijk). Deze argumenten moet je dan ook onderbouwen: je moet vertellen waarom jij dit een goed argument vindt.
Ik doe liever geen eindexamen (standpunt), want ik kan niet goed tegen die spanning (waarderend argument).
De PVV is een racistische partij (waarderend argument), ik zal er dus nooit op stemmen (standpunt).

Slide 6 - Tekstslide

Geef een voorbeeld geven van een waarderend argument? Kijk ook naar jezelf!

Slide 7 - Open vraag

Tegenargument
Je kunt het niet eens zijn met iemnd zijn of haar argumenten. Vooral als argumenten niet feitelijk zijn bied dit mogelijkeden om tegenargumenten te geven!
Maar hoe doe je dat?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is niet hanig om te doen als je een tegenargument geeft? Schrijf op!

Slide 9 - Open vraag

Om iemands mening aan te vallen kun je op twee manieren te werk gaan:
1) Je valt zijn standpunt aan. Deze tactiek heeft het meest zin bij feitelijke argumenten die waar zijn; die zijn namelijk niet te weerleggen, dus val je het standpunt aan.
Ik doe liever geen eindexamen (standpunt), want als ik slaag moet ik naar een andere school (feitelijk argument).Ik heb juist wel zin in het examen (standpunt), want ik heb echt zin in een nieuwe opleiding (waarderend tegenargument)
2) Je valt zijn argumentatie aan. Deze tactiek is vooral bruikbaar bij de waarderende argumenten en bij argumenten die niet zo feitelijk zijn als de spreker/schrijver presenteert.
Ik doe liever geen eindexamen (standpunt), want ik kan niet goed tegen die spanning (waarderend argument).Dan wordt het voor jou belangrijk om te leren omgaan met die spanning (tegenargument), dan ga jij ook graag examen doen (standpunt).

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn volgens jou "drogredenen" ?
Schrijf op!

Slide 11 - Open vraag

Wat zijn drogredenen?
Je kunt je standpunt op verschillende manieren onderbouwen. Doe je dat op een geldige manier dan gebruik je argumenten, doe je dat op een ongeldige manier, dan gebruik je drogredenen (ongeldige argumenten).
Het woord drogreden klinkt ernstig. Alsof degene die ze gebruikt een bedrieger is, maar ook argumenten die volledig te goeder trouw worden aangevoerd en worden geaccepteerd kunnen op den duur een drogreden blijken te zijn. Zo kun je in Nederland best een beroep doen op het principe dat je geen andere mensen mag doden, maar is dat voor veel mensen een drogreden in een land waar oorlog is, of waar de doodstraf geldt.

Slide 12 - Tekstslide

Je mening geven is dat (altijd) belangrijk? Moet je altijd je mening kunnen geven? Waarom wel of waarom niet? Schrijf op!

Slide 13 - Open vraag

Betekenis mening
Een mening uit zich in een uitspraak en de wezenlijke opdracht van de mening is een waardebepaling of beoordeling. Een mening geeft weer hoe iemand iets ziet. Wanneer twee of meer personen er een andere mening op na houden, dan spreken we van een meningsverschil.


Slide 14 - Tekstslide

Moreel besef
Een mening ontstaat op basis van eigen ervaring en kennis binnen de context van eigen sociale omgeving en karakter en is een gevolg van cognitief denken, waardoor het altijd gevormd is door individuele standpunten die beïnvloed zijn door wat er binnen de samenleving geldig is. Meestal komt hier ethiek bij kijken. In de politiek wordt het uitwisselen van verschillende meningen en opvattingen een debat genoemd. Waarbij uiteindelijk geldt dat de mening met de meeste aanhangers wint.
Een mening kan onder meer gaan over de vraag in hoeverre iets ethisch goed of slecht is. Met name zo'n mening wordt wordt een waardeoordeel genoemd! Ethisch handelt over wat goed en kwaad is. Het betekent of iets moreel verantwoord is. Moreel betekent gegrond op het innerlijk gevoel van goed en kwaad.

Slide 15 - Tekstslide

Artikel uit het Algemeen Dagblad van 03-02-2021.
John Bont is de enige leerkracht op basisschool Glanerbrug Noord in Enschede die geen corona kreeg. Hij is zich rot geschrokken van wat hij zag bij collega’s. ,,Enkelen waren dood- en doodziek. Dit willen we niet nog een keer meemaken.

Wat vinden jullie?

Slide 16 - Tekstslide

Artikel uit het Parool van 31-12-2021.
Slob de ChristenUnie-bewindsman noemt het een ‘opluchting’ dat de scholen weer open kunnen. “Voor kinderen is het natuurlijk het allerbeste dat zij weer naar school kunnen gaan en daar hun lessen kunnen krijgen.” Hij beklemtoont dat kinderen bij klachten ‘echt thuis moeten blijven’. “Dat geldt ook voor de kinderen van de basisscholen.” Hij stelt dat als een kind besmet blijkt de hele klas vijf dagen in quarantaine moet.
Ook voor de ouders is het fijn dat de scholen weer open gaan, vulde minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken & Werkgelegenheid) aan. “Het is goed nieuws dat ouders worden ontlast die in de afgelopen periode onderwijs voor hun kinderen moesten combineren met werk.” Het combineren van thuiswerken en de zorg voor jonge kinderen vraagt veel van ouders, zei Koolmees. “Hetzelfde geldt voor al die kinderopvangmedewerkers die onder stoom en kokend water de noodopvang hebben opgezet en draaiende gehouden.”

Slide 17 - Tekstslide

Wat vinden jullie? Geef je mening!
Moeten de huidige corona-maatregelen versoepelt worden? Is het een goed idee om de basisscholen weer open te doen komende maandag?
Welke argumenten heb je om voor of tegen versoepeling van de maatregelen te zijn?
Is het niet beter te wachten tot na de voorjaarsvakantie  die 18 februari begint? 

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf je mening op! Geef goede argumenten!

Slide 19 - Open vraag

Is het interessant? 
Kijk voor info op BRUUTTAAL.NL

https://www.bruuttaal.nl/leerling/lezen/argumentatie

Slide 20 - Tekstslide