Spelling 4.9 + 4.10 KGT

Wat gaan we deze les doen?

- Terugkoppeling vorige les
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?

- Terugkoppeling vorige les
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Doelen vorige les:

-Je herkent een voltooid deelwoord in een zin
-Je kunt het voltooid deelwoord goed spellen


Slide 2 - Tekstslide

Doelen van deze les
Aan het einde van deze les:

-kun je woorden met een g-klank goed spellen.
-kun je zelfstandige naamwoorden in het meervoud spellen;




Slide 3 - Tekstslide

G, gg of ch
Bij woorden met een g-klank 
hoor je niet altijd hoe je ze 
moet spellen. Deze klank 
wordt verschillend geschreven. 
Kijk maar naar de volgende 
woorden: liggen, kuchen. 
De spelling van deze woorden moet je uit je hoofd leren.

Slide 4 - Tekstslide

Meervoud van zelfstandige naamwoorden
De meeste zelfstandige naamwoorden hebben niet alleen een enkelvoud, maar ook een meervoud. 
Meestal maak je het meervoud door één van de volgende uitgangen te gebruiken: -(e)n of -s. 
Je hoort vaak hoe je het meervoud moet schrijven.

tent-tenten   rivier-rivieren  vakantie-vakanties   hotel-hotels

Slide 5 - Tekstslide

Er is een aantal regels waar je op moet letten: 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het meervoud van oma?
A
omaas
B
omaa's
C
oma's
D
omaen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meervoud van hobby?
A
hobbies
B
hobbie's
C
hobby's
D
hobbyen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud van hotel?
A
hotels
B
hotellen
C
hotelen
D
hotel's

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van huis?
A
huisen
B
huizen
C
huissen
D
huizzen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het meervoud van schip?
A
scheepen
B
schippen
C
schipen
D
schepen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het meervoud van idee?
A
ideeën
B
ideën
C
idees
D
idee's

Slide 12 - Quizvraag

Spelletje....
Je hebt nodig: wisbordje of A4 papier + stift.

Het gaat over zelfstandige naamwoorden.....

Oeiii, wat is een zelfstandig naamwoord ook alweer.....???
Wie weet het nog?? (Een woord voor een mens, dier of ding)

Slide 13 - Tekstslide

Spelletje....
  • Je krijgt één minuut de tijd. 

  • Als de timer start, schrijf je allemaal zo veel mogelijk zelfstandige naamwoorden over (de woorden staan op de volgende blz.) op je wisbordje/kladblaadje. 

  • Na één minuut stopt de tijd.



Slide 14 - Tekstslide

Daar gaan we... In 1 minuut, zoveel mogelijk zelfstandige naamwoorden opschrijven...
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Spelletje....

-Per zelfstandig naamwoord krijg je een punt. Zet 1 achter elk zelfstandig naamwoord.

Dit zijn de goede antwoorden:
laarzen, paraplu, druppel, ramen, strand, reis, handdoek, schelp, zee, kampvuur, tuin, fiets, vakantie, ijsje, warmte

  • Wie is de winnaar?

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Blok 4 spelling KGT:
Maken:
-4.9 KGT opdr.  23
-4.10 KGT opdr. 25
-Werkboekje NL 1 bladzijde 

KLAAR?   -bijspijkeren spelling H3 + H4 of lezen!
TIP!
Vind je een onderdeel lastig? Bestudeer dan goed de theorie!!!

Slide 17 - Tekstslide

Nabespreken

-Heb je de stof van vandaag begrepen?
-Wat heb je (van mij) nodig om de stof 
(nog beter) te begrijpen?










aantal
240









aantal







Slide 18 - Tekstslide

Doelen van deze les
Aan het einde van deze les:

-kun je woorden met een g-klank goed spellen
-kun je zelfstandige naamwoorden in het meervoud spellen

Slide 19 - Tekstslide