2HV Blok 2 Lezen - opdracht 4
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar verwijst daarvan (regel 6) naar?
Slide 2 - Open vraag
Waar verwijst die (regel 7) naar?
Slide 3 - Open vraag
Waar verwijst ze (regel 11) naar?
Slide 4 - Open vraag
Wat bedoelt de schrijver met 'Per Nederlander gebruiken we zo'n 6500 kilo zand en grind per jaar'?
Slide 5 - Open vraag
Wat is de hoofdzaak van alinea 2?
A
De kunstenaars maken Gotische kathedralen, een Big Ben en mannetjes met snor en baard.
B
De kunstenaars maken de zandsculpturen met rivierzand vanwege de hoekigere korrels.
C
De kunstenaar zijn net zo beroemd als voetballers.
D
De kunstenaars maken kunstwerken in de buurt van Nijmegen met rivierzand.
Slide 6 - Quizvraag
Waarom zijn zandsculpturen gemaakt van rivierzand.
A
Omdat deze in de buurt van Nijmegen te vinden zijn.
B
Omdat strandzand rond is en rivierzand vierkant.
C
Omdat rivierzand hoekiger is en verschillende maten heeft.
D
Zand is zand!
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de hoofdzaak van alinea 3?
Slide 8 - Open vraag
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Slide 9 - Open vraag
Op welke manier sluit de schrijver de tekst af?
A
korte samenvatting van de tekst
B
een conclusie van de tekst
C
een advies
