2F Niveau 2 jaar 2 Betoog

Betoog
In deze les leer je wat een betoog is, wat het doel is van een betoog en hoe je deze het beste kunt schrijven.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Betoog
In deze les leer je wat een betoog is, wat het doel is van een betoog en hoe je deze het beste kunt schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een betoog?
Een tekst waarbij de schrijver zijn (lezers)publiek wil overtuigen.

Slide 2 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je leert wat een betoog is
  • Je leert wat een goede opbouw is van een betoog
  • Je leert de begrippen standpunt, argument
     (tegenargument en weerlegging) 
  • Je leert een betoog schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw van een betoog
- Besteed tijd aan je titel! Verzin deze op het allerlaatst.
  1. Inleiding met stelling
  2. Kern met argumentatie
    - Twee argumenten voor (uitleg/voorbeelden, feiten)
    - gebruik signaalwoorden om de verbanden aan te geven
  3. Slot

Slide 4 - Tekstslide

Betoog Doel: Lezer overtuigen van jouw standpunt.
             Titel 

Slide 5 - Tekstslide

Titel
Zorg ervoor dat de titel aanspreekt, nieuwsgierig maakt en aansluit bij de tekst. 
         Daarom is het vaak makkelijker om je titel               pas aan het eind te verzinnen!

Slide 6 - Tekstslide

INLEIDING - hoe begin je?
Introduceer je onderwerp:
  1. - Stel een of meer directe vragen / retorische vraag
  2. - Uitdagende openingszin
  3. - Aanleiding voor het betoog (actualiteit)
  4. - Anekdote
  5. - Persoonlijke ervaring
  6. - Definitie of omschrijving: introductie van het onderwerp
  7. - Eindigen met je stelling
Begin hier niet direct mee.
Start eerst met de kern, dan de inleiding en uiteindelijk het slot.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zet je niet in de inleiding
- Argumenten
- Termen uit de theorie over het betoog (stelling, betoog)
- Algemene opmerkingen: 'zoals iedereen weet...'
- Beginnen met 'ik' doe je NOOIT

Slide 8 - Tekstslide

Voor meer info over inleidingen:
https://www.neerlandistiek.nl/2020/03/beginzinnen-bakken/?fbclid=IwAR0W7hXRLRQtUA_63Ywhncqj4xBU80MZYKMpDQ7R7tMJXr_ct_HLUeskMXk#comments

Slide 9 - Tekstslide

Geef je mening in de inleiding.
Dit doe je door je standpunt te geven. Dit standpunt volgt logisch uit jouw introductie van het onderwerp.

Slide 10 - Tekstslide

MIDDENSTUK:
  • Verdeel het in drie alinea's (ongeveer gelijke lengte)
  • Per alinea één argument (2X) (incl. toelichting en voorbeeld)
  • Licht elk argument toe met voorbeelden, onderzoeksresultaten, citaten van deskundigen, etc.. Haal dit uit de brontekst (die bij het examen wordt meegeleverd).

Slide 11 - Tekstslide

Begin elke alinea met een signaalwoord.
(Ten eerste, bovendien, tot slot)
Bedenk van tevoren vast welke argumenten je wilt behandelen. Zo kun je een logische volgorde aanhouden bij het schrijven. Ook zorgt een dergelijke voorbereiding ervoor dat je in je tekst niet van de hak op de tak springt. Ondersteun elk argument zo mogelijk met een bron en gebruik betrouwbare bronnen. Behalve het noemen van je argument en je bron, kun je de tekst nog versterken door, waar mogelijk, voorbeelden te geven.

Slide 12 - Tekstslide

SLOT
  • Herhaling van de stelling en noem kort je argumenten
  • Samenvatting (kortom, zoals we zagen, zoals is gebleken)
  • Conclusie (al met al, dus, derhalve, daarom, concluderend, hieruit volgt)
  • Aanbeveling of advies (de oplossing zou zijn als, mijn advies is)
  • Toekomstverwachting


  1. Je mag ook een combinatie maken!
  2. Niet: enkel de samenvatting van de argumentatie
  3. Je mag nooit nieuwe informatie in het slot toevoegen!

Slide 13 - Tekstslide

SLOT (vervolg)
Je standpunt volgt vanzelfsprekend logisch uit je argumenten: [herhalen argumenten], daarom vind ik dat [standpunt].  Dit doe je door te eindigen met een uitsmijter. Een uitsmijter is een krachtige slotzin van je tekst, zodat jouw tekst beter blijft hangen bij de lezer. Doe dit alleen als je zin ook echt geschikt is, dus ergens op slaat!

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf een betoog (min. 300 woorden)
Mogelijke onderwerpen:
- Escalatieladder
- Wat kan ik veranderen?
- Wat is mijn bijdrage op de Escalatie ladder?
- Normen en Waarden
- Discriminatie
- Vooroordelen
- Culturen
- Stereotype
- Generaliseren

- Vuurwerkbetoog

Slide 15 - Tekstslide

Meer informatie
Blz. 100 Deel A - Lezen 4.3
 en 
Blz. 112 deel B- Schrijven 2.6

Slide 16 - Tekstslide