T10 BS2 Het verteringsstelsel

10.2 Het verteringsstelsel
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

10.2 Het verteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Leerdoelen

  • Je kunt de bouw, werking en functies van de verteringsorganen beschrijven
  • Je kunt de relatie tussen hun bouw en hun functie herkennen
  • Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en diersoorten


! meeste staat in Binas 82 C, E, F. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is verteren?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

inslikken
verteren
absorptie
uitscheiden
mechanische vertering
stukken voedsel
kleine moleculen
moleculen gaan cellen binnen
onverteerd materiaal
chemische vertering met behulp van enzymen

Slide 5 - Tekstslide

Kringspieren & lengtespieren
darmperistaltiek
  • voortduwen voedselbrij
  • kneden voedselbrij
  • mengen van voedselbrij met verteringssappen

Slide 6 - Tekstslide

Het verteringsstelsel
Door welk van deze organen van het verteringsstelsel loopt geen voedsel, maar spelen wel een belangrijke rol in het verteringsproces?

Slide 7 - Tekstslide

Benoem de delen. 
HINT: je kan er minstens 17 benoemen.
Rechts een zeer schematische weergave. Benoem ook hier de organen. 
(dezelfde namen als links) 
Waarom zijn sommige delen groen?

Slide 8 - Tekstslide

speeksel-
klieren
tong
mondholte
slokdarm
cardia
(maagmond)
maagportier
maag
12vingerige
darm
dikke
darm
dunne darm
blinde darm
lever
galblaas

Slide 9 - Tekstslide

Waarom gebit?
  • mechanische vertering

Slide 10 - Tekstslide

mechanische vertering
doel: 
oppervlaktevergroting  (3 keer bij spijsvertering) zodat enzymen beter op de voedselbrij in kunnen inwerken

Slide 11 - Tekstslide

In de mond
  • mechanische vertering
  • ook startpunt van 
    chemische vertering (in speeksel zitten koolhydraat verterende enzymen: amylases) 

Slide 12 - Tekstslide

Slikreflex
* Huig sluit de neusholte af
* Strotklep sluit de luchtpijp af

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slokdarm
  • De slokdarm duwt het eten met behulp van peristaltische bewegingen omlaag. 
  • Het eten komt daarna in de maag terecht.


Slide 15 - Tekstslide

Peristaltiek
Lengtespieren & kringspieren 

zie Binas 82C

Slide 16 - Tekstslide

Maagsap
  • HCl = sterk zuur
  • Slijm = bescherming
  • Enzymen
kringspier  =
(net zoals anus)
 

Slide 17 - Tekstslide

productie gal
opslag gal
alvleessap
maagsap

Slide 18 - Tekstslide

Leversap = gal
Lever maakt gal

GALzouten emulgeert:
grote vetdruppels tot kleine vetdruppels
-->
hierdoor groter oppervlak 
-->

LIPASE verteert:
vetmoleculen tot glycerol en 3 vetzuren
- Geen enzymen! 
- Wel afbraakproduct rode bloedcellen (billirubine) en cholesterol. 

Slide 19 - Tekstslide

Vertering: intracellulair of extracellulair? 
  • Eencelligen - Intracellulair
fagocytose, voedingsvacuole, lysosomen (lysozymen) 
  • Meercelligen - Extracellulair
 speciale ruimte in lichaam: maag-darm holte (holtedieren zoals sponzen)

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen

Leerdoelen

  • Je kunt de bouw, werking en functies van de verteringsorganen beschrijven
  • Je kunt de relatie tussen hun bouw en hun functie herkennen
  • Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en diersoorten


! meeste staat in Binas 82 C, E, F. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Aan de slag
B2: opdrachten 13 t/m 27 
+ begrippenlijst 

Slide 23 - Tekstslide