woens 3/11 H6 spelling afsluiten en oefentoetsen H1+H6 spelling

Tien minuten lezen
Boek uit? Ga naar nos.nl / nrc.nl / jeugdjournaal.nl of een andere nieuwssite en lees verschillende nieuwsartikelen. 

Let op! Zorg dat je weer een nieuw boek uitkiest! 
timer
10:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tien minuten lezen
Boek uit? Ga naar nos.nl / nrc.nl / jeugdjournaal.nl of een andere nieuwssite en lees verschillende nieuwsartikelen. 

Let op! Zorg dat je weer een nieuw boek uitkiest! 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Herhaling H1 + H6 spelling
Opdrachten afmaken
Oefentoets H1+H6 spelling in stilte
Nakijken 
pauze
Toets woordenschat bespreken
H1 spelling werkwoorden uitleg
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kan punten, vraagtekensuitroeptekens, komma's, de dubbele punt en aanhalingstekens juist gebruiken.

Je kan het verschil tussen de directe rede en indirecte rede uitleggen.

Je kan uitleggen hoe je de pvtt moet spellen. 




Slide 3 - Tekstslide

Welke zin staat er in de directe rede?
A
Mijn vader zegt dat hij morgen thuiskomt.
B
Mijn moeder roept: 'Kom direct thuis!'
C
Het meisje vertelt mij dat ze morgen jarig is.
D
Simon vertelde mij dat hij gister ziek was.

Slide 4 - Quizvraag

Bij welke zin is de directe rede goed gebruikt?
A
Jan zei dat hij ziek was.
B
Jan zei: dat hij ziek was.
C
Jan zei: "Ik ben ziek."
D
"Jan zei ik ben ziek"

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin in de directe rede is niet correct geschreven?
A
"Kook jij vanavond?", vroeg Kees aan Ko.
B
Ko vroeg aan Kees: "Kook jij vanavond"?
C
"Kees," vroeg Ko, "kook jij vanavond?"

Slide 6 - Quizvraag

Aan de slag! 
WAT
Blz.194/195 H6 spelling opdracht 4 t/m 6
HOE
Eerste 5 minuten in stilte. Daarna zachtjes overleggen. 
HOE LANG
15 minuten
KLAAR
Nakijken (Teams) / trainen H1 of H6 spelling via NN online / werkblad maken om te oefenen. 

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag! 
WAT
Oefentoets h1 formuleren, h1 spelling en h6 spelling
HOE
In stilte, je mag niet overleggen
HOE LANG
Maximaal 10 minuten. 
KLAAR
Oefentoets op je tafel laten liggen.
Trainen H1 of H6 spelling via NN online of blz.278 extra oefenen H6 spelling

Slide 8 - Tekstslide

PAUZE
timer
5:00
Telefoons na de pauze weer in de tas. 

Slide 9 - Tekstslide

Toets woordenschat terug en kort bespreken
  • Je mag de toets niet meenemen naar huis. 
  • Blauwe/zwarte pen waarmee je de toets hebt gemaakt van tafel. 
  • Wil je aantekeningen maken? Doe dit op een ander blaadje of in je schrift met een andere kleur pen! 

Slide 10 - Tekstslide

H1 Werkwoordspelling (niet voor de toets)

Slide 11 - Tekstslide


Slide 12 - Open vraag


Slide 13 - Open vraag


Slide 14 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • Persoonsvorm = altijd een werkwoord
  • Geeft de tijd en het getal aan  
  • Je gaat uit van de ik-vorm 



vertellen - Jij vertelt dat toch niet door? 

Slide 15 - Tekstslide

Ik-vorm
  • Infinitief = hele werkwoord
  • Je vindt de ik-vorm door van het infinitief -en weg te laten. Bijvoorbeeld: drinken --> drink 
    - Soms moet je een extra letter weglaten of toevoegen. 
    redden --> ik re
    laden --> ik laa
    - Soms verandert er een letter.  
    schrijven --> ik schrij

Slide 16 - Tekstslide

Pvtt schrijven


Ik-vorm
ik-vorm + t
meervoud 

Slide 17 - Tekstslide

Pvtt schrijven


Ik-vorm --> ik laad
ik-vorm + t --> hij laadt
meervoud --> wij laden

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

De ballon (belanden) in de boom.

Slide 22 - Open vraag

Ik (vinden) er niets aan.

Slide 23 - Open vraag

De kip (broeden) al 2 weken.

Slide 24 - Open vraag

Ik (aanvaarden) jouw voorstel.

Slide 25 - Open vraag

Hij (aanvaarden) het niet.

Slide 26 - Open vraag

(Houden) jij ook van nasi?

Slide 27 - Open vraag

Hij (schelden) iemand uit.

Slide 28 - Open vraag

Leerdoelen behaald?
Je kan punten, vraagtekensuitroeptekens, komma's, de dubbele punt en aanhalingstekens juist gebruiken.

Je kan het verschil tussen de directe rede en indirecte rede uitleggen.

Je kan uitleggen hoe je de pvtt moet spellen. 




Slide 29 - Tekstslide

Afsluiting
  • Huiswerk voor maandag: H1 spelling werkwoorden (blz.36/37) opdracht 1 af. 

  • Vooruitblik maandag: H1 spelling werkwoorden (blz.36 en 37) behandelen + kleine herhaling voor de toets van woensdag 10 november.  

  • Extra oefenen voor de toets? NN online trainen!!

Slide 30 - Tekstslide

H1+H6 spelling herhaling: werkblad
WAT: Werkblad H1+H6 spelling maken

HOE: Alleen of samen, schrijf de antwoorden op het blad. 

HOE LANG: 8 minuten. 

KLAAR: Via Nieuw Nederlands Online trainen met H1 en/of H6 spelling (helemaal rechts) 
timer
8:00

Slide 31 - Tekstslide